10915 resultaten - Pagina 502 van 728
... 490 - 491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 ...
[11] Gaan we echter het dorp in, dan zullen we nog huisvaders aantreffen, niet zelden vreedzame buren, die elkaar niet met 'weledele heer' of 'heer van...' aanspreken. Wat is dan te prefereren; dat de ene boer tegen de ander zegt: 'broeder' of dat in de stad een minder bemiddelde een iets meer bemiddelde met 'weledele heer' of 'heer van...' en dergelijke aanspreekt?Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Aangezien echter zowel de man als de vrouw op dit gebied vaker een sterke behoefte voelen om zich te bevredigen, waarbij men zich toch niet telkens kan verplichten om een kind te verwekken, zou het dan indruisen tegen het recht om zijn verstand te gebruiken en middelen te bedenken waarmee de bevrediging van deze drang bereikt kan worden, hetzij door de loze bijslaap met vrouwen, door zelfbevrediging of desnoods door de zogenaamde knapenschending? Want de mens onderscheidt zich immers juist van het dier doordat hij deze meest natuurlijke drift langs andere wegen kan bevredigen dan enkel langs die waarop hij door de ruwe natuur is aangewezen. Bijgevolg zijn heel in het bijzonder de goedgeconditioneerde bordelen en dergelijke instellingen meer te rechtvaardigen en kunnen deze het menselijk verstand geenszins tot oneer, maar toch alleen tot eer strekken!?
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Neem het volgende geval: een man van stand heeft voor de bevrediging van zijn behoeften de keuze tussen twee vrouwspersonen; de ene is een smoezelige, ordinaire boerenmeid, de andere echter is als dochter uit een familie van aanzien een goed opgevoed, keurig gekleed, lichamelijk gaaf en welig gevormd, aantrekkelijk meisje. Vraag: wie zal de ontwikkelde man kiezen? Het antwoord zal niet veel hoofdbrekens kosten; zeker nummer 2, want van nummer 1 zal hij een afkeer hebben. Zo dient in dit geval de verfijning ook duidelijk het doel, omdat de mens daarmee te kennen geeft dat hij een hoger wezen is dat het volle vermogen en de kracht in zich heeft om al wat onaangenaam en smerig is te zuiveren en aangenamer te maken.
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Daaruit volgt echter dat niet alleen de zogenaamde foutief omschreven 'ontucht', die men eerder 'genotzucht' zou kunnen noemen, in de rij van de door ons te behandelen zonden thuis hoort, maar elke vorm van genotzucht, hoe dan ook. Maar het moet vooral als zonde van onkuisheid worden beschouwd, als een man de toch al zwakke vrouw egoïstisch tot zijn lustobject maakt. Een kort vervolg zal ons deze zaak nog helderder voor ogen stellen.
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] De zelfzucht is echter nergens smadelijker dan juist bij de daad waarbij het om de voortplanting van een mens gaat. Waarom dan wel? De oorzaak ligt voor de hand. Zoals de grond en zoals het zaad is, zo wordt ook de vrucht. Is goddelijke liefde, dus kuisheid, het zaad, dan zal er ook een goddelijke vrucht tevoorschijn komen; maar is eigenliefde, zelfzucht en genotzucht, dus de onkuise toestand van het gemoed, het zaad, welke vrucht zal daar dan uit voortkomen?
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Opdat de zaak voor ons echter volkomen duidelijk mag worden, moeten we ons ook wat meer met het begrip 'onkuisheid' vertrouwd maken. Wat is kuisheid en wat is onkuisheid? Kuisheid is die gemoedstoestand van de mens waarin hij vrij is van iedere zelfzucht, of waarin hij gezuiverd is van elke smet der eigenliefde. Onkuisheid is die gemoedstoestand, waarin de mens enkel aan zichzelf denkt, voor zichzelf handelt en zijn naaste, vooral waar het zijn vrouw betreft, helemaal vergeet.
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] We weten echter dat de mens tot twee soorten liefde in staat is, namelijk tot goddelijke liefde, die tegen iedere eigenliefde ingaat, en tot eigenliefde, die tegen elke goddelijke liefde ingaat.
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] We zien nu echter uit deze beschouwing dat we met de uitleg van ons zesde gebod geen stap meer verder komen. Wat zullen we nu doen om uit dit gebod de diepste betekenis te kunnen afleiden? Ik zeg jullie vooraf dat het niet zo eenvoudig is als men zou denken. Ja, ik zeg:
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] We hebben tot nu toe duidelijk uitgelegd wat men eventueel onder onkuisheid zou kunnen verstaan. Aangezien alles echter op de geslachtsdaad wijst, kan men dan ook de tot nu toe aan ons bekende vorm van onkuisheid onmogelijk als door deze wet verboden beschouwen.
