Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 505 van 1088

...  493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518  ...
[2] De weg van Abila naar Golan is tamelijk moeizaam, en pas tegen de avond bereikten wij de genoemde plaats. Toen wij voor de poort van de stad kwamen, troffen wij daar verscheidene Joden aan die in deze stad woonden en deze tijd benutten om een wandeling te maken; vanwege de sabbat hadden ze dat niet kunnen doen, omdat dat volgens de strenge verordeningen pas na zonsondergang toegestaan was.
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Nu zei de commandant: 'Deze keer is het jullie vergeven; maar vraag voortaan niet meer aan joden, ook als ze hier op een sabbat aankomen, waarom ze die dag niet op een passende manier vieren! Want als jullie dat in jullie blinde ijver nog eens doen, zal ik jullie daarvoor weten te tuchtigen; en ga nu verder, of keer weer terug naar jullie vervuilde huizen!'
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Daarop maakten de joden een diepe buiging voor de commandant en trokken zich vlug terug in de stad; want ze dachten bij zichzelf dat er binnen niet al te lange tijd misschien wel honderd soldaten de commandant zouden volgen en die wilden ze niet tegenkomen. Zij achtten het dus raadzamer om weer naar hun huizen terug te keren.
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zei: 'Vriend, aan de andere kant van de stad bevindt zich een joodse herberg; daar zullen we heengaan en de nacht doorbrengen. De dag van morgen zal ons wel duidelijk maken wat er verder gedaan moet worden. Laten we ons dus naar de genoemde joodse herberg begeven!'
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Toen wij voor deze herberg, die niet zo erg groot was, aankwamen en daar bleven staan, kwam de waard direct naar het voorportaal en vroeg ons wat we wensten.
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Nadat we ons met brood en wijn voldoende hadden verkwikt en onze waard spraakzamer was geworden, wendde hij zich tot Mij en zei: 'U lijkt mij ontegenzeglijk de heer en meester te zijn, bij wie -volgens de woorden van onze commandant en gebieder - ik en mijn hele huis ons heil zullen vinden en .het ook voor altijd zullen behouden en bewaren. Hoe zal dat gaan? U lijkt mij naar uw kleding te oordelen een Galileeƫr te zijn; hoezo en waarin bent u dan een heer en meester?'
Hoofdstuk 71: De Heer geneest de zieke vrouwen de twee dochters van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Alle drie kwamen ze dan ook onmiddellijk naar Mij toe en bedankten Mij van gans er harte voor hun genezing, wat ook de waard deed, die zich buitengewoon verwonderde over deze wonderlijke manier van genezen.
Hoofdstuk 71: De Heer geneest de zieke vrouwen de twee dochters van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Na een poosje zei hij tegen zijn vrouwen twee dochters (de waard): 'Aangezien jullie nu door deze wonderheer en meester genezen zijn, moeten jullie de dankbaarheid die je verschuldigd bent ook laten zien door aan het werk te gaan! Ga naar de keuken en maak voor allemaal een beter maal klaar dan ik hun kon aanbieden! Neem het beste uit de provisiekamer en maak het goed klaar!'
Hoofdstuk 72: De waard en zijn vrouw verbazen zich over de wondermacht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Daarop ging iedereen in de keuken aan de gang, en de waard kwam diep in gedachten weer naar ons toe in de eetzaal.
Hoofdstuk 72: De waard en zijn vrouw verbazen zich over de wondermacht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Valse profeten zullen dat wel doen, terwijl ze Mijn naam voeren; maar Ik zal nooit in zo'n rijk wonen en tronen. Kijk, zo staat het naar volle waarheid met het vestigen van Mijn rijk op deze aarde! -Heb je dat begrepen?'
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] De waard zei: 'Ja, o Heer en Meester, nu heb ik dat ook begrepen! Maar velen die aan de wereld hangen, zullen dat niet begrijpen en op een uiterlijk groots werelds rijk wachten; maar omdat zoiets volgens Uw zeggen nooit naar waarheid op aarde zal plaatsvinden, zullen velen ook in hun oude blindheid vol gericht en dood blijven.
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Na de maaltijd kwamen de vrouwen de kinderen naar Mij toe om Mij te bedanken voor de genade die Ik hun had bewezen.
Hoofdstuk 74: De waard en de commandant worden onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen de leerlingen die berisping van Mij hadden gehoord, beheersten ze zich en lieten de kinderen hun vreugde; en Ik prees de kinderen, legde hun Mijn handen op en liet ze toen gaan. Toen ging de vrouw met de kinderen weer naar de keuken, waar ze voor de volgende dag veel voor te bereiden hadden.
Hoofdstuk 74: De waard en de commandant worden onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik had dat nog maar nauwelijks gezegd, of de vrouw kwam weer vol blijdschap de eetzaal binnen en zei tegen de waard: 'Maar wat is er tijdens mijn zware ziekte, die een half jaar geduurd heeft, toch allemaal gebeurd, zonder dat ik ervan wist? De grote en de kleine provisiekamer zijn boordevol met allerlei soorten goed voedsel! Er zijn een grote hoeveelheid linzen, bonen, meel, olie, boomvruchten, grote druiven, verscheidene van de grootste potten met honing, gedroogde en gerookte vissen, en de broodmanden zijn vol met de mooiste broden; ook de kleinste provisiekamer zit tot de nok toe gevuld met melk, boter, kaas en verse eieren en nog andere dingen, met zout, goede kruiden en wortels. Wanneer is dat allemaal in de provisiekamers gekomen? Ik heb het de kinderen en de bedienden gevraagd, en die konden mij geen opheldering geven, maar ze dachten dat jij dat wel zou weten. Hoe, hoe is dat toch in z'n werk gegaan?'
Hoofdstuk 72: De waard en zijn vrouw verbazen zich over de wondermacht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik heb de waard nog tot midden in de nacht in verschillende dingen onderwezen, waar ook de commandant met zijn onderofficieren en Veronica met de grootste aandacht naar luisterden.
Hoofdstuk 74: De waard en de commandant worden onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  493 - 494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518  ...