5587 resultaten - Pagina 51 van 373
... 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 ...
[2] Wie God waarachtig en zegenrijk wil aanbidden, moet God eerst levendig in zijn hart waarnemen. Hij moet God in de geest en in alle waarheid eerst kennen en liefhebben en dan pas kan hij Hem eer geven en ten volle aanbidden. Als dat niet zo is, bedrijft de mens ook met de ware God afschuwelijke afgoderij!Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] God verlangt hier echter een wijs en nederig hart, om de mensen ééns des te hoger te verheffen en zaliger te maken.
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Daarom is het de eerste plicht van ieder mens, heel nederig van hart, God in geest en waarheid te zoeken. Laat hij dan pas God ook in geest en waarheid aanbidden, als hij Hem heeft gevonden!
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Het voornaamste gebed bestaat daaruit, dat een deemoedig hart nederig blijft en zijn naaste metterdaad meer liefheeft dan zichzelf, maar God, als de enige, echte Vader van alle mensen en engelen, boven alles!
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Het is bij lange na niet genoeg om te zeggen: 'Ik heb mijn naasten lief en ben erg vriendelijk voor hen!' De ware, en voor God alleen geldige liefde moet bestaan uit daden, zodra de naasten die behoeven, geestelijk of lichamelijk. Die liefde is de wonderbare sleutel tot het goddelijke licht in het eigen hart.
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik zeg jou en je metgezellen: Als jullie déze gouden sleutel niet gevonden en in je hart opgenomen zouden hebben, zouden jullie nooit de weg hierheen hebben gevonden! Wat het echter wil zeggen en wat het betekent dat jij en je metgezellen hierheen zijn gekomen, ook al is het door een kolossale storm in het uiterlijke leven, dat beginnen jullie nu al te bespeuren, - de nabije toekomst zal jullie pas naar het ware licht leiden! Pas als je Mij helemaal zult kennen, zul je ook begrijpen of Ik aanbeden kan worden of niet!"
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JURAH en SCHABBI zeggen: "Heer, dat geloven wij! Omdat het met dit alles volgens Uw eeuwige, heilige raadsbesluit nu eenmaal tot heil van alle Joden en heidenen zo gesteld is, schenk ons arme zondaars ~w genade en Uw clementie en erbarming! 0 Heer, wees, zowel nu als rn alle eeuwigheden der eeuwigheden, met ons en voortaan met de geest van al degenen die door U reeds tot het eeuwige leven gewekt worden! Maar nu, Heer, sta ons toe, omdat wij U hebben herkend en onze harten nu ook brandend van liefde voor U zijn, dat wij ons hart luchten en U met een vurig en rouwmoedig gemoed aanbidden!"
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zeg: "Beste vrienden en broeders, daar komt niets van in! Jullie hebben gelezen wat Mijn geest door de mond van een profeet heeft gesproken toen hij zei: 'Dit volk eert Mij met de lippen, maar zijn hart is verre van Mij!' En Ik Zelf herhaal dat voor jullie: Elk lippengebed, van welke aard ook, vervult Mij met afgrijzen!
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Nu ben Ik slechts zaaier en Ik leg de goede tarwekorrel in de levende akker van jullie harten. Het zaad zal daar eerst kiemen en dan opgroeien voor de gezegende vruchtvorming, daarna pas zullen jullie voor jezelf de vrucht op jullie eigen levensbodem met veel moeite en zelfverloochening moeten verzorgen! Zalig degene, die de vrucht die Ik in zijn hart heb gezaaid, zuiver en overvloedig in de door Mij in hem ingerichte schuren van Mijn geest zal brengen! Waarlijk, die zal eeuwig geen honger of dorst meer hebben!
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Lieve Jarah, wat jij nu dus hebt, is alleen het door Mij in jouw hart gelegde zaad. Na een aantal jaren zal het er als een golvend korenveld bij staan en allerlei stormen moeten trotseren. Dan is het echter zaak krachtig en vol vertrouwen in Mijn naam en door een grote, zelfverloochenende liefde tot Mij, het golvende korenveld te beschermen tegen de dreigende stormen, opdat die niet tot een verderfbrengende uitbarsting komen en het prachtige korenveld, dat Ik Zelf zeer goed heb bebouwd, te gronde richten! Want als er eenmaal een vernietigende storm boven zo'n veld is losgebroken, is het vrijwel onmogelijk daar een halt aan toe te roepen.
