Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 52 van 91

...  40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65  ...
[13] O Gij mijn goede, heilige Vader, maak mijn nauwe borst wijder, opdat ik U met volle teugen kan beminnen; want alles wat mijn oog nu ziet, is te mooi en te overweldigend! Hoe heerlijk rijzen de toppen van de hoge ceders omhoog in de vrije, flauw schemerende, zacht bewegende lucht en bewegen hun takken en twijgen alsof zij de sterren lieflijk toewenkten! Dan komt er weer een ademtocht van U: zij bemerken Uw heilige nabijheid en buigen terstond hun omhoog geheven hoofden naar de aarde. Maar spoedig verheffen zij zich opnieuw, aangetrokken door de grote, meest heilige macht van Uw liefde en jubelen ruisend in de vrije hoogte U een onnaspeurbaar, diepzinnig lof toe. 0, hoe groot en verheven moet die loftuiting zijn, dat ik niet eens in staat ben te vermoeden wat voor een heilig offer door Uw geschapen natuur aan U, de verheven Schepper, gebracht wordt! Niet aflatend loven U de aarde, het gras, de planten, struiken, bomen en al die mooie sterren; alleen de mens kan te midden van zulke heilige offers slapen!
Hoofdstuk 50: Henochs ochtendoverdenking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] O vader, kijk, de zon heeft gelijk, als zij ons met haar eerste straal een dergelijke leer geeft! Want als wij tot onszelf inkeren en daar de grote, eindeloze ruimte van onze gedachten beschouwen en de nog grotere van onze gevoelens en dan pas de allergrootste, die van de liefde tot God, die beslist oneindig moet zijn omdat het daardoor voor ons pas mogelijk wordt de oneindige, eeuwige God te bereiken en zodoende lief te hebben, hoe kunnen wij dan het licht van de materie, omdat het zo'n grote plaats inneemt in ons vleselijke oog, bijna aanbidden en het voor heerlijk en groot houden, terwijl de eeuwige, grote, heilige Vader Zich door ons laat beminnen en in de liefde geheel open staat om Zich door ons te laten omarmen?!
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Maar om je te leren, dat je je, zoals Hij, volledig vrij zult voelen, gaf Hij als Vader uit het diepste van Zijn liefde aan jullie kinderen - ik zou het nooit een gebod willen noemen slechts een zeer wijze, welwillende raad, je aan niets te verbinden en niets aan te raken, dat belemmerend voor je vrijheid zou kunnen worden; maar jullie, in het volste bewustzijn van goddelijke vrijheid en volheid van kracht, wilden geen acht slaan op de raad van je liefhebbende Vader en grepen naar alles wat je nog zeer onbestendige vrijheid en leven wel moest belemmeren. Die daad was in strijd met de eeuwige ordening van de liefde; nu moest de heilige Vader de eindeloze schepping omvormen om je opnieuw in de vrijheid van het leven te stellen.
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Maar toch zijn zij nodig vanwege dezelfde ordening als het aardrijk voor de zaadkorrel nodig is, zo zijn ook zij nodig voor het leven! En zo is de voornacht de tijd van het zaaien en het in de aarde leggen, de middernacht de tijd waarin de kiem uitbreekt en doorbreekt, en de nanacht de tijd van het achterlaten van de materie en het omhoog groeien door het opzuigen van de morgendauw.
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Maar als ik dan weer aan mijn geest vraag: 'Kan ik dan de goede, heilige Vader niet nog heftiger, niet nog oneindig veel meer liefhebben?', dan klinkt het in mijn geest opnieuw: 'Kan degene wiens hart met liefde is vervuld, liefhebben zoals hij zou willen?! Zie, de liefde is onverzadigbaar en kan dan ook nergens bevrediging vinden dan alleen in de oneindige liefde van de heilige Vader!'
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Dus, Henoch, voor dat alles is jouw liefde reeds gestorven en heeft zichzelf teruggevonden in God; daarom ook ben je reeds voor alle eeuwigheden der eeuwigheden opnieuw levend. Maar zoals jij het tweede leven hebt gevonden zullen voortaan maar weinigen het vinden; want alleen het krachtigste vuur van de innerlijke liefde tot God kan zo'n genade bewerkstelligen. Begrijp hetgeen je gezegd is goed en zwijg tot morgen!"
