2758 resultaten - Pagina 52 van 184
... 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 ...
[8] Een God die zich van zichzelf volledig bewust zou zijn als centraal punt van alle wijsheid en macht, zou met de mensen, als zijn volmaaktste scheppingen, in zoverre toch wel redelijk rekening gehouden hebben dat hij zich vroeg of laat zelf aan hen geopenbaard zou hebben en hun getoond zou hebben waarom zij er zijn en wat hij eventueel verder met hen voor heeft. Als dat echter niet het geval is, en als er niet een of ook meerdere keren volledig naar waarheid aangetoond kan worden dat hij er is, dan bestaat hij ook niet, en dan verdient degene die over een goddelijk bestaan spreekt en schrijft, heel zwaar gestraft te worden.Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE LEERLINGEN zeiden: 'Ja, ja, in dit opzicht heb je wel gelijk, en daarvoor kunnen wij je alleen maar prijzen! Maar het is toch ook waar dat ieder mens uiteindelijk met het gezicht dat hij gekregen heeft, volkomen tevreden moet zijn; want ondanks alle ontevredenheid zou hij geen ander krijgen. En kort en goed, alle eer aan de grote wijsheid, macht en goedheid van onze Heer en Meester, -maar een mens wordt daardoor toch nooit een vrije God, en God nooit een beperkt mens! En daarmee hebben we veel en alles gezegd, want dat een mens met zijn toch al hoogst beperkte krachten alles moet doen en uiteindelijk nog bij zichzelf moet zeggen -en dat zelfs met een volledige innerlijke overtuiging -, dat hij helemaal niets gedaan heeft en slechts een onverantwoordelijke, luie en onnutte knecht was, is zo'n vreemde eis, als er geen tweede op deze aarde ooit gehoord is!
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei echter tegen hen: 'Vrienden en broeders! Voor jullie zal ook de tijd komen waarin je in Mijn naam tekenen zult doen; maar nu is het nog niet zover. Ik heb echter de meesten van jullie ook dezelfde kracht gegeven om alle soorten zieken te genezen, en jullie hebben ze ook genezen, en diezelfde kracht bezitten jullie nog, behalve een van jullie die zich ervoor liet betalen. Maar als jullie bij Mij zijn, is het echt niet nodig dat jullie in Mijn bijzijn tekenen doen; waar het echter nodig is, laat Ik ook jullie heel speciale tekenen doen. Wat willen jullie dan nog meer?! Ik ben nog niet opgevaren naar de plaats waar Ik vandaan gekomen ben, naar Mijn God en naar jullie God, en Ik heb de heilige geest van God nog niet over jullie uitgestort, die jullie binnen zal leiden in alle waarheid en wijsheid. Heb dus tot zolang geduld, - daarna zullen ook jullie dat doen wat Ik nu doe! - Zijn jullie daarmee niet tevreden?'
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Daarop zei IK: 'Dat heb Ik toch al gedaan voor zover het mogelijk was; maar verder dan jullie natuur verdraagt, gaat dat niet. Zodra echter de geest over jullie zal komen, zal deze jullie zonder meer in alle wijsheid binnenleiden, en jullie zullen dan in het vervolg je aardse geheugen niet meer nodig hebben. Maar terwille van de vorming van de ziel is de mens ook een aards geheugen gegeven, dat bij een werkelijk vaste wil sterk genoeg is om een ontelbare hoeveelheid woorden, waarheden en handelingen te onthouden; alleen als de mens totaalonverschillig aan allerlei dingen en gebeurtenissen voorbijgaat, blijven die ook niet in zijn geheugen hangen, daarvan heb Ik jullie de reden bij Caesarea Philippi helder en duidelijk laten zien. Denk daarover na, dan zullen jullie die wel vinden!'
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Kijk, Mij.staan in deze wereld nog heel vreemde, droevige ervaringen te wachten, die eigenlijk helemaal niet lang op zich zullen laten wachten! Maar toch zullen jullie nog niet gemerkt hebben dat Ik daar treurig om ben. Laat komen, wat wil, Ik alleen ben de Heer! Er kan niets boven Mijn wijsheid en Mijn wil uitgaan. Wat er gebeurt en nog gebeuren zal, is boven berekend en bepaald, en heeft zijn diepste, heilige reden. Wie in zijn hart en in zijn.liefde en in zijn wil met Mij is, zal door de wereld, hoe vreselijk ook, nooit gedeerd kunnen worden, maar wie alleen in zijn wijsheid een is met Mij, zal in de wereld veel harde strijd te doorstaan hebben; want de wereld met haar materiële verstand zal eeuwig nooit inzien dat, wat voor haar schijnbaar iets is, geestelijk werkelijk niets is. -Laat dit voldoende voor jullie zijn en wees nu blij Mij!'
