17481 resultaten - Pagina 508 van 1166
... 496 - 497 - 498 - 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 ...
[14] Maar iemand die nog door de zwakheden van zijn medemensen gekrenkt en beledigd kan worden, is nog niet doorgedrongen tot dat ware levenspunt, waar de Heer van hem zou willen of kunnen zeggen: Kijk, dat is een man naar Mijn hart!'Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Ik heb je nu eerlijk mijn mening gezegd, en wel omdat je me daartoe gedwongen hebt; nu kun jij weer jouw opmerkingen maken, als je er een paar tegenin kunt brengen!'
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Pas na een poosje zei hij (Judas Iskariot): 'Ja, ja, je zult wel gelijk hebben; want jij bent werkelijk diep in de geest van de leer doorgedrongen! Maar als de Heer nu tegen jou zou zeggen: 'Jij bent een duivel!', hoe zou zo'n getuigenis uit Zijn mond jou smaken?'
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] De waard zei: 'Vriend, als de Heer mij zo'n getuigenis zou geven, zou ik in mijn hart tegen Hem zeggen: 'O Heer en Meester van het leven, ik dank U, helemaal verpletterd door Uw heerlijkheid, dat U mij hebt laten zien wat een grote zondaar ik in Uw ogen nog ben; maar ik vraag U: betoon mij genade en barmhartigheid en drijf de duivel van hoogmoed, leugen en bedrog en ellendige zelfzucht uit mij, en vervul mij met de geest van de ware deemoed, zachtmoedigheid, zelfverloochening, de ware liefde voor U en onzelfzuchtige liefde voor mijn naaste!' En ik geloof dat de Heer zeker niet zou weigeren mij die genade te betonen, als ik Hem daar vanuit mijn volle levensernst om zou vragen.
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Heel vriendelijk zei Ik tegen de waard: 'Hoe zou je nu iets onterechts en derhalve onrechtvaardigs hebben kunnen zeggen, aangezien Ik jou de woorden in je mond en je hart heb gelegd? Je hebt deze leerling nu geheel in Mijn geest en in Mijn naam onverbloemd en recht in zijn gezicht de volle waarheid gezegd; heil hem, als hij die voor zijn leven ter harte wil nemen!
Hoofdstuk 99: De Heer over Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Jullie horen dat nu uit Mijn mond; neem dat dus goed in acht en handel ernaar, dan zullen jullie tot die ware levensrijpheid komen! - Hebben jullie dat nu begrepen, en ook jij, Judas Iskariot?'
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik zei: 'Hoe kan een van Mijn oude en meest geleerde leerlingen tot zo'n meer dan dom oordeel komen? Wie heeft gezegd dat een mens zijn lichaam moet doden om daarna een zuiver geestelijk mens te kunnen worden? Jouw wereldse begeerten en lusten, die in je vlees razen en woeden, die moet je onderwerpen met je vrije wil, en streef naar het rijk Gods in jezelf op de manier die jullie maar al te duidelijk is, dan heb je daarmee de oude mens uitgetrokken en een nieuwe aangetrokken.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Maar zoals men overdag bij het licht van de zon zelfs de kleinste letter goed kan lezen, zo kan een mens, als door zijn handelen volgens Mijn woord de innerlijke levenszon in hem is opgegaan, ook zijn innerlijke, ware levensschrift lezen en begrijpen, en kan hij de betrekkingen zien van alles wat er in hem is en hem ook aan alle kanten naar buiten toe omringt.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] O, Ik weet heel goed dat hij geleerd is in de Schrift, en Ik ben ook op de hoogte van al zijn kennis en ervaring van elders, waarin hij Mijn andere leerlingen verreweg de baas is. Maar wat heeft hij daaraan, als hij nu al bijna tweeënhalfjaar met Mij rondtrekt, voornamelijk om Mij scherp in het oog te houden bij alles wat Ik doe, om te zien of hij iets kan vinden wat niet met de Schrift overeenstemt. Daarin vindt zijn verborgen en derhalve nog niet afgelegde hoogmoed en derhalve ook zijn zelfzucht en eventuele winstbejag steeds nieuwe voeding; daarom blijft hij ook nog steeds zoals hij is en laat hij zich door niemand volledig en naar waarheid terechtwijzen om zijn leven te beteren. Want hij denkt steeds bij zichzelf: 'Wat willen jullie, arme en ongeleerde vissers, mij vertellen, terwijl ik een schriftgeleerde ben?'
