Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 507 van 1110

...  495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520  ...
[2] Ik zei: 'Als jullie in Mij blijven, zal Ik ook in jullie blijven. Zonder Mij zullen jullie echter tot niets in staat zijn.
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar als jullie met Mij en in Mijn naam alles gedaan hebben, zeg dan in jezelf 'Zie, o Heer, hoe wij bij het werken in Uw wijngaard toch steeds als luie en nutteloze knechten voor U staan!' Want waarlijk: wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden; maar wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden!
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarbij zullen jullie echter toch tegen niemand 'heer' zeggen; want slechts één is jullie Heer en Meester, en dat ben Ik! ook zullen jullie tegen niemand 'vader' zeggen; want slechts één is jullie Vader -namelijk die in de hemel woont! Zo moeten jullie ook niemand goed en heilig noemen; want alleen God is goed en heilig!
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Wees allemaal broeders en zusters onder elkaar. Wie onder jullie de eerste en de belangrijkste wil zijn, dient de knecht en dienaar van allen te zijn! Want in Mijn rijk is de meest deemoedige, geringste en schijnbaar minste juist de belangrijkste en grootste in alle wijsheid en macht.
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Nu weten jullie wat jullie moeten doen en steeds in acht moeten nemen om Mij en Mijn kracht en macht in jezelf te bewaren en ermee te werken; doe het altijd zo, dan zullen jullie ook in Mij blijven en Ik in jullie!'
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'Het woord zelf is niet belangrijk, maar alleen de innerlijke betekenis ervan! Daarom kunnen kinderen hun verwekker gerust 'vader' en degene die hen gebaard heeft 'moeder' noemen; want kinderen kunnen immers de geest van het woord niet vatten. Maar jullie vatten nu de innerlijke geest van het woord wel en weten dat de eeuwig allerhoogste, zuiverste liefde in Mijn hart voor jullie mensen, die Ik opvoed tot Mijn kinderen en voor eeuwig verhef, de enige ware Vader is. Dus, vriend, begrijp goed, jullie moeten alleen in deze geestelijke zin van het woord tegen niemand 'vader' zeggen!
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ik zei: 'Laat jij nu maar de oude astrologenspreuken, zolang Ik in jullie midden ben, achterwege, hoewel ze af en toe inderdaad wel hier en daar bevestigd worden; want Degene die Heer van de ochtend is, is ook Heer van de avond! Als je dat begrepen hebt, hoef je niet bang te zijn voor het slijk van de avond.'
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Vragen staat vrij, maar antwoorden ook! Het ligt weliswaar niet altijd in Mijn orde om van tevoren te bepalen wat Ik ga doen, want alles hangt af van Degene die in Mij woont; en Ik, die nu ook slechts een mens van vlees en bloed ben en een onsterfelijke ziel heb, moet naar die Geest in Mij luisteren. Pas als Hij tegen Mij zegt: 'Ga hier of daar heen, doe dit of dat!', dan pas weten ook Mijn vlees en bloed het. Maar deze keer heeft de Vader in Mij al gesproken, en Ik weet wat Mij te doen staat en kan het jullie dan ook wel vertellen
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Nu kwam onze bootsman nog naar Mij toe en zei: 'O beste Heer en Meester, u zei dat men tegen geen enkel mens 'vader' moet zeggen, omdat alleen God de Vader van alle mensen is! Ik zie wel in dat u volkomen gelijk hebt; alleen weet ik nu niet hoe ik datgene wat er in de wet van Mozes staat moet opvatten en hoe men het moet uitleggen als Mozes zegt: 'Eer je vader en moeder, opdat je lang leeft en het je goed gaat op aarde!' Hier noemt Mozes, de grote en machtige profeet van Jehova, degene die kinderen verwekt toch vader, en ook staat er geschreven: 'onze vader Abraham, Isaak en Jacob!' Als wij als kinderen onze verwekker nu vader noemen, begaan wij dan volgens wat U hier hebt gezegd een zonde tegenover U, o Heer?'
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] En kijk, deze vissers die Ik je nu beschrijf gaan we bezoeken! Verschafons dus een aantal kleine en lichte boten, waarmee we de inham binnen kunnen varen. Binnen een uur of iets meer kunnen we het genoemde dorpje gemakkelijk bereiken. Als jullie willen, zorg dan dat wij snel kunnen afvaren! Jullie zullen aan die vissers, die jullie tot nu toe nog niet kennen, grote vreugde beleven! Een paar uur na de middag zullen we dan weer hier in Jesaïra zijn.'
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik zei: 'Ja, als jullie allemaal zo sterk geloven, kunnen we de korte zeereis met jouw schepen wel proberen!'
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Kisjonah zei: 'Luister, de Heer is bij ons en Hij is met ons! Doe wat Hij tegen jullie zal zeggen; want Zijn macht is tot meer in staat dan jullie duwstokken!'
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] Ik zei: 'Enigszins kleingelovig zijn jullie allemaal nog! Als Ik niet geweten zou hebben dat de bewoners van dit plaatsje alleen vandaag allemaal thuis zijn -omdat ze gisteren een goede vangst hebben gedaan door toedoen van Mijn wil, die ze weliswaar niet kennen, en morgen een deel van de vissen naar de markt willen brengen in Caesarea Philippi, dat zich weer tamelijk goed hersteld heeft - dan zou Ik hen ook niet tevergeefs hebben opgezocht. Maar ze zijn thuis en we zouden hen ook in hun huizen hebben aangetroffen; maar toen ze onze schepen gewaar werden, hebben ze zich uit angst in allerijl in dat bos aan de noordkant heel goed verstopt, omdat ze er vast van overtuigd waren dat ze door iemand ontdekt en verraden waren en er nu schepen van Herodes aankwamen om hen te gronde te richten.
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Daarna wilden de bewoners ons op allerlei dingen onthalen; maar Ik zei tegen hen: 'Mijn beste vrienden, daarvoor zijn we niet hierheen gekomen, en we zullen ook weldra weer vertrekken voor de terugreis, omdat Ik in Jesaïra nog het een en ander af te handelen heb; maar Ik ben met Mijn leerlingen en vrienden nu naar jullie toe gekomen, omdat jullie Mijn leer heel trouw hebben bewaard en tot ware edelstenen van Mijn wil zijn geworden.
Hoofdstuk 147: De vissers begroeten de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Omdat jullie dat geworden zijn, is het ook tijd om jullie met andere mensen kennis te laten maken, die van jullie de ware standvastigheid in het geloof moeten leren en verwerven. En omdat jullie ook goede sprekers zijn, kunnen jullie van nu af aan bij gelegenheid tegen andere mensen over Mij en Mijn rijk op aarde spreken en hun de weg des levens tonen.
Hoofdstuk 147: De vissers begroeten de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520  ...