Hoofdstuk 151: De kenmerken van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] DE JOODSE GRIEK zei: 'Heer, ik geef me gewonnen! U alleen bezit de hoogste wijsheid en weet alles van de hele schepping, en U alleen heeft daarom ook in alle dingen volledig gelijk. Wij kunnen U slechts vragen stellen en alles wat U ons zegt, gelovig aanvaarden. Alles is zoals U, o Heer , het ons genadig uitlegt. Dat is echter tevens het grootste en overtuigendste bewijs voor het feit dat juist U in Uw geest alles wat er ook maar in de hele oneindigheid is, van eeuwigheid zo geordend en geschapen heeft.
Hoofdstuk 154: Over de noodzaak van de vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Dat nemen zij dan graag aan en zij worden daarna al gauw bevrijd van hun materie en krijgen een geestelijk gewaad en worden vervolgens naar een andere aarde, zoals bijvoorbeeld Venus of Mercurius, later naar Jupiter , Saturnus en nog andere planetaire aarden gebracht. Daar ontdoen zij zich dan gewoonlijk al van al het stoffelijke, juist door de materie van de kleine en grote aarden die zij moeten doorlopen. Daarna kunnen zij naar de zon overgaan, waar zij zich dan heel veel wijsheid en ook liefde eigen kunnen maken. Dan worden zij pas zuivere geesten en gaan zij over naar de zuiver geestelijke zon, waar waarlijk geen gebrek is aan talloze, zeer wijze leerscholen.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] En nu heb Ik je deze zaak helemaal op natuurlijke wijze, volgens wereldse begrippen uitgelegd, en daarmee kun je heel tevreden zijn. Een diepere, geheel geestelijke uitleg daarvan kan Ik je nu niet geven, omdat je die niet zou begrijpen; wanneer Ik echter de geest der waarheid over jullie allen zal zenden, zal deze jullie ook in alle wijsheid binnenleiden. Maar nu is het ook al de hoogste tijd in huis te gaan. Kijk, de beide zusters komen ons al halen!'
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Zelfheb ik hem nog nooit gezien en ik heb ook geen speciale behoefte om hem te zien. Van zijn bijzondere wijsheid zou ik bar weinig begrijpen, en allerlei toverkunstjes heb ik ook al vaak genoeg gezien -vooral bij de Essenen, die zelfs doden weer levend en gezond maken -, en daarom voel ik me niet zo erg geroepen om de zo alom beroemde wonderprofeet te zien. Dat is dan ook alles wat ik weet en ik kan u verder niets meer, noch pro noch contra, over deze profeet zeggen.
Hoofdstuk 182: Het gesprek van de gids met de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] LAZARUS zei: 'Als Hij dat in Zijn ondoorgrondelijke, diepe wijsheid zou willen, zou Hij ook allang in Rome geweest zijn! Wie zou Zijn almachtige wil hebben kunnen weerstaan?! Maar Hij zal wel weten waarom Hij voornamelijk alleen maar bij ons joden blijft! Wij mensen zijn allemaal te dom om tegen Hem te kunnen zeggen: 'Heer, doe dit, of doe dat!'; want Hij alleen is waarachtig een Heer in alle wijsheid en alle macht. Wie kan Hem dan iets raden?!'
Hoofdstuk 184: Lazarus vertelt de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Wie wijs is in zijn spreken, zal het ook in zijn daden zijn; wie echter om woorden verlegen zit en zelfs dom is, diens werken zullen door de mensen beslist nooit bewonderd worden. Ook al lukt het een blinde kip vaak een gerstekorrel met haar snavel op te pikken, dan is zij daarom nog geen zinnebeeld van wijsheid zoals de nachtuil, die ook 's nachts goed ziet waar haar aanstaande buit zich bevindt.
