Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 511 van 1112

...  499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524  ...
[12] Met een dankbare blik naar boven gericht reikten de twee onmiddellijk naar het brood en ook naar de wijn, en laafden en sterkten zich.
Hoofdstuk 149: De twee vreemdelingen uit Nineve - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] De ene zei: 'O beste vriend, bij ons is er helemaal niet een bepaalde godheid; want onze priesters verkeren onderling in een voortdurende vete, en bijna ieder van hen heeft zelf zijn eigen god, laat hem wonderen doen en schreeuwt alleen over de macht en heerlijkheid van zijn god. De koning maakt zich daar echter niet druk om; want hij beschouwt alleen goud, zilver en edelstenen als zijn goden -alle andere goden interesseren hem niet!
Hoofdstuk 150: De religieuze situatie in het land van de twee vreemdelingen (11.4.1864, vanaf vers 6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Wij tweeën behoren echter nog tot de Joodse stam, die zich sinds de gevangenschap onder koning Nebukadnezar hier en daar in ons land heeft gevestigd, en daarom zijn wij in het geheim volgelingen van Mozes, maar natuurlijk zonder Schrift, zonder Ark des Verbonds en zonder tempel. De hemel met zijn sterren is alles wat we hebben.
Hoofdstuk 150: De religieuze situatie in het land van de twee vreemdelingen (11.4.1864, vanaf vers 6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Over wie God eigenlijk is, bekommert een heerser over het volk zich uiterst weinig of helemaal niet. Af en toe doet hij uiterlijk wel mee met de voorgeschreven ceremoniën, om het volk te doen geloven hoe hoog hijzelf hun goden vereert; maar zelf blijft hij wat zijn wereldse leven betreft een epicurist en wat zijn geloof betreft een cynicus of Sadduceeër, die niet in een voortleven van de ziel na de dood gelooft. En zoals de heerser bij zichzelf denkt, zo denken ook met name de hoge priesters.
Hoofdstuk 150: De religieuze situatie in het land van de twee vreemdelingen (11.4.1864, vanaf vers 6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Nu denk je natuurlijk -zoals enkelen in Mijn aanwezigheid reeds hebben gedacht - dat Ik toch de macht heb om voor eens en altijd een einde te maken aan dat soort wereldse praktijken! Daar heb je natuurlijk wel gelijk in; maar dan zou ten eerste de mens, die zonder onderscheid naar geboorte of stand geroepen is een kind van God te worden, zijn vrije wil geheel en al afgenomen moeten worden, en in plaats van zijn vrije inzicht en verstand zou de mensenziel net als de ziel van dieren van een instinct voorzien moeten worden, waarna ieder mens alleen nog maar datgene zou kunnen doen waar zijn instinct hem toe aan zou drijven. En ten tweede zou Ik ook de hele aarde volslagen anders moeten maken en er enkel het voer voor dergelijke instinctmatige mensen moeten laten groeien, net als voor de andere dieren. Bovendien zou Ik ten derde daarvoor nog heel veel planten en diersoorten volkomen moeten laten uitsterven; want die zijn er alleen maar omdat zich daaruit noodzakelijkerwijs de volledig vrije menselijke ziel moet ontwikkelen in een schier eindeloze reeks van ontwikkelingsniveaus.
Hoofdstuk 151: Over de gerichten van God en de gevolgen daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Je weet dat na de zondvloed van Noach de weinige overgebleven mensen tamelijk lang een betere weg van licht hebben bewandeld; maar de wereld en haar materie, waarin de eigenlijke satan verborgen zit, heeft hen al gauw weer naar zich toe getrokken, en reeds ten tijde van Abraham was de goddeloosheid van de mensen aanzienlijk ver voortgeschreden. Kijk eens naar al die gerichten, waarmee Ik dergelijke volkeren heel pijnlijk en scherp heb bezocht!
