Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 505 van 1110

...  493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518  ...
[12] Maar Ik zei heel ernstig: 'Luister eens, jij die het waagt om Mij, jouw Heer van eeuwigheid, te verzoeken! Mijn lichaam is nu ook een mens, behept met de behoeften van ieder mens in deze wereld; maar weet en begrijp dat de mens niet zozeer van het brood van deze aarde leeft, maar veeleer van ieder woord dat uit Gods mond komt! Ook voor jullie zou nu de overbrugging naar het eeuwige leven mogelijk zijn gemaakt; maar jullie zouden je nu beter zelf kunnen verdeemoedigen en Mij om vergeving van jullie zonden vragen, dan zouden jullie geholpen zijn!'
Hoofdstuk 134: De Heer vertelt over Zijn verzoeking in de woestijn (Matth. 4:1-11) De Heer in Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zei: 'Er bestaan weliswaar geen oergeschapen aartsduivels zoals jullie je die voorstellen - maar toch is alles in de materiële wereld in zijn oerelement zoveel als een oergeschapen aartsduivel, en daarom is het hetzelfde of men nu zegt dat men door de wereld of de materiële lusten van het vlees verzocht wordt, of door deze of gene aartsduivel; en wie zich door de wereld en zijn vlees te sterk gevangen laat nemen, diens ziel is dan ook een persoonlijke duivel en leeft na de dood van zijn lichaam verder in een constante verbinding met de slechte, nog ongegiste materiële geesten, en haar streven blijft dan evenals haar liefde boosaardig en ze tracht haar boosaardige liefde voortdurend te bevredigen.
Hoofdstuk 134: De Heer vertelt over Zijn verzoeking in de woestijn (Matth. 4:1-11) De Heer in Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Dat laatste is wel het geval, maar hij zal ons weldra achterna komen. Want hij is bijna een uur na ons vertrek in Kis aangekomen; hij kreeg te horen waar wij heen gereisd zijn, heeft direct een schip gehuurd en zal ons hier inhalen, nog voor er een uur voorbij zal zijn. Maar als hij komt, besteed dan niet veel aandacht aan hem, hoewel hij jullie veel zal willen vertellen. Zeg tegen hem: 'Bespaar jezelf onnodig gepraat; want de Heer weet alles!' Dan zal hij weldra stil worden.' ..
Hoofdstuk 135: Het vertrek van Kis naar Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zei: 'Wat Ik verdraag, moeten jullie ook verdragen! In deze wereld gaat het nu eenmaal niet anders! Het lichaam is voor de ziel ook een grote en vaak drukkende last; maar ze moet het toch verdragen, ook al wordt het, met name op hogere leeftijd, nog zo gebrekkig.
Hoofdstuk 135: Het vertrek van Kis naar Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Kijk eens naar een nog zo zorgvuldig verzorgd korenveld, of jullie tussen het koren helemaal geen onkruid zullen vinden. Zoals Ik de eerste verzoeker in de woestijn moest verdragen - en pas toen hij helemaal van Mij week, kwamen er engelen naar Mij toe die Mijn lichaam sterkten - moeten we nu aan het einde van Mijn aardse tijd ook de tweede verzoeker verdragen.
Hoofdstuk 135: Het vertrek van Kis naar Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik heb jullie immers bij een bepaalde gelegenheid al eens duidelijk gezegd dat een van jullie een duivel is, en jullie hebben in jezelf wel begrepen wie Ik bedoeld heb. Maar toch heb Ik daarom nooit tegen hem gezegd dat hij weg moet gaan; want ook de duivel heeft zijn vrije wil, die hem niet wordt afgenomen.Als hij met ons mee wil gaan, staat hem dat vrij; als hij echter weg wil blijven, dan kan hij wegblijven. Maar of hij nu weggaat of blijft, wij zullen hem niet met lede ogen aankijken.'
Hoofdstuk 135: Het vertrek van Kis naar Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'Als je dan in Jezus van Nazareth gelooft, en dat in Hem de volheid van Gods geest lichamelijk woont, keer dan nu rustig naar je vissers terug en werp jullie net nog een keer in het water; en als jullie dan een rijke vangst hebben gedaan, zal je wel een licht opgaan, waaruit je gemakkelijk kunt opmaken wie Ik ben, en dan zul je vandaag nog naar Mij toe komen en je door Mij met de geest der waarheid en des levens laten dopen. Maar vraag nu niet verder, maar doe wat Ik je heb aangeraden!'
Hoofdstuk 136: De Heer en de arme visser - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Toen ze met hun rijke buit thuis aankwamen en hun verwanten zagen met wat voor grote hoeveelheid vissen ze thuis waren gekomen, kwam er geen eind aan de verbazing. En de verwanten zeiden: 'Luister, zoveel vissen, en voor het merendeel enkel edele vissen, hebben jullie zelfs in de meest gunstige tijd nog nooit gevangen! Er moet een wonder voor jullie zijn gedaan door een of ander vroom en God zeer welgevallig mens, zoals er nu verschillende schijnen te zijn, sinds de grote Heiland uit Nazareth rondtrekt en met goddelijke kracht en stem de mensen de waarheid leert!'