Hoofdstuk 80: Over tweeërlei liefdes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wanneer echter al een arrestant zeker geen groot genoegen schept in zijn arrest, dan zal de absolute geest toch des te minder een hartstochtelijk verlangen koesteren om zich met zijn meest vrije wezen voor altijd aan de grove materie te binden om daarin zijn vermaak te vinden. In deze zin is dus een onkuisheid bedrijvende geest toch zeker de grootste onzin die een mens ooit kan uitspreken. Nu is dus de vraag: wat is dan onkuisheid en wie mag geen onkuisheid bedrijven, nu we hebben gezien dat zowel het lichaam alsook de ziel en de geest op zich geen onkuisheid kunnen bedrijven, zoals wij ze tot nu toe kennen?
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Wanneer men het echter de mens enerzijds onmogelijk kwalijk kan nemen dat hij de aardbodem op de meest veelsoortige manieren cultiveert, ofschoon dit op zich absoluut geen ander doel heeft dan aangenamer en gemakkelijker van de aardse dingen te kunnen genieten, dan zal de mens toch anderzijds ook een meer verfijnd genot bij de voortplantingsdaad geenszins als iets verkeerds kunnen worden aangerekend, omdat anders zelfs de meest ontwikkelde mens zich bij deze daad niet in het minst van het dier zou onderscheiden. Dus ook deze neiging van de mens moet op een meer veredelde en geraffineerde wijze bevredigd kunnen worden, en wel om dezelfde reden waarom men gerieflijke huizen bouwt, soepele kleding maakt, smakelijke spijzen bereidt en dergelijke geneugten meer.
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Men zou nu kunnen zeggen, omdat er in het zesde gebod alleen maar staat: 'Gij zult geen onkuisheid plegen', dat de hoererij niet als verboden kan worden beschouwd, want in het zesde gebod staat nergens: gij zult geen hoererij plegen. Ik zeg echter: wat is hoererij, van welke aard zij ook zijn mag, geestelijk of vleselijk? Zij is in zekere zin een aanvaarding van het kwaad en wel op de volgende manier: men stapt al filosoferend over een eventuele zondigheid heen en plaatst alle verschijnselen daarvan in het gebied van 'natuurlijke behoeften'. Wanneer iemand in zichzelf de behoefte heeft om een verlangen te bevredigen, dan doet die mens met zijn verstandelijke en creatieve vermogen toch slechts iets lofwaardigs en nuttigs, als hij voor alle behoeften die zijn natuur verlangt middelen vindt waarmee aan dat verlangen kan worden voldaan. Een dier moet zijn behoeften weliswaar op een primitieve, instinctmatige manier bevredigen omdat het geen verstand, geen begrip en geen creativiteitsgeest bezit, maar de mens verheft zich nu juist boven het gewoon natuurlijk dierlijke, omdat alleen hij op een verfijnde manier aan alle eisen van zijn natuur kan voldoen. Daarom zegt het verstand van de cultuurmens:
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Als dit nu echter duidelijk bewezen is, dan is de vraag: hoe en op welke wijze kan de absolute geest dan onkuisheid bedrijven? Kan een geest vleselijke begeerten hebben? Ik denk dat er nauwelijks een grotere tegenspraak zal zijn, dan wanneer iemand zich in alle ernst een 'vleselijke geest' zou willen voorstellen, die noodgedwongen materieel zou moeten zijn om zelf grof materiële begeerten in zich te hebben.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Hoe gedragen zulke wezens zich echter in het hiernamaals ten opzichte van zalig levende geesten? Niet anders dan als echte sukkels, dus als geestelijke krankzinnigen, die op alle mogelijke manieren ook nog misvormd zijn, zodat er van een menselijke gestalte vaak geen spoor meer te ontdekken valt. Deze wezens zijn in de geestenwereld wat hun handelwijze betreft evenmin toerekeningsvatbaar als de krankzinnigen bij jullie op aarde. Daaruit volgt dus, dat niet de ziel op zich, maar slechts de ziel in het bezit van de geest, want alleen daarin woont de vrije wil, toerekeningsvatbaar is; dus in wezen alleen de geest.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Kijk, precies zo is het gesteld met de ziel zonder de geest. En deze aangehaalde krankzinnigen hebben nu juist ook alleen maar een zielenleven; dat wil zeggen dat er in hun ziel ofwel een te zwakke of vaak ook helemaal geen geest aanwezig is. Om echter te zien dat zoiets werkelijk het geval is, hoeven jullie niets anders te doen dan een blik te werpen in de wereld van de duistere geesten. Wat zijn zij? Zij zijn na de dood voortlevende zielen die tijdens hun aardse leven op de lichtzinnigste en vaak kwaadwilligste wijze hun geest in zichzelf zozeer verzwakt en onderdrukt hebben dat deze in zo'n toestand nauwelijks in staat is om hun de meest karig toegemeten levensimpuls te verschaffen, waarbij echter alle levensvoordelen niet zelden op de eeuwige achtergrond moeten blijven!
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)