Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 502 van 1110

...  490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515  ...
[16] Wie God werkelijk lief wil hebben, moet ook weten hoe wonderbaar Hij ook in Zijn werken is.Wij mensen staan wel temidden van louter wonderen Gods, en wijzelf zijn daarvan nog het grootste wonder; als wij naar onszelf kijken, hoe wij geboren worden, dan zien we dat wij zwak zijn, hulpeloos, geen taal hebben en zonder enige gedachte zijn. Als een kind niet gedurende lange tijd zorgzaam verzorgd zou worden, zou het er veel slechter met hem voorstaan dan zelfs met het meest beklagenswaardige dier. Pas door de liefdevolle zorg van de ouders wordt een kind mens.
Hoofdstuk 123: Samaritanen zoeken de Heer (9.2.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Hierop kwam Rafaël met de Farizeeën en de vier Indo-joden naar onze weetgierige Samaritanen toe en zei: 'Jullie willen zo heel graag begrijpen hoe het water en de vrije lichamen niet, zoals jullie zouden veronderstellen, van de aarde af kunnen vallen, maar aan de vaste bodem ervan blijven hangen?
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Begrijp goed wat ik jullie nu uitgelegd heb over de aarde; want wie God werkelijk wil kennen, moet Hem ook kennen in de uiterst wijze inrichting van Zijn werken.
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Het arme volk wordt enerzijds met geweld en anderzijds door bedrog in allerlei blind bijgeloof gehouden en leeft en handelt volgens allerlei valse leren en instellingen, opdat de trage en zelf volkomen ongelovige machthebbers op kosten van het volk zich des te meer kunnen verlustigen en vetmesten.
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Leer God dus altijd overeenkomstig de volle waarheid kennen in Zijn werken, zoals ze zijn, en in de meer dan wijze inrichtingen ervan, dan zal er onder jullie geen domheid en nog minder de slechtheid daarvan vaste voet kunnen krijgen! Ik leg jullie nu dan ook de voor jullie zichtbare werken Gods uit, opdat jullie in alle opzichten het volle licht zullen hebben. Onthoud het en bewaar het getrouwen laat het schijnen voor jullie treurige broeders en zusters! Want als dit licht eenmaal weer minder zal worden onder de mensen, zal ook het aloude heidendom opnieuw en nog erger opstaan dan ooit tevoren. Onthouden jullie dat allemaal goed!'
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als je alleen maar Zijn werkelijk verheven, heerlijke menselijke gestalte met de juiste aandacht bekijkt, kun je er geen moment meer aan twijfelen dat er in zo'n edele menselijke vorm, zoals die nog nooit bestaan heeft, een geest moet wonen aan wie alles mogelijk is wat Hij maar wil. Wie van ons heeft de moed om Hem te naderen en Hem aan te spreken? Ik, als zondig mens, heb die niet -en jullie vast nog minder!'
Hoofdstuk 126: De Samaritanen bewonderen de verschijning van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De zeven Farizeeën vonden het echter toch wat merkwaardig en de schriftgeleerde zei: 'Heer en Meester, U hebt als enige zeker het onbetwistbare recht om de mensen wetten te geven, en ze volgens Uw welbehagen ook weer op te heffen! Maar toch staat er ook geschreven, dat degene die aan één wet wrikt, zich aan de hele wet vergrijpt; Want de ene wet is de grondslag van de andere wet en derhalve ook van alle wetten. - Hoe moet men dat opvatten?'
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: ' Als jullie er geen gewetenskwestie van hebben gemaakt om bijna alle instellingen van Mozes op te heffen en jullie wereldzuchtige en zelfzuchtige wetten daarvoor in de plaats te stellen - terwijl jullie toch nooit Heer en Meester waren, die alle macht in de hemel en op aarde bezit - hoe kunnen jullie Mij nu dan vragen of er niet aan de wet gewrikt wordt, als Ik jullie aanraad en toesta om in geval van nood onder bepaalde voorwaarden voor de bereiding het vlees te eten van andere dieren, waarvan Mozes de Joden niet toegestaan heeft ze te eten?!
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Maar Ik heb toch niet gezegd dat jullie het zo moeten doen, maar alleen dat jullie het in geval van nood zo en zo kunnen doen, en daarmee heb Ik geen instelling van Mozes opgeheven.
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Als jullie Mijn leerlingen willen zijn, laat jullie harten dan in het vervolg niet meer door zulke onzinnige gedachten bekruipen en uiteindelijk zelfs helemaal gevangen nemen!'
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Natuurlijk zal het onze rabbi's niet erg aanstaan en ze zullen hun hoofd schudden, omdat zij leren dat een echte orthodoxe Jood eerder van honger moet omkomen dan zich te verzadigen met een spijs die volgens Mozes niet door God gezegend is. Maar door deze woorden van de Heer zal de oude onzin moeten wijken voor het meest zuivere inzicht, dat als een ochtendzon uit deze woorden oplicht, en iedere verstandige Samaritaan zal daarom de liefde en wijsheid van de Heer zijn leven lang prijzen.
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De bedienden zeiden: 'Dat hebben wij in opdracht van onze waard gedaan, en jullie kunnen het maal zonder zorgen eten; want ook jullie worden hier als vrije gasten gastvrij behandeld.'
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] En hij gaf hun vriendelijk ten antwoord (Kisjonah): 'Eten en drinken jullie maar, mijn beste vrienden, en wees blij en geheel onbezorgd!'
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Tijdens de maaltijd werd er weinig gesproken; maar toen de maaltijd ten einde liep en de Samaritanen zich maar bleven verbazen over de drie jongemannen aan onze tafel, omdat ze zagen dat die aanzienlijk veel meer van de spijzen aten dan wij, zei hun woordvoerder: 'Jullie zijn allemaal even verbaasd als ik over de grote eetlust van de drie jongemannen aan de tafel van de Heer; maar ik heb toch iets opgemerkt, wat jullie geen van allen misschien zo is opgevallen als mij. Kijk, wat mij zo opviel was, dat iedere spijs welke die drie naar hun mond brachten, reeds voor hun mond zodanig oploste en vervluchtigde, dat er zelfs niet het kleinste kruimeltje in de mond van de drie jongemannen terechtkwam.
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik heb dat helder en duidelijk gezien en ik vermoed, dat de drie jongemannen als zeer buitengewone geestelijke wezens door de in hen wonende macht het materiële voedsel voor het lichaam eerst in zijn geestelijke element omzetten en het dan pas in zich opnemen en op de een of andere bij hen passende wijze met hun wezen verenigen.Want kijk maar eens: voor de andere gasten liggen op hun schalen de niet opgegeten, afgeknaagde lams en kalfsbotten; maar bij die drie zien jullie daar niets van, hoewel ze verschillende keren grote stukken met botten erin, zowel van de lammeren als van de goed gebraden kalveren, naar hun mond hebben gebracht.
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515  ...