Hoofdstuk 136: De Heer en de arme visser - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Maar omdat ik volkomen zonder enige twijfel geloof dat het met Jezus uit Nazareth inderdaad zo is, ga ik nu onverwijld op weg om snel naar Jesaïra te lopen, waar Hij persoonlijk verblijft bij de waard die jullie allemaal goed kennen vanwege zijn rechtschapenheid. Daar wil ik Hem voor de eerste keer persoonlijk nog beter leren kennen; en als ik terugkom, zal ik niets voor jullie verborgen houden.'
Hoofdstuk 136: De Heer en de arme visser - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Ik heb weliswaar een veel groter welbehagen aan jullie harten dan aan de vissen die jullie hier als offer voor Mij hebben meegebracht; maar daar waar het hart verenigd is met het offer, is het offer Mij ook aangenaam - laten we deze vissen dus vanavond met elkaar eten. Geef ze aan de waard, dan zal hij wel weten hoe ze klaargemaakt moeten worden!'
Hoofdstuk 137: Avondoverwegingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'Om de mensen een rustige zielenavond te verschaffen ben Ikzelf als Heer over leven en dood in deze wereld gekomen. Degene die in Mij gelooft en altijd volgens Mijn leer leeft en handelt en zodoende het rijk Gods in zichzelf zoekt, waar hij het ook ongetwijfeld zal vinden, diens ziel zal op deze aarde een nog veel rustiger en prachtiger levensavond hebben dan wij deze natuurlijke avond hier voor ons kunnen zien en voelen.
Hoofdstuk 137: Avondoverwegingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Als de mensen volgens Mijn leer weer zuiver en geestelijk worden, dan zullen ze ook weer in nauwere verbinding en contact treden met de geesten of zielen van mensen die deze wereld verlaten hebben; maar voor werelds ingestelde mensen kan een dergelijk contact trouwens geen nut hebben, omdat ze er niet in geloven en het dwaasheid noemen van degene die het waagt hen aan de mogelijkheid ervan te herinneren.
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Nu vroeg Ik alle aanwezigen, die de ster ook met een enigszins schuwe blik bekeken: 'Welnu, wat denken jullie van deze ster? Kennen jullie hem, of kennen jullie hem niet? Voor jou, Mijn leerling Andreas, zou deze ster toch niet onbekend moeten zijn, omdat jij immers een sterrenkundige bent.'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar de visser, die tevoren in een boot bij ons aan land was gekomen, zei: 'Luister, deze mens Jezus van Nazareth is niet zoals een profeet die alleen maar kan zeggen en doen wat hem door Gods geest gegeven en toegestaan wordt, maar Hij is iemand in wie de volheid van Gods geest, kracht en macht lichamelijk woont; want Hij zegt niet net zoals de profeten: 'De Heer heeft tot mij gesproken: 'Open je mond en verkondig het volk Mijn wil en spreek zo tot degenen die Mij vergeten zijn - en doe dit en dat!" Want onze Jezus zegt: 'Ik ben de Heer en jullie zijn allemaal broeders, en niemand, van jullie moet zich boven de ander verheffen!' En tegen de zieken zegt Hij: Ik wil het - wees genezen!', en dan wordt de zieke op hetzelfde ogenblik genezen. Wie blind was, ziet scherper dan een adelaar, en wie verlamd was, springt als een hert. En als Hij tegen een dode zegt: 'Sta op en wandel!', dan richt de dode zich vol nieuw leven op en wandelt opgewekt en blij rond.
Hoofdstuk 136: De Heer en de arme visser - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als de mensen zich net als jullie weer volledig van de wereld afwenden en weer in vol geloof en in alle liefde naar Mij terugkeren, zullen ze in Mij de rustige en zalige zielenavond vinden; maar zonder dat zal de zielenavond bij de mensen in de toekomst nog stormachtiger en verschrikkelijker worden dan iemand tot nu toe heeft meegemaakt en gevoeld. Want van nu af aan zullen de mensen niet meer kunnen zeggen: 'Wie heeft God ooit gezien en met Hem gesproken, en wie garandeert ons de volle waarheid van wat er in de Schrift geschreven staat?'; want Ik spreek nu voor iedereen goed herkenbaar en zichtbaar Zelf als de Heer tot de mensen en toon hun de waarheid van het leven, die de fundamentele waarheid van alle waarheid is. Wie die in zich heeft opgenomen, zal echt geen angst meer hebben voor de dood van zijn lichaam; want hij zal de dood zien noch voelen, ook al zou hij wat zijn lichaam betreft honderd keer moeten sterven.'
Hoofdstuk 137: Avondoverwegingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518  ...