17481 resultaten - Pagina 501 van 1166
... 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 ...
[5] De dag van Mijn tweede wederkomst zal zijn als een bliksem, die van het oosten naar het westen hoog langs de bewolkte hemel schiet en alles verlicht wat onder de hemel is. Voordat dat zal gebeuren, zal -zoals Ik jullie al verscheidene malen heb verkondigd - de Zoon des mensen nog veel moeten lijden en geheel en al verworpen worden door dit geslacht, namelijk door de Joden en Farizeeën, en in later tijden door degenen die men nieuwe Joden en Farizeeën zal noemen.Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Kijk, zo zal het gesteld zijn met de tweede komst van de Mensenzoon en zo zal het zich manifesteren! Als jullie in de toekomst dieper doordrongen zullen zijn van Mijn geest, zullen jullie alles wat Ik heb gezegd ook duidelijk begrijpen; op dit moment kan Ik het jullie echter niet helderder en duidelijker vertellen.'
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Het is. echt verbazingwekkend hoe weinig jullie de dingen nog begrijpen. Ik heb jullie toch al vaak genoeg uitgelegd waarom het aardse tijdstip nog niet - zoals jullie denken - tot op de dag nauwkeurig vast te stellen is, terwijl Ik jullie wel precies met zekerheid het ogenblik zou kunnen noemen waarop deze of gene berg met zijn rotsige toppen door een bliksem vernietigd wordt! Want in dat geval hebben we met gerichte materie te maken, die in alles helemaal afhankelijk is van de macht van Mijn wil; maar bij de mensen, die een vrije, zichzelf bepalende wil hebben, gaat dat niet op dezelfde name. De. reden daarvan heb Ik jullie al vaak getoond en jullie zullen die toch eindelijk eens begrijpen, en jullie moeten daarom ook niet voortdurend met dezelfde vragen bij Mij aankomen!
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Tóen vroegen jullie je af, evenals nu, waarom dat eigenlijk op die manier door God toegelaten wordt. Ik heb jullie echter ook al vaak, zoals ook deze keer, laten zien dat Ik de mensen, aan wie een volkomen vrije wil, een vrije zelfbeschikking is gegeven, met Mijn almachtige wil niet zo kan en mag leiden als al het overige geschapene, klein en groot, in de hele oneindigheid; want als Ik dat zou doen, zou de mens geen mens zijn, maar net als een dier of plant of steen, die door Mijn almacht gericht is. Hopelijk zullen jullie dat nu wel inzien en begrijpen en Mij niet zo gemakkelijk meer dingen vragen, die voor iedereen die ook maar enigszins helderder denkt toch voor de hand liggen.
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] We hebben nu al geruime tijd met elkaar voor het Godsrijk gewerkt, in welke tijd jullie ook vele vergissingen hebben begaan, en nog niet een van jullie is door Mij verstoten, zelfs niet die ene die Ik jullie al herhaaldelijk heb aangeduid en die tot op dit moment nog een duivel is, die zijn leven nog niet heeft gebeterd. Maar Mijn liefde en geduld hebben hem nog niet gericht; hoeveel minder zal ze diegenen richten die met alle liefde en vol geloof aan Mij hangen! Daarom kunnen jullie ook altijd verzekerd zijn van Mijn hoogste liefde en geduld; want als iemand in Mij blijft, blijf Ik ook in hem.'
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ik zei: 'Als Ik als de mensen zou zijn, zou Mijn geduld met jullie al wel verscheidene keren te klein geweest zijn; maar omdat Ik ben, zoals jullie Mij kennen, vol van het grootste geduld, lankmoedigheid, liefde en zachtmoedigheid, zullen jullie je over Mijn geduld ook nooit hoeven te beklagen. Wees echter ook zo geduldig, zachtmoedig en deemoedig als Ik van ganser harte ben, en heb elkaar lief als broeders onder elkaar, zoals ook Ik jullie liefheb en altijd heb liefgehad; dan zullen jullie daardoor aan iedereen laten zien dat jullie werkelijk Mijn leerlingen zijn! Laat geen van jullie denken dat hij meer is dan zijn medeleerling, want jullie zijn allemaal gelijke broeders; alleen Ik ben jullie Heer en Meester en zal dat in alle eeuwigheid en ook in alle tijdperken van deze wereld zijn en blijven. Want als de Vader geen geduld zou hebben met Zijn kinderen, wie anders zou er dan nog geduld met hen hebben?
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Nu zei de waard: 'Heer en Meester, tegen Uw dierbare leerlingen en daarnaast ook tegen mij en mijn door U genezen opperknecht hebt U nu heel wijze dingen gezegd over Uw tweede komst en derhalve ook over de komst van het rijk Gods op deze aarde. Daarbij is mij één ding erg opgevallen, en wel wat betreft het rijk Gods op aarde dat ergens in de verre toekomst zal ontstaan en dat het rijk Gods dus ook werkelijk op de aarde komt.
