15542 resultaten - Pagina 501 van 1037
... 489 - 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 ...
[10] Kijk, ik zal het je uitleggen. Door je rechtenstudies heb je er bij de strenge examens in Rome duidelijk blijk van gegeven dat je je de wil van de keizer, die je door de wetten nauwkeurig hebt leren kennen, zodanig eigen hebt gemaakt dat je je eigen wil volkomen ondergeschikt hebt gemaakt aan de wil van de keizer, waardoor je dan ook een geheel nieuw mens bent geworden, die je bij het begin van je studie niet was. Omdat je dus de wet van de keizer diep hebt ingeprent, en dus ook zijn wil, zodat jouw oude, schijnbaar vrije wil door de nieuwe keizerlijke wil in jezelf met onlosmakelijke boeien en ketenen is gebonden, heb je daarbij niet alleen niets verloren, maar alleen maar buitengewoon veel gewonnen; want met jouw eigen, oude wil zou je voor altijd een slaaf van de keizerlijke wil gebleven zijn. Maar omdat je de keizerlijke wil tot de jouwe hebt gemaakt, ben je daardoor zelf helemaal vrij geworden, kun je doen wat je wilt en ben je niemand verantwoording schuldig; en als iemand zich niet naar jouw wil zou willen voegen, dan heb je vanwege de keizer het ius gladii* (* Latijn voor: Zwaardrecht, ofwel het recht over leven en dood.) in de hand en kun je de weerspannigen door de macht en het gezag van de keizer tot gehoorzaamheid dwingen.Hoofdstuk 199: Over het werken van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De opperstadsrechter zei: 'Heer en Meester, hij spreekt precies zoals Uzelf uit hem zou kunnen spreken, en daaraan herken ik heel duidelijk dat hij een hoge dienaar van Uw eindeloos goddelijke heerlijkheid en majesteit moet zijn. Ik geloof ook zonder twijfel dat hij door Uw wijsheid en Uw wil alles tot stand kan brengen wat Uzelf kunt bewerkstelligen en tot stand kunt brengen dat wil zeggen: te oordelen naar mijn menselijke wijsheid; maar dat Uw wijsheid en Uw wil vast nog eindeloos veel dieper en verder om zich heen zullen grijpen dan zelfs het meest verlichte verstand van al Uw engelengeesten kan zien en begrijpen, daar ben ik volkomen van overtuigd!'
Hoofdstuk 200: Een bewijs van de macht van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Mijn beste vriend, dat heeft jouw vlees je niet ingegeven, maar jouw geest uit Mij van gene zijde; streef er dus naar om je ook Mijn wil eigen te maken, zoals je je de wil van de keizer eigen hebt gemaakt, dan zul je weldra en gemakkelijk steeds meer volkomen één worden met jouw geest uit Mij van gene zijde, die Mijn liefde, wijsheid en macht is, en dan zul je ook zo kunnen werken als deze engelengeest -die 'Rafaël' heet! Je hebt nu natuurlijk nog niet het flauwste idee van wat hij allemaal tot stand kan brengen; maar enkele bewijzen zullen je daar meer duidelijkheid over geven.
Hoofdstuk 200: Een bewijs van de macht van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] En kijk, hoe meer je ernaar streeft om de wil van de keizer zo nauwkeurig mogelijk te vervullen -waarvan de keizer binnen zeer korte tijd in kennis gesteld kan worden -een des te hoger en qua invloedssfeer veel uitgestrekter ambt zal je door de keizer geschonken worden, waarin je nog veel vrijer zult kunnen handelen dan nu; en zo kun je je voortdurend steeds verder omhoogwerken, zodat je tenslotte zelf naar het hof van de keizer wordt gehaald en van daaruit beveelt en handelt, alsof je al bijna de keizer zelfwas.Vraag jezelf nu eens af hoe je die hoge macht verkregen hebt -en het antwoord in jezelf zal onmogelijk een ander kunnen zijn dan: 'Ik heb mijn oude menselijke wil zozeer geheel en al verloochend, dat daar niets anders van over is gebleven dan alleen, dat ik mij door die oude wil er heel ijverig op toe heb gelegd mij de wil van de keizer volkomen eigen te maken.'
Hoofdstuk 199: Over het werken van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Nu zweeg de opperstadsrechter een poosje, wreef met zijn ene hand over zijn voorhoofd en krabde zich met zijn andere een beetje achter zijn oor, omdat hij nog niet goed kon besluiten wat voor echt redelijk verzoek hij tegenover Mij en Rafaël naar voren moest brengen. Tenslotte moest hij er weer aan denken dat Ik hem had beloofd -nog in het huis van de waard -dat deze steppeachtige streek, die arm was aan alles, groen zou worden en veel gras, graan, vruchtbomen en zelfs de wijnstok voort zou brengen, en dat legde hij precies zo aan Rafaël voor.