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Kijk, een soortgelijk tuintje heb ik ook in je hart aangelegd en Ik heb het rijkelijk voorzien van allerlei nuttige gewassen. Het onderhoud en de verdere verzorging van dit tuintje is nu helemaal voor jóuw rekening. Gebruik alle aandacht en ijver voor het onderhoud en de verzorging van dit tuintje, dan zul je binnenkort een rijke oogst binnenhalen! -Begrijp je deze beeldspraak wel?"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] IK zeg: " Allen, die Mij kennen en in het hart aanroepen en op de macht van Mijn naam vertrouwen, zullen nooit in der eeuwigheid schade en schande lijden, daarvan kun je volkomen verzekerd zijn! Maar nu moeten we aan tafel gaan en eten wat is opgediend!"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Gebruik goed je verstand en heb een begrijpend hart, doe iedereen goed die jullie hulp nodig mocht hebben! Ja, doe zelfs je vijanden goed en zegen hen die je vervloeken! Daardoor zullen jullie op Mij lijken, want Ik laat Mijn zon schijnen over goeden en bozen en Mijn ergste vijanden worden dagelijks door Mijn almachtige hand met weldaden overladen. Slechts over de te erge boosdoeners wordt Mijn roede gezwaaid. Ja, Ik zeg jullie: Jullie zijn allen kinderen van Mijn hart en broeders van Mijn ziel. Bid daarom, als jullie bidden, niet zoals de heidenen en Farizeeën met de lippen, door middel van door de vleselijke tong gevormde woorden, maar bidt, zoals Ik jullie heb gezegd, in de geest en in de waarheid, door levende werken en daden van liefde aan jullie naasten, dan zal ieder woord in Mijn naam een waarachtig gebed zijn dat Ik altijd, vast en zeker zal verhoren. Het gezucht van de lippen verhoor Ik echter nooit. -Begrijpen jullie goed, wat Ik nu heb gezegd!"
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] IK zeg: "Heel goed, heel goed, beste vrienden! Ik kende jullie en leidde jullie op een weg naar Mij, zoals de profeet Elia die kreeg aangezegd. In de machtige storm was Mijn wil, in het vuur Mijn kracht, maar in het zuchtje wind ben Ik Zelf. En zo moesten jullie ook door een ontzettende storm en door water en vuur, om bij Mij te komen. Maar nu zijn jullie bij Mij en hebben Mij, de lang gezochte, gevonden. Hoe moeilijk Ik echter voor menigeen te vinden ben, toch ben Ik, als Ik eenmaal ben gevonden, nog veel moeilijker te verliezen! Zij, die Mij in hun hart hebben vastgegrepen, worden door Mij óók vastgegrepen. Wie mij echter heeft vastgegrepen, kan Mij wel weer loslaten, maar Ik zal hem toch nooit meer loslaten. Want Mijn liefde duurt niet tijdelijk, maar eeuwig en wie haar in zijn hart heeft opgenomen, kan Mij nooit meer kwijtraken! Want Mijn liefde houdt hem voor eeuwig vast in toom, opdat hij in eeuwigheid niet meer helemaal van Mij af kan dwalen. En zo zal het met jullie ook gaan! Jullie zullen wel in omstandigheden en wereldse toestanden terecht komen waarin het voor jullie wat moeilijk zal worden Mijn naam te belijden en het geloof vast te bewaren -want binnenkort zullen er dingen gebeuren, omdat ze moeten gebeuren, die jullie ten opzichte van Mij kleingelovig zullen maken -, maar Ik zal jullie op het juiste moment wel weer sterken en het kamertje van jullie hart geheel verlichten. Daarna zullen jullie terwille van Mijn naam niet meer in verzoeking komen, maar steeds in Mijn liefde en Mijn kracht blijven.
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Nu vraag ik, of de op het punt van kuisheid zwakke mens niet in ieders ogen veel vóór heeft op de ijskoude kuisheidsheld! Wat mij betreft wel! Hoe u, verheven Heer en Meester, daar over denkt, weet ik niet en dat kan ik ook niet weten. Om daarom ook op dit door Mozes verboden punt duidelijkheid te scheppen, teneinde niet steeds in de fnuikende angst te leven iedere keer dat ik zó geslachtelijke gemeenschap heb voor God gezondigd te hebben, en als de geslachtsdaad hoe dan ook altijd een zonde is, zult U, o Heer en Meester, ook wel een geneesmiddel daarvoor kennen, waardoor men de begeerte en de drang als een verkoudheid kan verdrijven! Want er is niets ellendigers voor een eerlijk mens dan steeds maar van een bepaalde kant geprikkeld te worden om te zondigen. De natuur dwingt het lichaam daartoe steeds maar door met onweerstaanbare kracht en, valt men als een van nature zwaar lichaam door de vrije lucht, dan heeft men echter ook meteen een doodzonde begaan! Dat is dan toch wel een beetje te erg, vooral voor een mens, die, god zij geprezen, nog steeds zo goed mogelijk hoofd en hart op de juiste plaats had. Dus daarover, Heer en Meester, zou ik van U ook graag een duidelijke uitleg willen krijgen! Want dat lijkt mij in ieder geval een van de neteligste punten te zijn!"
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)