Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 503 van 1112

...  491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516  ...
[2] Kijk, hier op deze heuvel, die helemaal kaal en woest is, staat nog een oude vijgenboom die al meer dan dertig jaar verdord is! Toentertijd ontlaadde zich hier een geweldig onweer, de regen viel in stromen uit de wolken neer op de aarde en spoelde de toch al schaarse aarde weg van de rotsachtige bodem, en zo verdorden weldra gras en bomen, omdat ze niet meer gevoed konden worden.
Hoofdstuk 103: Een wonder met symbolische betekenis voor de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Dat maakte onze heidense priesters helemaal stom van louter verbazing; Want ze merkten nu pas echt duidelijk wie ze in Mij voor zich hadden.
Hoofdstuk 104: De leerling Andréas spreekt over de werken en woorden van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] In Hem woont het Oerzijn van alle zijn, de oerkracht van alle krachten, de oermacht van alle machten, het helderste Zelfbewustzijn van al het bewustzijn van alle schepselen in de hele eeuwige oneindigheid, die vervuld is van Zijn werken, en zo woont in Hem dan ook de hoogste en eeuwig ondoorgrondelijke wijsheid. En kijk, dit alles geloof ik niet alleen maar zoals een mens gewoonlijk een vernomen waarheid pleegt te geloven -want behalve dat hij het gelooft, vorst hij het met zijn verstand toch nog na en vraagt zich af, of die grote waarheid ook wel in de volledige samenhang van haar onderdelen volledig is en hoe men zich daar volkomen van zou kunnen overtuigen -maar ik ben van al die dingen volkomen en ten volle overtuigd en ben bereid voor die volkomen en diepe overtuiging mijn leven te geven!'
Hoofdstuk 104: De leerling Andréas spreekt over de werken en woorden van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Maar nu wil Ik dat het geestelijke zich met materie omhult, en daar zien jullie al allerlei spijzen en de beste wijn, en nu kunnen jullie ervan eten en de wijn drinken!'
Hoofdstuk 105: Het wonderbaarlijke ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Nu wisten de priesters helemaal niet meer wat ze moesten denken, en ze putten zich uit in het lofprijzen en eren van Mijn naam.
Hoofdstuk 105: Het wonderbaarlijke ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Toen de waard dat van Mij had gehoord, zette hij zijn nieuwsgierigheid van zich af en was zo ook helemaal tevreden.
Hoofdstuk 105: Het wonderbaarlijke ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Dat zou Ik natuurlijk wel kunnen doen, maar daardoor zou jullie werk voor Mij en Mijn rijk op deze aarde niet gemakkelijker, maar alleen veel moeilijker worden; want een erg verstokt en buitengewoon verduisterd gemoed en de vrije wil van de mensen laten zich niet zo gemakkelijk door nieuwe tekenen en wonderen breken als jullie denken. Want als Mijn tekenen die Ik in Jeruzalem heb gedaan, dat zouden kunnen bewerkstelligen, zouden alle Farizeeën en schriftgeleerden samen met de hogepriester reeds bij Mij zijn en zouden ze Mijn leerlingen zijn; maar ze zijn te zeer verduisterd en verstokt, en haten en vervolgen Mij overal als een opruier en verleider van het volk.
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik zou ook de tempel en hun drogmiddelen* (*nl. van de Farizeeën en schriftgeleerden.) in één ogenblik kunnen vernietigen; maar dat zou de duistere en verstokte mensen niet in het minst verbeteren, maar hen nog hardnekkiger maken in hun grote boosaardigheid. En daarom laat Ik de tempel nog een poos staan en laat Ik de trots en de heerszucht van degenen die daar wonen en van hun vereerders zover komen, dat zij zich tegen Rome zullen richten, en dat zal het einde zijn van Jeruzalem, zijn tempel en zijn inwoners.
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Bedenk dat jullie heidendom weliswaar een oude, vermolmde en levenloze boom is -maar hij heeft toch nog wel zoveel stevige houten gedeelten en bijna versteende wortels, dat hij zich niet direct met één bijlslag laat vellen; maar mettertijd, met de juiste wijsheid, geduld en volharding zal hij onder de vele slagen met de bijl toch moeten wijken. De scherpe bijl, die Ik jullie nu geef, heet wijsheid; voor deze bijl zal uiteindelijk zelfs het meest duistere en harde verzet moeten wijken.
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen de priesters deze aanwijzing van Mij ontvingen werden ze heel blij, bedankten Mij daarvoor, stonden op van hun tafel behalve een van hen, die een soort opperpriester was; ze gingen naar hun kamer die zich, zoals reeds meegedeeld, op dat moment ook in het huis van de waard bevond, dat groot Was en stevig gebouwd, en ze overlegden onder elkaar hoe ze deze zaak zouden aanpakken, om hem zo rustig en goed mogelijk te laten verlopen.
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De commandant zei: 'Ik zal alles voor jullie doen wat de Heer en Meester over alles goed zal vinden -maar Hij moet Zich er eerst genadig over uitspreken wat helemaal juist is om te doen; want óns willen moet van nu af aan Zijn willen in ons zijn!'
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Ieder mens draagt dus zijn eigen toekomstige rechter al in zich. Dat zij jou tot een richtlijn, Mijn vriend Pellagius!'
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Toen we bij deze heuvel kwamen verwonderden allen zich en de waard en de Romeinse priester zeiden: ' Zie nu toch eens hoe ver de goddelijke kracht en macht in al zijn volheid reikt! Dat het oosten van de stad door Uw machtwoord, o Heer, groen werd, dat hebben wij vanmorgen gezien; maar . dat U, o Heer, ook ons nog ruwere en kalere westen met Uw macht hebt bedacht, daarvoor zij U nu nogmaals onze dank gebracht!
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Nu is door Uw overgrote goedheid en genade, o Heer, ook dit dorre en woeste gedeelte buiten onze stad, die overigens zeer aanzienlijk is, in vruchtbaar land veranderd, en onze kudden, die nu erg klein zijn en die wij alleen in de lager gelegen dalen in stand konden houden, zullen hier in deze hoger gelegen streken ruim voldoende voer kunnen vinden en zich ook weldra aanzienlijk kunnen vermeerderen, waardoor wij in staat zullen zijn de armen en ook de vreemdelingen meer weldaden te bewijzen dan tot nu toe mogelijk was.
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Kijk, deze hele streek is erg arm aan water en heeft maar heel weinig goede waterbronnen! Maar voor U is alles mogelijk! Zou U deze streek niet ook van verschillende goede, zuivere waterbronnen willen voorzien?'
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  491 - 492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516  ...