Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 511 van 1490

...  499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524  ...
[12] De grote zeeën van deze planeet verdeelden zich bij het barsten samen met hun bewoners van allerlei soort eveneens in grotere en kleinere druppels, waarvan enkele een doorsnede van vele uren gaans hebben, ook vaste aardbodem in zich dragen en ook nog door sommige dieren bewoond worden. Op de vier manen leven nog de vroegere schepselen, alleen in een reeds meer verkommerde toestand, zoals dat ook het geval is op de enkele heel grote stukken, maar in een nog meer verkommerde toestand; op de kleinere brokstukken heerst echter geen organisch leven, behalve dat van het verweren en langzaam ontbinden.'
Hoofdstuk 75: Het drinken van wijn De uiteenzetting over het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik wist wel dat het zo zou gebeuren, en het was ook Mijn bedoeling dat deze aarde nu is, wat ze is. Deze aarde kwam oorspronkelijk echter al overeen met het deemoedigst kleinste deel in het lichaam van een mens, namelijk het onderste knobbeltje van de huidzenuw van de kleine teen aan de linker voet -weliswaar niet wat de plaats betreft maar, zoals gezegd, wat de geestelijke betekenis van deemoed betreft -en nu is ze de draagster van Mijn eigenlijke kinderen, die zich uit eigen vrije wil naar Mijn aan hen geopenbaarde wil moeten richten en opvoeden.
Hoofdstuk 76: Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Zo zal Ik ook de Mijnen op deze aarde nooit als wezen achterlaten, maar in de geest bij hen blijven tot aan het einde van haar tijden, en daarom zal op deze aarde nooit een dergelijke vernietiging kunnen plaats vinden; maar plaatselijke vernielingen en verwoestingen zullen er zeker plaats vinden, en daarbij zullen de mensen ook in grote angst, schrik en ellende geraken, en velen zullen zwaar lijden onder angst en bange verwachting van de dingen die over de aarde kunnen komen. Maar zij zullen ook zelf schuldig zijn aan wat er over hen zal komen.
Hoofdstuk 76: Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] En zo heb Ik dus voor jullie onthuld hoe het zit met dat vernietigde hemellichaam toentertijd, en hoe het nu met deze aarde gesteld is en in de toekomst zal zijn; maar gaan jullie nu bij jezelf na, of jullie alles wel begrepen hebben!'
Hoofdstuk 76: Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu zei de Romein Marcus: 'O Heer en Meester, dat is voor mij althans wel allemaal duidelijk; maar ik zie nu ook heel duidelijk in, dat de mensen, die dat op een of andere manier zomaar zullen horen, het niet zullen vatten en begrijpen; want daar is wel enorm veel voorkennis voor nodig! Wij hebben het nu in Uw aanwezigheid gemakkelijk, omdat U met behulp van Uw almacht, liefde en wijsheid alles zo voor ons kunt voorstellen, dat wij zelfs de meest wonderbaarlijke dingen kunnen begrijpen; maar wij zijn daartoe niet in staat, en dus zullen wij deze wonderbaarlijke dingen vanuit onszelf moeilijk of helemaal niet begrijpelijk kunnen maken voor de andere mensen.
Hoofdstuk 77: Gelijkenissen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Toen Ik dat had gezegd, ontstond er in de vrije luchtruimte een bol met een doorsnede van een hand breed; deze stelde de zon voor. In zo goed mogelijk weergegeven verhoudingen qua grootte en afstand -maar de zaalruimte was natuurlijk te klein om ze geheel in hun juiste onderlinge verhoudingen weer te geven -werden ook alle planeten met hun manen weergegeven, en wel zoals ze waren, toen de aan het begin van de zesde periode vernietigde planeet met zijn vier manen nog niet vernietigd was. Ik verklaarde allen de posities van de planeten, noemde hun namen zowel in de joodse als in de Griekse taal, en ze zagen de planeet waar het nu over gaat tussen Mars en Jupiter zweven en zijn vier manen er omheen cirkelen. Qua grootte leek hij veel op Jupiter, alleen had hij meer vasteland dan Jupiter en ook een hogere dampkring boven zich en een grotere inclinatie* (* Oorspronkelijk: 'Polneigung', ofwel de hoek die het baanvlak van een hemellichaam maakt met de ecliptica.) en daarom ook een schuinere baan om de zon.
Hoofdstuk 75: Het drinken van wijn De uiteenzetting over het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Kijk, met zulke verschrikkelijke, hun door duivels ingegeven uitvindingen voerden de mensen van de nu vernietigde planeet hun steeds misdadiger praktijken uit en tenslotte ook op zeer grote schaal. Ze voerden oorlogen, en de een ondermijnde het land van de ander diep aan alle kanten, en ze vulden de mijnen met grote hoeveelheden van die duivelse springstof Die werd dan op slinkse wijze aangestoken en vernietigde het hele grote land. Met dergelijke pogingen om het land te vernietigen gingen ze steeds verder en verder, en ze maakten ook steeds diepere en grotere gaten in hun grote aarde, die bijna tweeduizend keer groter was dan deze aarde; maar tenslotte kwamen ze toch te diep, waardoor de inwendige kamers van die aarde, die van nature ook ver en diep naar alle kanten met oervuurstof gevuld zijn, snel en heftig mee in brand vlogen. En kijk, dat inwendige vuurgeweld rukte de gehele grote planeet uit zijn voegen en deed hem in alle richtingen exploderen, en de slechte mensen hadden hun einde bereikt, samen met dat van hun aarde!
