Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 506 van 1037

...  494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519  ...
[5] Nu jullie dat weten, moeten jullie dus niet een werk naar de volgende dag verschuiven, als jullie het heel goed vandaag zouden kunnen doen!'
Hoofdstuk 224: De Heer waarschuwt tegen traagheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarop begon iedereen naar de lichte wolkjes in het oosten te kijken, die er helemaal rozerood uitzagen en steeds stralender werden, wat iedereen en met name de Apollopriesters zo goed beviel, dat zij haast begonnen waren de lofspreuken voor de god Apollo uit te spreken; maar ze hielden zich al gauw in en begonnen Mij te prijzen, en zeiden dat Ik de eigenlijke, ware, eeuwige Apollo was, die de zon evenals de maan en alle sterren op en onder liet gaan.
Hoofdstuk 224: De Heer waarschuwt tegen traagheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Net toen ik dit had gezegd, vloog er een grote vlucht kraanvogels in de lucht van het westen in oostelijke richting, en wel naar de moerassige gebieden van de rivier de Eufraat.
Hoofdstuk 226: Een ochtendgroet van de kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Kijk, zowel een mens als een dier bezitten naar buiten toe een sfeer die hen omringt, die voor het leven noodzakelijk en met hun ziel zeer verwant is. Veel mensen die heel eenvoudig leven, nemen vaak op een afstand van vele uren gaans waar dat een vriend die zij vroeger hebben gekend en die lang afwezig is geweest, naar hen toekomt, en ze kunnen zelfs de tijd vaststellen waarop deze vriend bij hen zal aankomen.
Hoofdstuk 226: Een ochtendgroet van de kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] In de eerste plaats toont hem dat jouw ver reikende uiterlijke levenssfeer, die hij door zijn sterke speurzin heel goed als die van jou herkent, hoewel die door talloze andere doorkruist wordt. En in de tweede plaats: wat drijft hem vervolgens naar jou toe? Niets anders dan zijn instinctmatige liefde en trouw voor jou. Dat hij zich echter niet in de weg vergist en heel goed weet of hij steeds dichter bij jou komt, dat weet hij door het steeds minder dicht of steeds dichter worden van jouw uitwendige levenssfeer, die jij in zekere zin uitstraalt.
Hoofdstuk 226: Een ochtendgroet van de kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Zie, Ik ben de Heer van alle schepselen in de hele oneindigheid en derhalve ook van die op deze aarde -en zo brengen deze kraanvogels Mij, zoals Ik je al heb gezegd, een ochtendgroet! En om het jou te bevestigen zullen de kraanvogels heel dicht bij ons komen, en op Mijn wenk zullen ze zich dan naar de vijver begeven die Ik gisteren door Mijn Rafaël voor jou heb geschapen; daar zullen ze een ochtendmaal nemen en zich voorzien van een watervoorraad, die zij nodig hebben om verder te vliegen.'
Hoofdstuk 226: Een ochtendgroet van de kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Ik had dit nog maar nauwelijks gezegd, of daar daalden ongeveer driehonderd veertig kraanvogels op de aarde neer, stelden zich in zekere zin in twee rijen om ons heen op en keken naar Mij. Spoedig daarna wenkte Ik deze dieren met Mijn hand naar de vijver; ze vlogen op en bevonden zich in een ommezien bij de vijver, en door hun gefluister toonden ze dat ze heel blij waren met het in de vijver aanwezige voedsel en ook met het schone water, waarmee ze hun inwendige waterzakken vulden.
Hoofdstuk 226: Een ochtendgroet van de kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Iedereen keek met groot genoegen naar dit schouwspel van de natuur en allen prezen ze Mijn liefde, wijsheid en macht.
Hoofdstuk 226: Een ochtendgroet van de kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Nu doe ik die in het water -ze bevinden zich al in het water, en je hoort onmiddellijk een eigenaardig geruis en gebruis in de zak. N u pakken we een droge blaas; we zullen die met de gemakkelijk opstijgende waterstof vullen en kijk, de ene blaas is al gevuld! Pak hem nu in je hand onderaan bij de opening, dan zul je direct merken hoe hij naar boven trekt; en laat hem nu los en kijk wat hij gaat doen!'
Hoofdstuk 227: Over de uiterlijke levenssfeer (de aura) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Rafaël zei: 'Kijk, iedere vogel is inwendig zo ingericht, dat hij uit de watervoorraad die hij tot zich heeft genomen evenveel zuivere waterstof maakt -wat op zichzelf een uiterst lichte en fijne soort lucht is -als hij nodig heeft om te vliegen, wat hij door het gevoel van zijn instinct tot op een haar nauwkeurig kan berekenen. Met die f~ne waterstof vult hij in een ogenblik al zijn grotere en kleinere pennenschachten en holle beenderen, waarop hij zo licht wordt als een haar van een mens; dat kleine gewicht overwint hij met zijn twee vleugels altijd met gemak en kan zich dan naar believen in de hoogte verheffen.
Hoofdstuk 227: Over de uiterlijke levenssfeer (de aura) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Als je dit nu eens goed bekijkt, zul je ook gemakkelijk inzien op welke manier het vliegen mogelijk wordt gemaakt bij al die diersoorten, die zich van de aarde naar believen in de lucht kunnen verheffen.'
Hoofdstuk 227: Over de uiterlijke levenssfeer (de aura) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Kijk eens naar een ei! De schaal ervan is van kalk en de inhoud, wat het materiële deel betreft, bestaat ook uit nog wat kalk, zout, koolstof, ijzer en zwavel. Hoeveel van elk daarvan nodig is weet iedere vogel zelf precies, alsook waar hij het moet halen; want daarvoor heeft ook een vogel, net als ieder ander dier en ook de mens zelf, de vijf zintuigen, en een plant heeft zijn voeldraden zowel aan de wortels als aan de takken. En ik ben nu van mening dat ik jou deze voor mensen moeilijk te begrijpen kwestie heel in het kort zo duidelijk mogelijk heb getoond.'
Hoofdstuk 228: Waarom de vogels water opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Daarom is het beter voor de mens als zijn ziel gééstelijk in staat raakt om te vliegen, maar dat hij wat zijn lichaam betreft maar mooi op de aardbodem blijft, waarvoor hij ook de lichamelijke inrichting heeft. De mens komt met zijn voeten nog ver genoeg en heel vaak maar al te ver; en als hij met zijn voeten niet snel genoeg vooruit komt, dan heeft hij daarvoor voldoende geschikte dieren die sneller lopen dan hij en hem na enige africhting in zeer korte tijd van de ene plaats naar de andere kunnen brengen, en hij kan ook schepen bouwen, met behulp waarvan hij zich over zee als op droog land kan voortbewegen. In latere tijden zullen de mensen nog een groot aantal trans portmiddelen uitvinden, die met grote snelheid van de ene plaats naar de andere zullen voortrazen.
Hoofdstuk 228: Waarom de vogels water opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Daarop begaven we ons direct naar de herberg en gingen aan het ochtendmaal; tijdens de maaltijd werd er nog over veel dingen gesproken, waarvan Ik het niet nodig vind die hier weer te geven, omdat er over dergelijke dingen al vaker gesprekken zijn geweest.
Hoofdstuk 228: Waarom de vogels water opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Voor ze weer teruggingen, bedankten ze Mij allemaal nog eens en keerden toen naar huis terug. Bij die gelegenheid verdween ook Rafaël weer, omdat Ik hem niet meer nodig had.
Hoofdstuk 228: Waarom de vogels water opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  494 - 495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519  ...