Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 504 van 1088

...  492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517  ...
[8] Allen die aan Mijn tafel zaten gaven er echter de voorkeur aan om net als Ik tot de ochtend aan tafel te blijven; alleen de Joden bleven niet aan hun tafel, maar begaven zich naar hun oude kamers, die nu echter ook helemaal veranderd' waren. We lieten de lampen de hele nacht door branden en de vertrekken verlichten, opdat enkele nieuwsgierigen, die het toch gewaagd had den in de nacht heel zachtjes dicht naar het huis van de joden te gaan om van enige afstand af te luisteren wat er in het huis gaande was, bang zouden worden. Maar toen ze de lichten gewaar werden, durfden ze het huis niet te naderen, uit vrees door de commandant zelf of door een van zijn dienaren ontdekt en daarna bestraft te worden.
Hoofdstuk 62: Het rumoer voor het huis van de Joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Wij gingen echter naar buiten naar een heuvel buiten deze burcht, die nog hoger .was dan die waar de burcht op stond en waar we naar alle kanten een prachtig uitzicht hadden. Men overzag vandaar ook een groot deel van het dal van de Jordaan -en aan de andere kant in oostelijke richting in de verre vlakten van de Eufraat - een groot aantal bergen en omliggende plaatsen. Van hieruit kon men tot Jeruzalem kijken; maar deze keer was die streek helemaal m een dichte ochtendnevel gehuld, zodat men niets kon onderscheiden van de plaatsen van Judea.
Hoofdstuk 64: Hoe men bijgelovige heidenen dient te onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Ja, vriend, zo is het ook; daarom zullen ook velen in de zeer dichte nevel van hun dwalingen en de daaruit voortkomende zonden van allerlei aard de dood vinden. Maar laten we nu dergelijke beschouwingen terzijde laten en onze ogen naar de opgang van de zon wenden; want er zal vandaag weer een prachtige zonsopgang te zien zijn! Daarom zullen we nu allemaal even rusten en van de zonsopgang genieten!'
Hoofdstuk 64: Hoe men bijgelovige heidenen dient te onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Daarop werden allen rustig en genoten van de mooie, voortdurend wisselende taferelen van de ochtend; want in deze streek is de ochtend altijd veel prachtiger vanwege de verre gezichtseinder naar het oosten; daar plegen zich voor zonsopgang bijzonder veel zeldzame meteoren te ontwikkelen, waarvan de oorzaak in natuurlijk opzicht in de uitgestrekte vulkanische bodem gezocht moet worden. De bijgelovige heidenen en volkeren van die streken hielden dergelijke verschijnselen voor de halfgoddelijke begeleiders van de godin Aurora, die steeds voor Apollo de weg bereidt* (* In de Griekse mythologie is het de godin Aurora (dageraad) , die de komst aankondigt van haar broeder Helios, de zonnegod. Later werd deze nogal eens gelijkgesteld aan Apollo, hoewel de deze laatste meer de god van het licht, en Helios die van de zon is.)
Hoofdstuk 64: Hoe men bijgelovige heidenen dient te onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Tijdens deze leerzame gelegenheid was de zon echter ook al helemaal boven de horizon geklommen, en er kwam een bode uit het huis om ons te zeggen dat het ochtendmaal klaar stond. Toen stonden wij op en begaven ons naar het huis.
Hoofdstuk 65: Over de manier van onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Ik zei: 'Laat deze man maar naar ons toekomen; want ook hij zal een instrument voor Mij worden!'
Hoofdstuk 65: Over de manier van onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De burgemeester ging direct bij de commandant zitten, pakte de beker aan en proefde de wijn eerst; toen hij volledig overtuigd raakte van de kwaliteit ervan, dronk hij de wijn uit de beker met flinke slokken en zei: 'Ik heb toch al menige druppel geproefd van de beste wijnen die ik ken; maar een betere dan deze is nog nooit over mijn lippen gevloeid! O commandant, u staat algemeen bekend als een in alle opzichten groot man en een held zonder weerga, die vanwege zijn daden door velen geroemd en geëerd wordt, maar vergeef mij dat ik hier een kleine opmerking maak: als dat het werk van II alleen is, dan bent u wel meer een god dan een mens! Want deze oude burcht in korte tijd zo koninklijk te herstellen zonder dat ik dat heb gemerkt, dat kan alleen voor goden mogelijk zijn, maar nooit voor mensen, al werken ze nog zo hard en hebben ze nog zoveel inzicht; want zelfs de beste en kundigste bouwlieden zouden met het herstellen van zo'n ruïne zeker meer dan tien jaar volop werk hebben gehad!'