Hoofdstuk 76: Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Er bestaat overigens zelfs in fysiek opzicht een verbinding en een overeenkomst tussen het hoofdlevensknobbeltje in het hart en het knobbeltje van de onderste huidzenuw van de linker kleine teen. En daarom kan men vooral in deemoedig geestelijk opzicht zeggen, dat deze aarde vroeger ook overeenkwam met het eerder genoemde huidzenuwknobbeltje van de teen bij de Grote Scheppingsmens en daarom nu ook het hoofdlevensknobbeltje in het hart van de Grote Scheppingsmens is en zal blijven; dat wil zeggen: geestelijk, door middel van de op haar ontstane kinderen van Mijn liefde en wijsheid. Maar ze kan het ook fysiek nog gedurende een voor jullie onvoorstelbaar lange tijd blijven, al zullen er zich op haar bodem ook grote veranderingen voordoen. Want ook de latere nakomelingen zullen weer de slechte springstof uitvinden en nog een grote hoeveelheid vernietigingsinstrumenten, en ze zullen vele, vele verwoestingen op de aarde aanrichten; dat ze evenwel niet tot op te grote diepte in de aarde kunnen komen, daar zal door Mij wel voor gezorgd worden.
Hoofdstuk 76: Over de bewoners van het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Wanneer men nu tegen zo'n mens zal zeggen dat hij niet zo'n belang moet hechten aan alle schoonheden van de aarde, omdat zo'n aardse liefde als een dichte nevel de heerlijkheid van het hogere en eeuwige rijk Gods verbergt en aan de blikken van zijn ziel onttrekt, zal hij dan niet zeggen: 'Laat mij die heerlijkheden dan zien, dan zal ik die van deze aarde de rug toekeren!'? Hoe kunnen wij die wereldse nevel nu wegvagen bij zo'n mens, die op zijn manier tenslotte toch ook gelijk heeft?
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Maar dat zijn dan misschien nog mensen van het werelds goede soort, en wij kunnen ons wel voorstellen dat een boom niet met één slag valt, ook al is de bijl nog zo scherp -en komt tijd, komt ook raad! Maar er zijn ook een heleboel mensen, die in alle opzichten van hun wereldse positie afhankelijk zijn; daar hoort ten eerste de priesterstand bij, vervolgens de wijdvertakte groep van staatsambtenaren en tenslotte de meestal nog zeer ruwe soldaten. Bij al deze vele legioenen van mensen, en wel bij het grootste deel, is de nevel van wereldse liefde een vaste, duistere massa. Hoe zal die weggevaagd kunnen worden? Over de dienaren en slaven, die toch ook mensen zijn, maar gewoonlijk een heel laag ontwikkelingsniveau hebben, willen wij het hier helemaal niet hebben. Het wegvagen van de nevel van wereldse liefde, wat toch eerst zal moeten gebeuren, zal bij de meeste joden al een zwaar karwei zijn; hoe moeilijk zal het daarna dan wel niet zijn bij de andere volkeren op aarde! Omdat dat eerste werk, hoe moeilijk het ook is, heel belangrijk is, vragen wij U, o Heer en Meester, om ons nader toe te lichten hoe wij het moeten aanleggen om niet tevergeefs te werken!'
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Maar de vrienden van de dode schatten van de aarde, de vrienden van haar Mammon, zijn moeilijk tot een beter licht te bekeren. Dat is te zien bij de Farizeeën, vele andere rijke joden en bij de vele kooplieden, wisselaars en handelaren. Deze lieden het rijk Gods te verkondigen, zou hetzelfde zijn als de Moren wit te willen wassen. Dit soort mensen zijn als de zwijnen, die jullie nooit met de parels uit de hemelen moeten voeren.
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Want mensen van dit soort zullen na hun lichamelijke dood eerst hun doodzonden op de kale maan moeten afwassen, en van het rijk Gods zullen ze steeds een behoorlijk eind verwijderd blijven; want ze zullen in het nieuwe Jeruzalem nooit binnengelaten worden. Mensen die gespeend zijn van iedere liefde voor God en voor hun naaste, zijn ook gespeend van het rijk Gods in zichzelf. Ze moeten dan ook in hun zwarte schijnlicht blijven! Op de maan zal hun woonplaats zijn, en alleen maar aan die kant die hij onveranderlijk en onwrikbaar naar de materie van deze aarde toekeert.
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Allen bedankten Mij voor deze les en wij gingen weer aan tafel zitten; we namen weer wat brood en wijn en Mattheus schreef het een en ander op van wat hij gehoord had.
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] Simon Juda zei: 'Heer, deze keer hebt U weer eens uitzonderlijk duidelijk tot ons gesproken, en ik heb U in alle opzichten heel duidelijk begrepen en alle anderen zeker ook. Maar ik heb uit deze glasheldere woorden van U ook begrepen, dat men tegen U absoluut niets kan inbrengen. Maar zo is het ook volkomen juist; want als men dat zou kunnen, zou U niet de Heer en Meester van eeuwigheid zijn! En deze woorden van U moeten ons ook tot een voortdurende richtlijn blijven! Wij danken U allemaal voor deze zo duidelijke les!'
Hoofdstuk 79: Spreken en handelen is beter dan schrijven Over de echte en valse evangeliën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Toen Ik deze woorden nog maar nauwelijks gesproken had, kwam de jonge vrouw, mooi gekleed en getooid, de zaal binnen, viel onmiddellijk aan Mijn voeten, opende direct een gouden potje dat met zeer kostbare narduszalf gevuld was en zalfde daarmee Mijn voeten; want van oudsher was het bij de voorname joden als een van de hoogste eerbetuigingen gebruikelijk om, wanneer iemand van een koninklijk huis afstamde, zijn voeten met narduszalf te zalven.
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524  ...