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Hij vatte nu meer moed, stelde allereerst de zijnen op hun gemak en ging toen onmiddellijk weer terug naar Adam's woning, dankte eerst de onbekende Abedam voor het hem bekend maken met zo'n wonderbaarlijke kunst en begon toen geleidelijk alles te vertellen, hetgeen hem bij het wonderbaarlijke welslagen van dit zonderlinge licht maken helemaal opnieuw in beslag nam.
Hoofdstuk 151: Seth zoekt het licht in het licht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden van Abedam, de andere, ging ook Lamech, de getrouwe bewonderaar van Emmanuël, aan Abedams zijde staan en bekeek hem van hoofd tot voeten; want deze laatste woorden hadden ook hem uit de verdoving tengevolge van zijn liefdesverdriet gewekt en deden zijn hart versteld staan. Omdat hij in zijn liefdesverdriet om de verdwenen Emmanuël van de eerder gesproken woorden nagenoeg niets opgevangen had, was het nu heel duidelijk dat deze onverwachts uit Abedams goddelijke mond opgevangen woorden van licht en liefde op zijn opnieuw ontwaakte hart een verbijsterende uitwerking moesten hebben en dat nog des te meer op de zieke liefde van Lamech, omdat Hij, uit Wiens mond en hart deze woorden kwamen, de opnieuw verborgen Emmanuël Zelf was!
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Na deze woorden van Abedam, de hoge, werd Adam in zijn hart volkomen rustig en hij dankte innerlijk Degene die hij opnieuw herkend had en keerde toen, begeleid door Seth, meteen weer naar zijn vorige plek terug.
Hoofdstuk 159: Adam en Seth in het nauw gedreven en hun beproeving - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] O Gij goede Vader! Mijn hart, breid je nu wijd uit, ja breid je verder uit dan de zichtbare hemel! En jij, opnieuw ontwaakte, heilige vlam van de ware liefde, vul mijn wijd uitgedijde hart van onder tot boven, opdat ik toch eindelijk in staat ben U, 0 heilige Vader, vanuit al mijn krachten, ja boven al mijn krachten uit lief te hebben!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En nauwelijks had Seth het amen uitgesproken of aan de gehele hemel was geen wolkje meer te bekennen, behalve de nog nauwelijks zichtbare rookzuilen van de aan de uiterste rand van de verre horizon nog voort brandende bergen. De hemel zag er als opnieuw geschapen uit, prachtig versierd met de mooiste sterrengroepen en alles wat maar leefde en ademde verheugde zich over de weer herstelde rust en orde.
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Wie dus de Vader aanraakt met zijn liefde raakt ook God aan. Maar wie dat wat van de Vader is vergeet en met zijn wijsheid alleen de Godheid wil aanraken, hem zal de Vader niet aanzien; maar het vuur van de Godheid zal hem aangrijpen en hem verscheuren en vernietigen tot in het oneindige, zodat hij zichzelf in eeuwigheid nooit zal terugvinden. En het zal dan ook niet gemakkelijk meer gebeuren, dat de Vader hem uit de hele oneindigheid weer bijeen zal zoeken en hem vervolgens weer opnieuw zal vormen.
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] Jij bent weliswaar gelukkig omdat je de vrees met liefde overwon - zij het ook slechts in de tijd van de verzoeking - en toen de verzoeking kwam, liet je de liefde niet varen, maar je liet je sterkere liefde tot Mij door je vrees aandrijven, - maar in de toekomst zullen slechts diegenen gelukkig zijn die met steeds gegronder vrees voor God in de liefde tot de Vader zullen ontwaken! En zo zal de eerste plicht van de mensen tegenover God een vrijwillige gehoorzaamheid zijn, die echter een vrucht van de terechte godvrezendheid is. Pas in deze gehoorzaamheid zullen de mensen dan opnieuw als kinderen van God worden geboren en zij zullen de meest liefdevolle, heilige Vader in Hem herkennen en dan aanschouwen.
Hoofdstuk 158: De vreze Gods en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En Sethlahem zette een gezicht alsof hij opnieuw iets wilde vragen; maar ook nu was Abedam hem voor en zei:
Hoofdstuk 175: Sethlahem en de zeven morrende mannen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Wie verheugt zich niet méér over de opnieuw opkomende dan over de ondergaande zon, die al een dag oud is, terwijl zij toch steeds dezelfde is?! Voor wie is het nieuwe voorjaar niet aangenamer dan de oude koude winter?!
Hoofdstuk 175: Sethlahem en de zeven morrende mannen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65  ...