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'O Mijn beste vriend, je hebt nu echt heel goed gesproken en Ik kan je zeggen dat niet jouw vlees en bloed, maar alleen jouw geest je dat heeft ingegeven; maar toch zal het met de toekomstige wederkomst van de Mensenzoon zijn zoals Ik jullie allemaal duidelijk genoeg heb verteld.
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Pas wanneer de mens begint te geloven zonder te twijfelen en zijn geloof tot leven brengt door volgens de leer te handelen, ontplooit het rijk Gods zich in de mens, zoals het leven in een plant zich in het voorjaar onmiskenbaar van binnenuit begint te ontplooien wanneer de plant door het licht van de zon wordt beschenen, verwarmd en daardoor aangezet tot innerlijke activiteit.
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] In wat Ik aan de mensen leer ben Ik dus een werkelijk voedend brood uit de hemelen, en het handelen volgens die leer is een ware levensdrank, een zeer goede en krachtige wijn, die door zijn geest de hele mens tot leven wekt en hem door en door verlicht door de lichtend oplaaiende vlam van het levensvuur. Wie dat brood eet en die wijn drinkt, zal in eeuwigheid geen dood meer zien, voelen of smaken.
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Als jullie dat nu begrepen hebben, handel er dan ook naar; dan zullen Mijn woorden in jullie volledige, levende waarheid worden!'
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Jazeker, want brood en vlees zijn een en hetzelfde, zoals ook wijn en bloed, en wie in Mijn woord het brood der hemelen eet en door volgens dat woord te handelen, dus door de werken van de ware, meest onbaatzuchtige liefde voor God en zijn naaste de wijn des levens drinkt, eet ook Mijn vlees en drinkt Mijn bloed. Want zoals het natuurlijke brood dat door de mensen wordt gegeten in de mens in vlees wordt veranderd en de gedronken wijn tot bloed wordt, zo wordt in de ziel van de mens het brood van Mijn woord in vlees en de wijn van de daadwerkelijke liefde in bloed veranderd.
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Wie dus Mijn woord hoort en het in zijn geheugen bewaart, houdt het brood in de mond van de ziel. Als hij er met zijn verstand ernstig over na begint te denken, kauwt hij het brood fijn met de tanden van de ziel; want het verstand is voor de ziel wat de tanden in de mond zijn voor de lichamelijke mens.
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Nu zeiden de leerlingen: 'Heer en Meester, deze les van U is goed te begrijpen - maar toen U eens in Kapernaüm, waar zoveel volk uit alle streken rond Jeruzalem U achterna gereisd was, een soortgelijk onderricht gaf over het eten van Uw vlees en het drinken van Uw bloed, was dat kennelijk een harde leer, met name voor die mensen die Uw eenvoudige, duidelijke woord niet begrepen hebben zoals het naar de ware betekenis begrepen moest worden, en daarom hebben toen vele toenmalige leerlingen U verlaten. Wijzelf begrepen het aanvankelijk niet, maar de waard, die nooit een leerling van u was geweest, heeft het ons uitgelegd, en als wij nu die leer met deze vergelijken, wil die hetzelfde zeggen als wat U nu heel duidelijk en glashelder hebt uitgelegd. - Hebben wij gelijk of niet?'
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Als Ik echter zeg: 'Wie Mijn vlees eet', dan is daarmee ook al aangegeven dat hij Mijn woord niet alleen in zijn geheugen en in zijn hersenen heeft opgenomen, maar tegelijkertijd ook in zijn hart, dat -zoals Ik al zei - de maag van de ziel is, en dat ook heeft gedaan met de wijn van de daadwerkelijke liefde, die daardoor geen wijn meer is, maar reeds het bloed des levens; want het geheugen en het verstand van de mens verhouden zich precies zo tot het hart als de mond tot de natuurlijke maag. Zolang het natuurlijke brood zich nog tussen de tanden in de mond bevindt is het nog geen vlees, maar brood; als het echter fijngekauwd in de maag aankomt en daar met de maagsappen wordt vermengd, is het wat zijn fijne voedende delen betreft al vlees, omdat het overeenkomt met het vlees. Zo is het ook met de wijn of met water, dat zeker ook wijnstof bevat, omdat zonder water, dat de aarde in zich draagt om alle planten en dieren te voeden, de wijnstok zou sterven. Zolang je de wijn in je mond houdt, gaat hij niet in het bloed over; maar in de maag zal hij daar heel snel in overgaan.
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)