Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 503 van 1490

...  491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516  ...
[5] Maar kijk nu intussen ook naar de oude aarde! Zie hoe er uit de nieuwe aarde in steeds dichtere stromen lichten naar beneden zweven naar de oude aarde, en deze zo doen ontbranden, dat die in vuur en vlam lijkt te staan! Daar zien jullie heel veel doden als het ware uit hun graven komen en naar het licht toegaan; zie hoe ze ook weldra bekleed worden met het kleed van de waarheid en vervolgens omhoog zweven naar het rijk van de nieuwe aarde.
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Deze laatstgenoemden zullen namelijk weer, net zoals het in de oertijden van de mensen op deze aarde was, zichtbaar met de mensen op aarde omgaan. Maar voordat dat zal gebeuren, zal ook de natuurlijke aarde zeer ingrijpende veranderingen ondergaan. Grote landen en rijken, die nu nog door de grote en diepe zee bedekt worden, zullen als zeer vruchtbare bodem opgeheven worden, en heel veel nu nog hoge bergen zullen verlaagd worden; hun afgebrokkelde toppen zullen zeer veel diepe kloven en dalen opvullen en vruchtbaar land vormen.
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Er zullen op de nieuwe, gelukkige aarde ook huwelijken gesloten worden, maar zoals dat in de hemel gebeurt volgens Mijn orde, en er zullen ook grote aantallen kinderen verwekt worden, maar niet langs de weg van pure wellust, maar langs de weg van de ware liefdesernst, en dat tot aan het einde van alle tijden van deze aarde.
Hoofdstuk 48: Over het duizendjarige rijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Kijk eens naar die veldbloemen en lelies! In al zijn luister was Salomo niet zo prachtig gekleed als zij. En wie zorgt er voor hun kleed? Daarom zijn al dergelijke zorgen van jullie vruchteloos, en nog vruchtelozer de zorgen om het toekomstige volledige einde der tijden van deze aarde! Hebben jullie Mij nu allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Allen behalve Judas Iskariot beaamden dat. Deze meende dat het hem niet helemaal duidelijk was geworden, wat Ik daar op de berg over het laatste gericht van de heidenen voorspeld had.
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Terwijl wij ons daar op die heuvel nog een tijd lang vermaakten, zagen wij allemaal Maria van Magdala naar de herberg van Lazarus komen, en ze begon ook onmiddellijk bij zijn dienaren naar Mij te informeren. Deze zeiden haar evenwel dat ze moest wachten tot Ik zou terugkeren; toen ze ons echter al gauw duidelijk opmerkte op de heuvel, liet zij zich niet tegenhouden en liep haastig naar ons toe.
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Als jij arm zou zijn aan aards bezit, zouden we jou koninklijk belonen; maar aangezien je toch al zeer rijkelijk voorzien bent van de goederen van deze aarde, kunnen wij tegenoverjou onze dankbaarheid op geen andere wijze uitdrukken dan met onze vriendelijke, welgemeende en ongeveinsde woorden, zoals die in ons hart opgekomen zijn, en jij zult een dergelijke dankbaarheid, die wij aanjou verplicht zijn, toch niet van de hand wijzen?'
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar ten eerste wist ik niet dat de Heer zich hier ophield met zijn trouwe leerlingen; ik wist echter wel dat deze herberg een van de beste van heel Jeruzalem is. En omdat deze gewoonlijk door vreemdelingen wordt bezocht heb ik u hierheen gebracht, toen u mij in een straat van de stad aanhield en naar een goede herberg vroeg; daarom dien ik menselijkerwijze alleen aanspraak te maken op uw dank, die mij als gids naar een goede herberg toekomt. Maar voor het feit dat u hier de hoogste genade van de, Heer hebt ontvangen komt mij werkelijk geen enkele dank toe, aangezien het onmogelijk mijn bedoeling kon zijn om u die hier te bezorgen; ik kon er immers zelf geen vermoeden van hebben, dat u hier een dergelijke genade zou ontvangen. Geef daarom alle dank en alle eer alleen aan de Heer, en denk dus niet aan mij, wat ik u zelfs dringend verzoek!'