Hoofdstuk 66: De burgemeester van Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Doe vandaag in Mijn naam alleen maar zoveel als je mogelijk is, dan zal de daaropvolgende dagje wel zeggen watje voor het bereiken van een edel doel verder te doen staat! Want zie, in deze meer dan grote, voor jullie mensen bestemde wereld kan men niets zo gemakkelijk over de knie breken als een oud vermolmd stuk hout; want als dat zo zou zijn, zou Ik nooit een lichaam van vlees en bloed hebben aangenomen en zou Ik nooit als mens naar jullie mensen toe gekomen zijn om Zelf met veel moeite en heel veel geduld jullie in de dingen van Mijn rijk te onderwijzen.
Hoofdstuk 68: Liefde en geduld, de twee grootste deugden van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Maar de commandant zei: 'Vriend, niet ik heb dat gedaan, maar enkel en alleen de Heer, voor wie -waar je je vandaag al voldoende van hebt kunnen overtuigen -alles mogelijk is - en zo zijn deze vissen ook een teken van Zijn goddelijke macht en heerlijkheid! Eet ze, en versterk je ermee naar je lichaam en in het hart van je ziel!'
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik zei: 'Daarom ben Ik naar jullie in deze wereld toe gekomen, om jullie de weg te tonen waarlangs jullie al voort wandelend die volmaaktheid in alle dingen zullen bereiken, die Ik onveranderlijk en van eeuwigheid af aan bezit. Ik ben alles in alles, en alles is in Mij en uit Mij! En zo zullen ook jullie als Mijn kinderen met Mij zijn!
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Ik zei: ' Als jullie je aandeel doen, zal ook Ik het Mijne doen! Maar verlang niet teveellevensblijheid, zolang jullie nog in het vlees zijn; want daardoor verdwaalt de ziel gemakkelijk in het wereldse en materiële en vindt dan de juiste weg naar het leven heel moeilijk meer in de juiste volmaaktheid.
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen de burgemeester nu goed inzag met wie hij in Mij te doen had, stond hij op, liep vol eerbied naar Mij toe en zei vol toewijding: 'Heer, Heer, U alleen bent Degene in wie ik met mijn hele huis van nu af aan zonder twijfel werkelijk zal geloven! Maar zegt U mij ook wat ik moet doen om te zorgen dat mijn geloof in korte tijd mogelijk ook in de harten van andere mensen zou kunnen overgaan! Want mijn gemoed is nu eenmaal zo, dat ik met datgene wat mij meer dan gelukkig en zalig en tevreden maakt, ook direct alle andere mensen even gelukkig en tevreden zou willen maken, wat echter met onze zwakke menselijke krachten natuurlijk dikwijls niet zo snel gaat als wij wensen en graag zouden zien. Maar U, o Heer, Heer, zijn alle middelen reeds sinds eeuwigheid volkomen bekend, en daarom kunt ook alleen U mij die bekend maken!'
Hoofdstuk 67: De commandant onderricht de burgemeester over de Heer (5.10.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Maar nu is voor deze plaats Mijn tijd ook gekomen, en Ik zal jullie nu verlaten en Mij naar een andere plaats begeven, waar ook veel doden zijn die Ik tot leven wil wekken. En jou, commandant, staat het nu vrij om Mij naar Golan te vergezellen.'
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] De commandant zei: 'O Heer en Meester, ik zou U nog wel verder willen vergezellen als U dat goedvindt want in deze herfsttijd heb ik daar wat mijn werk betreft nu ook de tijd voor; maar naar de plaatsen die onder mijn bevel staan vergezel ik U in ieder geval, omdat ik die toch al in ogenschouw moet nemen. Mijn onderofficieren gaan derhalve ook mee, evenals mijn dochter, en we kunnen dus wel op weg gaan!'
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen dat allemaal afgehandeld was, stonden we op van tafel en begaven ons op weg naar Golan. We maakten echter een kleine omweg buiten de stad om, om in de stad geen onnodig opzien te baren, en op die weg vergezelde ook de burgemeester ons; want ook hij wilde voorlopig de vele op hem wachtende vragenstellers vermijden. Aan de andere kant van de stad, op de weg naar Golan, had de burgemeester een oude vriend; die bezocht hij en hij nam dus afscheid van ons, en wij gingen onze weg rustig verder.
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  492 - 493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517  ...