Hoofdstuk 200: Een bewijs van de macht van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] De opperstadsrechter stond op en richtte zijn blikken naar alle kanten op de omgeving en herkende die niet meer; want hij zag een groot aantal zeer weelderige, volledig rijpe graanvelden, verder met dicht gras begroeide weiden, die zich bijna onafzienbaar ver uitstrekten, en rond de stad grote tuinen, die vol stonden met de edelste fruitbomen. Ook de berg Nebo, waar wij ons op bevonden, was helemaal groen geworden en rondom begroeid met de prachtigste vijgenbomen en wijnstokken. Ook zag hij iets beneden de stad een behoorlijk grote vijver, van waaruit verscheidene beekjes in verschillende richtingen stroomden.
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Dat zal natuurlijk wel zo zijn; maar Ik zal er ook voor zorgen dat het jullie niet zal ontbreken aan de juiste antwoorden, en de hele bevolking van deze uitgestrekte streek zal blij en dankbaar naar huis gaan en vergaren wat er op ieders stuk grond is gegroeid. Maar je kunt het met de hulp van je vele ondergeschikten wel tot een wet voor jezelf maken dat je het volk ernstig op het hart drukt hier geen ruchtbaarheid aan te geven, omdat het zich daardoor uit veel verder gelegen streken vele hebzuchtige en afgunstige lieden op zijn hals zou halen en uiteindelijk naar de wapenen zou moeten grijpen om de afgunstige vijanden weg te houden van de gezegende grenzen van deze landstreek.
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] En ook jullie, Mijn leerlingen en jullie Joden, moeten er onder de Joden daar in het Beloofde Land geen ophef over maken; want velen zouden jullie niet geloven, maar jullie alleen maar uitlachen en vervolgen. En veel andere, zwakke Joden zouden jullie wel geloven, en door jullie ook in Mij geloven; maar dat geloof zou voor hen geen stevige basis hebben, omdat ze het ten eerste door hun eigen toevoegingen maar al te gauw groter zouden maken zoals ze met al hun bijgeloofdoen, en ten tweede zou zo'n manier van verder verbreiden te zeer naar het oude bijgeloof rieken en zodoende slechts een zeer twijfelachtig geloof bewerkstelligen; want als men later in deze streek zou komen om zich van het wonder te overtuigen, zou men zeggen dat ook echte vlijt en ijver van de mensen dit tot stand had kunnen brengen.
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ik zei tegen hem: 'Laat de keizer er voorlopig buiten, maar over een jaar kun je Mijn vriend Agricola in Rome ervan in kennis stellen, en hij zal het te zijner tijd tot jouw voordeel ook wel aan de keizer overbrengen! Voor dit moment is het echter voldoende om alleen jouw gebied te onderrichten; en als er een buurman uit de noordelijk van hier gelegen steden naar je toe zou komen, zal die jou zelf zeggen wie daarvoor gezorgd heeft. De commandant Pellagius kun je ervan op de hoogte brengen; want hij is in militair opzicht ook over deze stad aangesteld en kent Mij!'
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Rafaël zei: 'Kijk, het is onder andere ook een eigenschap van ons dat wij ons in één ogenblik van de ene plaats naar de andere en vandaar weer terug kunnen begeven, en zo was ik op ditzelfde moment ook in Rome en ben nu weer hier.'
Hoofdstuk 202: Rafaëls bewijs van zijn snelheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Je hebt mij wel gezegd dat jullie, volmaakte engelengeesten, ook de eigenschap bezitten om je in één ogenblik van de ene plaats naar de andere en vandaar weer terug te bewegen. Dat geloof ik nu ook; maar je bent hier niet één moment afwezig geweest, en daarom ben ik van mening dat jij een andere dienstbare engelengeest die zich in jouw nabijheid bevindt naar Rome hebt gestuurd, en dat die jou ook snel genoeg deze koker kon brengen.'
Hoofdstuk 202: Rafaëls bewijs van zijn snelheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] De opperstadsrechter zei: 'Brittannië! Want met mijn vader, die toen nog leefde, heb ik daar eens een reis naartoe gemaakt, en wel over het water, welke reis heen en terug naar Rome meer dan twee volle jaren heeft geduurd.'
Hoofdstuk 202: Rafaëls bewijs van zijn snelheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Dat een mens er met zijn voeten wel enkele honderden jaren voor nodig zou hebben, spreekt vanzelf. En hoeveel tijd denk je dat ik ervoor nodig heb om van hier naar de zon en weer terug te komen?'
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De opperstadsrechter zei: ja, mijn beste hemelse vriend, zoals ik het nu zie zul je voor die reis ook niet meer tijd nodig hebben dan van hier naar Rome en terug.'
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Rafaël zei: 'Dat heb je goed geantwoord -en kijk, terwijl ik nu met je praat ben ik al naar de zon geweest en weer terug! Als bewijs daarvan heb ik ook een klein aandenken van de zon voor je meegebracht.'
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)