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Maar Ik zeg nu bij deze gelegenheid tegen jullie allen: jullie moeten weliswaar geen dank en eer zoeken bij de mensen aan wie jullie in Mijn naam iets goeds gedaan zullen hebben, zoals Ikzelf dat ook niet zoek bij de mensen, omdat Hij, die in Mij woont, Mijn allerhoogste eer is; maar als de mensen jullie voor de in Mijn naam bewezen hoogste levensweldaden te schande zullen maken en met ondank zullen bejegenen, dan zal Ik hun dat zo aanrekenen alsof ze het Mijzelf hadden aangedaan! Want wie de echte leerling, die Ik opgewekt heb, niet eert en hem in Mijn naam niet dankbaar is, die eert ook Mij, de Heer en Meester niet en is Mij ook niet dankbaar voor de aan hem bewezen genade.
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Maar wee de valse leerlingen en profeten die zich net als de Farizeeën en hogepriesters door de mensen zullen laten eren en dat zelfs wettelijk van de mensen zullen verlangen! Waarlijk, die zullen als dieven en rovers beschouwd worden en eenmaal voor de ogen van alle engelen te schande gemaakt worden! Hoe meer eer ze voor zichzelf in deze wereld zullen opeisen, des te meer van de ergste schande zullen ze eenmaal te verwachten hebben.
Hoofdstuk 50: De dankbaarheid van de Romeinen tegenover Maria van Magdala - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar deze boze en volkomen helse toestand onder de mensen zal het gericht zijn, dat ze zelf zullen veroorzaken. Het enorme aantal armen en verdrukten zal zich uiteindelijk boven hun uiterst hoogmoedige verdrukkers verheffen en korte metten met hen maken, en dat zal een tweede zondvloed zijn door middel van het vuur van de tenslotte te erg en zwaar verdrukte armen.
Hoofdstuk 51: De komende gerichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik merkte dat echter en zei tegen hen: 'Waarom ergeren jullie je daar eigenlijk over? Ik ben al lange tijd bij jullie; jullie hebben Mij een dergelijke liefde nog nooit betoond en Ik heb die ook niet van jullie verlangd. Maar Ik zeg jullie nu ook: waar Mijn evangelie ook aan de mensen verkondigd wordt, moet deze Maria ook duidelijk vermeld worden; want zij heeft Mij een grote liefdesdienst bewezen. Onthouden jullie dat ook! Jij, Maria, sta nu weer op en wees verzekerd van Mijn volle liefde en genade!'
Hoofdstuk 52: Maria van Magdala en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Agricola zei, uit liefde voor Mij helemaal tot tranen toe geroerd: 'O Heer en Meester, dat zal zeker mijn voornaamste en grootste zorg zijn en ik hoop dat alles mij met Uw hulp juist en goed zal lukken! Maar verlaat mij nooit en laat geen te zware verzoekingen over mij en mijn huis komen! Ik ken nu weliswaar mijn door U geschonken kracht heel goed; maar ik ken ook mijn oude, hoogst eigen zwakheden. Als dan deze of gene zwakheid mij af en toe bijna zou doen vallen, - O Heer, grijp mij dan en sterk mijn wil, opdat ik overeind blijf en niet val! ,
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Toen we langs de muur van de stad trokken, zei de herbergier uit het dal, die ook met ons mee naar huis ging, evenals de waard van de herberg aan de grote heerweg niet ver van Bethlehem: 'Heer, kijk eens naar deze verschrikkelijk sterke muren van de stad! Hoe kunnen die met menselijke kracht verwoest worden?'
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Wat door handen van mensen gemaakt is, kan er ook door verwoest worden. Want de mensen zijn over het algemeen bedrevener in het vernietigen dan in het maken, en zo zullen ze te zijner tijd ook deze sterke muren de baas worden. Ik zeg jullie: niet één steen zal op de andere gelaten worden! Over een paar eeuwen zullen de mensen de plaats zoeken waar nu nog de tempel staat, en ze zullen die niet vinden.
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516  ...