17481 resultaten - Pagina 502 van 1166
... 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 ...
[7] Hetzelfde geldt voor de ziel, in wier hart de wil om de leer in daden om te zetten verzwakt is. Ze bereikt uit de volle, gezonde geestelijke kracht, blijft halverwege steken, raakt gemakkelijk in allerlei twijfels en bedenkingen en begint nu eens het ene en dan weer een ander voedsel te proberen, om te zien of die misschien een betere en meer versterkende uitwerking heeft. Maar daarmee is de ziel, die eenmaal wat ziekelijk is, toch niet helemaal geholpen. 'Ja " vragen jullie je nu af, 'is een ziekelijke ziel dan eigenlijk niet meer helemaal te helpen?' O ja, zeg Ik. Maar hoe?'Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als de lichamelijke zwakke maag eenmaal gereinigd is, wat moet er dan gedaan worden om te zorgen dat hij weer sterk wordt en sterk blijft? Zo iemand moet echt actief worden en daarbij in de frisse, zuivere lucht flink beweging nemen, dan zal de maag in eerste instantie daardoor zijn volle en gezonde kracht herkrijgen. Kijk, dat moet de zielook doen! Ze moet haar hart reinigen van alle dwaalleren, verkeerde voorstellingen en ideeën. Dan moet ze de waarheid, zoals Ik die aan jullie leer, met liefde, gewillig en vol geloof opnemen en daar flink mee aan het werk gaan; dan zal ze daardoor weldra veel sterker worden en ook volledig en blijvend gezond worden!
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Daarom moet niemand van jullie alleen maar luisteren naar Mijn woord, maar er ook serieus en ijverig naar handelen. Dan zullen in zeer korte tijd alle bedenkingen en twijfels uit zijn ziel verdwenen zijn.
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Als jullie volledig Mijn rijk in je zullen bezitten, zullen jullie over slangen en schorpioenen kunnen wandelen en vergif uit de hel kunnen drinken zonder dat het jullie ook maar enigszins schaadt.
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Daarom zeg Ik jullie dan ook altijd: jullie zullen pas in alle wijsheid in geestelijke, hemelse levensomstandigheden en de kracht en macht daarvan ingewijd worden, als jullie in Mijn geest volledig nieuw geboren zullen zijn op de manier, die Ik jullie uitvoerig en duidelijk heb getoond. En vraag jezelf nu af, of jullie de juiste, volle waarheid van dat alles ook ten volle hebben begrepen!'
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'Waarlijk, waarlijk Ik zeg jullie: datgene waar jullie de Vader in Mijn naam om zullen vragen, zal jullie ook gegeven worden! Waar is er een vader onder de mensen, die toch meestal alleen maar slecht zijn, die een kind dat hem om een stuk brood vraagt, een steen, of een dochter die hem een vis vraagt, een slang zou geven?
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Waarlijk Ik zeg jullie: naar degene die Mij werkelijk lief zal hebben en zich aan Mijn geboden zal houden, zal Ik toekomen en Mijzelf aan hem openbaren, en dan zal iedereen zich ervan kunnen overtuigen dat hij zich niet als een wees in de wereld bevindt! Degene aan wie Ik Mij op die manier zal openbaren moet dat echter niet voor zichzelf houden, maar die troost ook aan zijn broeders meedelen, opdat ook zij daardoor getroost en gesterkt worden.
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen vroeg de waard aan Mij: 'Heer en Meester, het is moeilijk 's nachts de tijd te bepalen, wanneer je geen sterren ziet; maar naar mijn gevoel te oordelen zou het intussen wel eens bijna middernacht kunnen zijn. De meeste mensen hebben zich, moe van hun dagelijkse werk, zeker al twee uur geleden ter ruste begeven en zouden 's nachts rust moeten hebben; maar deze storm zal zeker niemand zijn rust gunnen, aangezien het razen ervan zo hevig is dat zelfs een halfdode wakker moet worden en geheel van angst en vrees vervuld moet raken. Waarom is deze storm nu zo plotseling ontstaan? Kijk, ik ben toch iemand die niet zo gauw bang wordt; maar ik beken eerlijk dat ik nu, ondanks Uw almachtige tegenwoordigheid, behoorlijk bezorgd raak door het razen en woeden van deze storm, die absoluut niet wil gaan liggen. Kunt of wilt U deze storm niet gebieden te gaan liggen? Want de nacht is toch een tijd van rust voor de hele natuur en niet een tijd van geweldige onrust. Waarom moeten zeker vele duizenden mensen en dieren door zo'n nachtelijke storm eigenlijk de grootste angst en vrees voelen?'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen de Farizeeën dat hoorden sprongen ze direct op, maakten groot spektakel in het huis en wilden Mij en Mijn leerlingen ertoe brengen het vuur te blussen.
