Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 511 van 1088

...  499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524  ...
[4] Ik weet dat je nu denkt en bij jezelf zegt: 'Heer, U is alles mogelijk!' Daar heb je wel gelijk in; maar wij reizen niet naar deze stad om alleen maar uit te rusten en onze vermoeide ledematen met wonderbaarlijke spijs te versterken, maar om Mijn levensrijk ook hier onder de heidenen te verbreiden.
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarop liepen we met snelle pas naar de stad en bereikten die nog voor de sluitingstijd van de poort.
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] De commandant trad naar voren en vroeg degene te spreken die over de wacht te bevelen had; toen deze kwam, herkende hij de commandant direct en beval de wacht ons ongehinderd de stad binnen te laten gaan, omdat de commandant dat van hem had verlangd.
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Het was al tamelijk donker toen wij bij de reeds genoemde herberg aankwamen, en de commandant stuurde direct een ondergeschikte naar binnen om de waard te zeggen dat hij naar ons toe moest komen, wat ook direct gebeurde.
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Na deze zeer steekhoudende, verontschuldigende uiteenzetting van de waard gingen wij het huis binnen en werden direct naar de grootste en sierlijkst ingerichte zaal gebracht, die tot nu toe slechts heel spaarzaam met één lamp verlicht was, maar onmiddellijk beter en met meerdere lampen voldoende verlicht werd.
Hoofdstuk 93: De gedachten van de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Het viel de waard echter op dat de dochter van de commandant, toen Ik wilde drinken, Mij direct de gouden beker met wijn voorzette, die Mij in Pella was aangeboden, en dat Ik die naar Mijn mond bracht en eruit dronk, terwijl alle andere aanwezigen de wijn uit aarden bekers dronken.
Hoofdstuk 93: De gedachten van de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Maar opdat je je ervan kunt overtuigen dat het inderdaad zo met Mij gesteld is als Ik je heb gezegd, moetje nu alle zieken in jouw huis hier bij Mij brengen, dan zal Ik hen gezond maken! - Geloof je dat?'
Hoofdstuk 93: De gedachten van de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Dan geschiede hun naar jouw geloof!'
Hoofdstuk 94: De Heer geneest de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ga nu allemaal naar jullie kamers en neem voedsel en wat wijn tot je en versterk je leden! Alles wat jullie verder van Mij moeten geloven en denken zal jullie morgen verkondigd worden!'
Hoofdstuk 94: De Heer geneest de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Daarop begaven de genezenen zich onmiddellijk naar hun kamers, en sommigen liepen naar enkele priesters, die in een andere zaal van deze herberg bij elkaar zaten en nog steeds met elkaar beraadslaagden hoe ze het volk nog grotere offers konden afpersen, en ze vertelden hun hoe ze op wonderbaarlijke wijze genezen waren door een man, die naar zijn kleding te oordelen een Jood was maar door zijn woord en wil gewerkt had als een ware, levende God.
Hoofdstuk 94: De Heer geneest de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Een van de priesters zei: 'Laten we zelf naar die wonderbaarlijke man toegaan, dan zal wel blijken wat er achter hem schuilgaat; want het domme volk kan niet over dergelijke dingen oordelen! Maar laat eerst een van ons erheen gaan, die wonderman aan de tand voelen en ons dan vertellen wat voor iemand het is! Waarschijnlijk is het een van de Essenen, die geweldig goed thuis zijn in alle soorten toverij!'
Hoofdstuk 94: De Heer geneest de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Daarop ging een van hen, een Romein die goed thuis was in veel kunsten en wetenschappen, naar ons toe in de eetzaal, begroette de commandant en vroeg toen direct naar Mij.
Hoofdstuk 94: De Heer geneest de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik zei: 'Jij hebt toch ook de geschriften van de Joden bestudeerd, en wel vroeger reeds in Rome en vijf jaar later, toen je als priester van Zeus, Mars, Minerva en Mercurius onder keizer Augustus naar Opper-Egypte bent gestuurd, naar Thebe, waar je je ook in de oude mysteriën hebt laten inwijden.
Hoofdstuk 95: De Heer vertelt de ontwikkelingsgang van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen wij ons allemaal voldoende met brood en wijn gesterkt hadden, zei Ik tegen de waard: 'Je moet weten, waard, dat jouw huis een groot heil ten deel is gevallen! De meesten van jullie Grieken en Romeinen zijn behoorlijk thuis in de geschriften van de Joden, en jullie weten dat de ene, enig ware God, de Schepper van hemel en aarde en van alles wat daarop, daarin en daarboven was, is en zal zijn reeds vanaf het eerste begin van de mensheid bij monde van de profeten aan de Joden en door hen ook aan jullie heidenen een Messias heeft beloofd! En kijk, deze beloofde Messias ben Ik, en Ik ben nu dan ook naar jullie heidenen toegekomen, om ook onder jullie het rijk Gods te vestigen en te verbreiden!
Hoofdstuk 93: De gedachten van de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Toen de priester dat hoorde werd hij minder brutaal, wendde zich tot Mij en zei: 'Vergeef mij dat ik de vrijheid neem u met alle eerbied en bescheidenheid te vragen hoe u zonder enig hulpmiddel de zieken hebt kunnen genezen! Ik begrijp veel dingen en heb veel ervaring, en weet dan ook te beoordelen wat iemand die heel vertrouwd is met de geheime krachten van de natuur, tot stand kan brengen. Zonder bepaalde geheime middelen heeft voorzover ik weet nog geen enkele magiër of priester ooit een wonder gedaan dat alleen de goden zouden kunnen doen - als ze naar waarheid en in werkelijkheid zouden bestaan; maar bij u lijkt het toch zo te zijn, dat u enkel door uw woord en uw wil daden kunt volbrengen, en u hebt daar geen hulpmiddel bij nodig?
Hoofdstuk 94: De Heer geneest de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524  ...