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Heel goed, - maar vóór alles moet de prediker zelf helemaal volgens de orde zijn, alvorens hij iemand anders onderricht geeft; want anders is het onderricht zonder inhoud en laat het ook bij de leerling niets achter. Als iemand zelf ijverig doet wat hij leert, zullen ook zijn leerlingen zich inspannen om net zo volmaakt te worden als hun meester. Als de leerlingen echter meteen al hier en daar gebreken en onvolkomenheden aan hun meester ontdekken, zullen zij ook al gauw minder ijverig worden en tenslotte zeggen: 'De meester is zelf een stumper, - wat zal er van ons terechtkomen?!' En Ik zeg jullie: De leerlingen zullen zo'n meester al gauw de rug toekeren; want een stumper zijn is altijd iets alledaags en behoort nooit tot de sfeer van de kunst, en nog minder tot de sfeer der wijsheid. Daarom moeten jullie eerst zelf in alles volmaakt zijn, dat wil zeggen, in de leer en het toepassen daarvan, omdat jullie anders niet in staat zouden zijn ware verkondigers van Mijn evangelie te zijn.
Hoofdstuk 163: Het lot van zelfmoordenaars. De leer verkondigen zonder het goede voorbeeld te geven is nutteloos. Geloof zonder werken is dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Ongetwijfeld, want anders zou jij de tekenen die Ik je al meermalen heb laten zien, niet zo rustig en gelijkmoedig hebben ondergaan, alsof het iets heel natuurlijks was. Alles heeft je alleen maar op het moment dat het gebeurde verrast, -enkele ogenblikken later maakte je je er al niet meer druk over; want je dacht bij jezelf een mens kan onmogelijk iets dergelijks als het vliegen van de vogels door de lucht tot stand brengen. Maar omdat Ik nu eenmaal volledig God was, was het ook volkomen natuurlijk dat Mij alles net zo mogelijk moet zijn als het vliegen door de lucht voor een vogel, en daarom is dat beslist net zo'n wonder als alle andere door Mij geschapen dingen. De maan, de zon, de sterren en deze aarde en alles wat daarin, daarop en daarboven is en leeft en beweegt, zijn blijvende wonderen van Mijn wijsheid en macht, en de huidige wonderen zijn er slechts voorbijgaande getuigen van dat Ik exact Dezelfde ben die reeds van eeuwigheid de oneindigheid met talloze, blijvende wonderen heeft gevuld. Jij dacht dat wanneer Ik als God wonderen doe, dat niets wonderbaarlijks is, maar dat het eigenlijk wonderbaarlijke aan Mij Mijn onbegrijpelijke liefde voor jullie, Mijn schepselen, is en Mijn zo immens grote vriendelijkheid en onzelfzuchtige goedheid, zachtmoedigheid, geduld en grote deemoed voor de mensen, die Ik met één zucht in het puurste niets zou kunnen laten verdwijnen.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Maar volgens wat algemeen in de betere kringen verteld wordt, moet hij wel een heel wijs en buitengewoon goed mens zijn; naast zijn wijsheid duiken er echter meteen weer allerlei wonderdaden op, die een mens die zijn verstand gebruikt zelfs dan niet zou geloven, als hij die zelf door de profeet had zien verrichten. Zelf geloof ik dat dan ook niet van die man, maar bij de mensen gaat dat nu eenmaal zo. Zodra er een slim mens opstaat temidden van een grote groep domme mensen, en hen wijst op hun grote domheid, en de blinden naderhand inzien dat hij waarachtig een echt wijs man is, houden zij hem ook al meteen voor een god! Ook al geeft hij dan staaltjes van zijn kunnen ten beste die gewoon op heel natuurlijke principes berusten, dan zien zij dat direct als wonderen door een god gedaan, en de mensen lopen hem van alle streken der aarde na! Ik geloof dus, dat dat ook het geval is bij deze goede, en toch wel erg verstandige man, die net zo min een profeet zal zijn als een van ons.
Hoofdstuk 182: Het gesprek van de gids met de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] LAZARUS zei toen: 'Daar hoeven de Romeinen bij Hem beslist nooit of te nimmer bang voor te zijn; want ten eerste is Hij een groot vriend van de Romeinen, en ten tweede moet de voorspelling van de oude profeten zo opgevat worden dat Hij in de verste verte niet van plan is om als Messias, die nu naar waarheid volgens de oude profetieën gekomen is, een aards rijk op deze aarde te vestigen, maar om een geestelijk rijk van liefde en ware wijsheid van God te vestigen voor alle mensen van de aarde die Zijn leer over God, over Zijn hemelrijk en het eeuwige leven van de ziel na de lichamelijke dood aannemen en volgens Zijn bekendgemaakte wil zullen leven en werken. Kijk, dat is Zijn zuivere en ware bedoeling; maar van een verdrijving van de Romeinen uit dit land is bij Hem al heel zeker nooit sprake!
Hoofdstuk 184: Lazarus vertelt de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)