Hoofdstuk 99: De Heer over Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Nu zei de waard: 'Heer en Meester, ik dank U voor deze les, niet alleen voor mijzelf, maar ook uit naam van allen in mijn huis die door U genezen zijn; want daardoor zijn wij in staat gesteld om onszelf te leren kennen en dus ook het rijk Gods in onszelf! Wat ons te doen staat weten wij nu duidelijker dan ooit tevoren; en omdat wij dat nu weten, zullen wij er ook naar handelen en ons niet meer door de wereld op een dwaalspoor laten brengen. Sterk onze wil met Uw genade en liefde, opdat die steeds gelijke tred houdt met ons inzicht in de waarheid uit U, tot aan het lichtende doel van ons leven, want het kennen van zelfs de allerlichtste waarheid is niet voldoende, als die gepaard gaat met een zwakke en trage wil! De wil is echter de kracht van de liefde in ons; zoals het daarmee gesteld is, zo staat het ook met onze wil. Sterk daarom, o Heer, in ons vooral ook de liefde voor U en onze naaste!'
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De waard zei: 'O Heer en Meester! Deze woorden van U hebben op mij een diepe, blijvende indruk gemaakt, die mijn innerlijk helder doorstraalt. 0, wat is daar een onmetelijke diepte van Uw liefde en wijsheid in gelegen! Over de wonderbaarlijke betrekkingen tussen God en de schepselen kan alleen de geest Gods zulke meer dan heldere en waardevolle opheldering geven aan de mensen, die ook Zijn schepselen zijn, en daaraan kunnen wij zien waarom God de mensen Zijn wil heeft geopenbaard en waarom zij die door hun handelen als het ware tot hun eigendom moeten maken!
Hoofdstuk 103: De weg van de mensen naar het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Heb jij, Mijn vriend, dat nu even duidelijk begrepen als Mijn eerdere les, waarmee jij onmiddellijk het verstand van alle mensen verlicht wilde hebben?'
Hoofdstuk 103: De weg van de mensen naar het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Door wat Ik jullie nu naar volle waarheid heb gezegd zullen jullie wel gezien hebben, dat Ik al jullie levensomstandigheden heel goed ken, en Ik zou jullie nog heel veel andere dingen over jullie land en levensomstandigheden kunnen zeggen; maar nu is het jullie beurt om te vertellen om welke reden jullie uit je verre morgenland hierheen zijn gekomen. Maar spreek de zuivere waarheid zonder terughoudendheid; want uit Mijn woorden zullen jullie wel hebben opgemaakt dat Ik geen genoegen neem met een leugen of met bedekte woorden!'
Hoofdstuk 104: De reizigers voor de herberg (5.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Zou God door de mond van een profeet ook over ons de terechte klacht moeten aanheffen, door met donderende stem te zeggen: 'Kijk, dit volk heeft tegenover Mij al evenveel zeer grote zonden bedreven als er gras op de aarde en zand in de zee is, en aan al die zonden voegt het nog de grootste toe, door ontevreden te zijn met Mijn zo vaderlijk goede en wijze regering en onstuimig naar een koning te verlangen, zoals de heidenen die hebben!'? O, dat zij verre van ons! Liever willen we jullie nog honderd jaar als goede arbeiders dienen en de grote stukken grond, die jullie onrechtmatig naar je toe hebben getrokken, tegen het afgesproken loon bewerken dan uit jullie een koning te kiezen!
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De waard zei: 'Mijn beste stamverwanten, daar hoeven jullie je geen zorgen over te maken, en als jullie weer naar huis gaan, zal er ook wel voor gezorgd worden dat jullie je terugreis niet met lege zakken zullen maken; wees daarom opgewekt en heb geen vrees en onnodige zorgen!'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)