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Ook de waard vroeg aan Mij: 'O Heer en Meester, als U deze blinde .Farizeeën niet wilt verhoren, wil dan toch mij verhoren! Want zie, mijn huis is maar zeventig passen verwijderd van de brandende synagoge; als de hevige wind zou draaien, zou ook mijn huis gevaar lopen in brand te vliegen, en dat kan des te gemakkelijker, omdat de storm niet met regen gepaard gaat!'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De betere Farizeeër liep echter weer naar Mij toe en zei: 'Meester, U hebt gehoord wat ik tegen onze schriftgeleerde over U heb gezegd; daar kon hij mij geen steekhoudend antwoord op geven en zweeg dus liever, maar ging toch naar buiten om te zien of het wellicht nog de moeite zou lonen de synagoge te blussen en zo ook nog enkele kostbaarheden te redden. Daarmee heeft hij willen aangeven dat hij ook in U zou gaan geloven, als U door Uw wondermacht de brand in de synagoge zou blussen en op die manier ook een paar schatten zou redden. Maar omdat het kwade vuur alles nu wel snel verteerd en vernietigd zal hebben, zal hij nu bij zichzelf denken: 'Daar valt noch met natuurlijke noch met wonderbaarlijke middelen meer iets te redden, en dus blijf ik bij mijn ongeloof.'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Op deze woorden van Mij wist de schriftgeleerde met zijn aanhangers niets te antwoorden; en begeleid door de bekeerde Farizeeër, de waard en de genezen opperknecht begaf Ik Mij direct naar de herberg, waar alle leerlingen nog aan tafel zaten en met elkaar over Mijn leringen en daden spraken.
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] In het bijzonder werd door Mijn leerlingen onze reis van Jericho tot in deze plaats duidelijk en in het kort verteld, waarbij de Farizeeër, de waard, zijn knecht en zijn vrouwen enkele van zijn volwassen kinderen zich buitengewoon verbaasden en de Farizeeër herhaaldelijk luid uitriep: 'Nee, dat is eindeloos veel meer dan nodig is om zelfs stenen ziende te maken! En mijn metgezellen blijven nog blind en proberen hun armzalige wereldse schatten veilig te stellen, terwijl de hoogste en eeuwig onvergankelijke schatten van het leven hier in de grootste overvloed op tafel komen. Maar wat kan iemand van ons doen, als de Heer des levens zo dikwijls tevergeefs de grootste tekenen doet en de mensen lessen geeft die alleen maar uit het hart en de mond van God kunnen komen? Helaas leef ik temidden van wolven en moet ik met hen meehuilen, om niet door hen verscheurd te worden. Maar van nu af aan zullen ze mij niet meer aan het huilen krijgen; want nu weet ik wel wat ik zal doen!'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik ben niet door mijn eigen wil en mijn eigen kracht mens geworden, maar door een ondoorgrondelijke wil en de even ondoorgrondelijke kracht en macht daarvan. Kan ik er soms iets aan doen als deze kracht en macht mij niet zo hebben geleid, dat ik nooit aan hun bestaan had kunnen twijfelen? Laat mij nu dus nadenken, om in mijzelf de weg te vinden waarlangs de aloude waarheid opnieuw herkenbaar wordt; spreek daarna pas met mij!'
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'We blijven hier aan tafel; want Mijn leerlingen slapen hier voor het merendeel toch al en de lampen beginnen uit te gaan.'
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)