Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 507 van 1112

...  495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520  ...
[10] Van het hele dorp bezat alleen de waard een bron en een kleine vijver, die vroeger moeizaam in de steen grond was uitgehakt; deze ontving zijn water van de bron en diende om de kleine kudden van dit dorp te drenken.
Hoofdstuk 124: De Heer vraagt naar de Messias (26.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Daarover begonnen allen zich erg te verwonderen, en ze brachten de vissen naar de kleine vijver, waar ze weldra heel monter begonnen rond te zwemmen. Een klein gedeelte hield de waard in huis, om voor ons een avondmaal te bereiden.
Hoofdstuk 124: De Heer vraagt naar de Messias (26.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Maar vul nu jullie lege vaten en leren zakken met schoon water! Dat zal overeenkomstig Mijn wil wijn worden, en dan zullen jullie daaraan onmiddellijk zien dat Ik vanwege jullie geloof en jullie echte liefde voor Mij met Mijn genade, liefde en zegen bij jullie ben en ook zal blijven.Want Ik heb bij jullie een geloof aangetroffen zoals nergens onder de joden, waar Ik al eerder gewag van maakte, nog voordat jullie wisten met wie jullie in Mij te maken hebben. En ga nu doen wat Ik jullie heb gezegd!'
Hoofdstuk 125: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Toen ging de waard met zijn drie reeds bekende zoons onmiddellijk voldoende brood en wijn halen, en wij aten en dronken allemaal en sterkten onze ledematen, die moe waren geworden van de tamelijk lange reis. Ook de drie zonen, die van hun reis heel moe waren geworden en honger en dorst hadden, tastten flink toe bij het brood, dat hun buitengewoon goed smaakte, en lieten zich ook de wijn goed smaken.
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Daarop begaf de vrouw van de waard zich direct naar de keuken en bracht verscheidene schalen met vis naar de tafel, en de kinderen brachten het benodigde eetgerei, natuurlijk van heel eenvoudig materiaal, zoals de arme inwoners van dit kleine plaatsje dat hadden.
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De waard, die al helemaal geestdriftig was geworden van de goede wijn, zei echter tegen Mij: 'O Heer en Meester, ik weet heel goed dat U met deze meer dan heilige persoonlijkheid van U niet tot het einde van ons leven bij ons zult blijven, zoals U nu ook niet met Uw persoon onze voorraadschuren rijkelijk met graan en onze provisiekamers met brood, meel en andere vruchten hebt gevuld en evenzo het water in wijn hebt veranderd, maar enkel door de macht van Uw goddelijke wil! En aangezien nog veel zonden aan ons kleven, zouden wij ons dan ook veel te onwaardig voelen om Uw persoon steeds in ons midden te hebben; maar verlaat ons niet met Uw genade, Uw liefde en Uw zegeningen, o Heer en Meester!
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Maar het is niet eenvoudig om mensen wier overtuiging op allerlei verkeerde opvattingen is gebaseerd, en degenen die uit die dwalingen aardse voordelen weten te halen, tot de zuivere waarheidsleer uit de hemelen te bekeren.Want ieder mens heeft een volkomen vrije wil en kan derhalve ook altijd denken, geloven, willen, handelen en leven zoals hij wil, en hij laat zich wel het allermoeilijkst van zijn grote dwalingen afbrengen, als deze hem, zoals reeds opgemerkt, grote aardse voordelen bieden.
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Maar bedenk eens hoeveel mensen op de hele aarde nu nog in de grootste dwalingen leven en in de diepste geestelijke duisternis wandelen! Zou het dan voor die mensen, die nu door Mij in het hoogste licht der levenswaarheid zijn geplaatst, niet zeer te wensen zijn dat alle mensen die in de oude, nauwelijks voorstelbaar vele dwalingen verkeren, zich ook zo snel mogelijk in dat licht zouden bevinden waar jullie je nu al in bevinden?
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ja, Mijn beste vrienden, dat zou allemaal wel goed zijn, als er niet al te grote belemmeringen waren voor zo'n onderneming, vooral in deze tijd, waarin de hele hel zich met haar macht en kwade invloed over de hele aarde heeft gevestigd; want ten eerste is de aarde te groot, en een mens zou al bijna duizend jaar bezig zijn om alleen al heel Aziƫ, Europa en slechts een deel van Afrika door te trekken, zodanig, dat hij op alle plekken en plaatsen waar mensen leven Mijn leer zou brengen en de mensen daarvoor zou winnen.
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Als jullie dat over de bekeerden hebben uitgesproken, zullen zij zich Mijn zegen weldra bewust worden en ook zeker jullie ware vrienden worden . -maar doe dit bij degenen die slechts half en half zijn gaan geloven, pas wanneer ze mettertijd helemaal zijn gaan geloven; want een half geloof is niet geschikt om Mijn zegen te ontvangen!
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Evenzo moeten jullie weten wat de maan, de zon en de talloze andere sterren zijn! Want jullie voorstelling van de aarde, van hoe dag en nacht ontstaan, van de maan,. de zon, de planeten en de vaste sterren en hun bewegingen, van verduisteringen, van kometen en nog andere verschijnselen aan de hemel en in de lucht alsook in het water is tot nu toe geheel onjuist, en er is geen jota van waar.
Hoofdstuk 129: Ter bestrijding van het bijgeloof verklaart de Heer de kosmos - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik wil jullie dan ook in die natuurlijke dingen een waar licht geven. Maar zonder aanschouwelijke hulpmiddelen gaat dat natuurlijk niet goed, en daarom zal Ik nu vanuit Mijn alvermogende macht zulke hulpmiddelen voor jullie scheppen en jullie dan de gestalte van de aarde en haar beweging de maan de zon, de dwaalsterren* (* Andere benaming voor de planeten.) alsook de vaste sterren en ook de andere verschijnselen aan de hemel, in de lucht, in het water en op en in de aarde tonen. Let nu dus allemaal goed op wat jullie gaan zien en hoe al die dingen jullie uitgelegd worden!'
Hoofdstuk 129: Ter bestrijding van het bijgeloof verklaart de Heer de kosmos - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Hierop riep Ik, zoals al verschillende keren elders, een geheel natuurlijke aardbol van een zodanige grootte tot bestaan, dat op het oppervlak daarvan alles voorkwam -in de natuurlijke verhouding, maar heel klein - wat zich daar als groter object op bevindt, en Ik verklaarde hun alles zo beknopt en begrijpelijk mogelijk.
Hoofdstuk 129: Ter bestrijding van het bijgeloof verklaart de Heer de kosmos - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Deze uitleg duurde wel tot enkele uren na middernacht, en omdat Ik ervoor zorgde dat hun geest zoveel als nodig was in hun ziel overging, begrepen allen datgene wat uitgelegd werd goed, en ze konden zich niet genoeg verbazen over de eindeloze grootheid van Mijn wijsheid en macht.
Hoofdstuk 129: Ter bestrijding van het bijgeloof verklaart de Heer de kosmos - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Na zich een poos verbaasd te hebben, zei de waard: 'Ja, grote Heer en Meester in Uw goddelijke geest van eeuwigheid, dat alles kan alleen Hij kennen en het aan ons, zwakke kinderen van deze aarde, tonen en uitleggen, die van dat alles de eeuwige Werkmeester is en dat ook altijd eeuwig zal blijven! Alles wat wij U als dank zouden kunnen brengen voor deze genade, die U ons zo wonderbaar bewijst, zou nog minder dan absoluut niets betekenen!
Hoofdstuk 129: Ter bestrijding van het bijgeloof verklaart de Heer de kosmos - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  495 - 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520  ...