Hoofdstuk 151: Over de gerichten van God en de gevolgen daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ook over al deze steden zal zeer binnenkort het ene gericht na het andere komen; maar het effect ervan zal hetzelfde zijn als dat van de voorgaande gerichten. Voor een tijdlang zullen vele mensen hun leven beteren, zich bekeren en boete doen; maar als ze zich daardoor aards beschouwd in een uitstekende toestand gebracht voelen, zal bij hen al gauw weer de ledigheid optreden, en de slimmeren zullen zich weer voor allerlei schijnbeloningen door de minder gewieksten laten bedienen.
Hoofdstuk 151: Over de gerichten van God en de gevolgen daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Want behalve ons, die Uw ware leerlingen zijn, zullen er maar al te gauw een heleboel valse leraren en profeten opstaan en van U maken wat ze willen en de mensen zullen zich net als in alle tijden door allerlei bedrieglijke kun~ sten ,en toverwonderen zodanig door hen laten misleiden dat wij, Uw echte leerlingen, naast en onder hen ons leven niet zeker zullen zijn.
Hoofdstuk 152: Wat voor invloed het verbreiden van het evangelie heeft Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Weten jullie dan niet dat jullie nu met betrekking tot Mijn leer als kleine, onmondige kinderen zijn, die men met melk voedt, omdat ze nog geen hard en krachtig voedsel tot zich kunnen nemen en verteren?
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Of wat zouden jullie ervan vinden, als er op een school voor kinderen een zeer wijze schriftgeleerde zou komen en voordrachten over de meest verhulde tekstgedeelten van de profeten zou gaan houden voor zijn jonge en zwakke toehoorders -wat natuurlijk geen van de toehoorders zou kunnen begrijpen? Zou die zeer wijze schriftgeleerde het zich uiteindelijk niet moeten laten welgevallen dat zijn toehoorders hem toeroepen: 'Hooggeleerde en wijze vriend, leer ons toch liever eerst lezen, desnoods schrijven en rekenen; en kijk dan pas of wij al dan niet iets van je hoge wijsheid kunnen begrijpen!'?
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Jullie zijn hier nu weliswaar begrensd zowel wat tijd als wat ruimte betreft, maar toch bevatten jullie eeuwige en oneindige dingen in je; dat begrijpen jullie weliswaar nu nog niet helemaal, maar eenmaal zullen jullie geheel en al begrijpen hoe zelfs het kleinste zandkorreltje iets dergelijks in zich draagt. Want laat iemand van jullie die kan rekenen, eens proberen een zandkorreltje in stukjes te delen, en laat hij het Mij zeggen als hij daarmee klaar is! Ik geloof dat dat werk voor iedere rekenkundige, ook voor de beste, nog te lang zou gaan duren, omdat hij er eeuwig niet mee klaar zou komen. Zoals echter zelfs in het kleinste ding de oneindigheid aanwezig is, zo is ook de eeuwigheid dat.
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Want wie door de bazuin gewekt wordt, wordt niet ten dode opgewekt, maar ten leven; wie echter het geschal van de bazuin niet wil horen zal ook niet opgewekt worden, maar in de nacht van zijn graf en in gevangenschap van de zee blijven tot de tijd dat deze hele aarde door het vuur wordt opgelost. Want evenals ten tijde van Noach zullen ze huwen en ten huwelijk wor den gegeven en zich niet bekommeren om de stem van Mijn gewekten. De eerstgenoemden zal Ik dan echter in één ogenblik van de aarde wegrukken en de laatstgenoemden met al hun lievelingen prijsgeven aan het allesvernietigende vuur, aan het ontstaan waarvan de dan levende onboetvaardige mensen zelf het allermeest zullen bijdragen.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De jullie bekende Essenen hebben zich daar op het juiste moment nog meester van kunnen maken en hebben daar voor zichzelf ook vele aardse voordelen mee behaald, wat natuurlijk evenmin Mijn wil was als dat de mensen zich met behulp van alle vermogens die Ik hun heb gegeven, volop in alle zonden zouden begeven en Mij geheel en al zouden vergeten. Maar desondanks zijn de mensen allerlei goede en slechte ervaringen rijker geworden, zijn toen op verschillende tijden toch weer naar Mij teruggekeerd en hebben zichzelf daardoor wegen tot verbetering en naar het licht bereid. En zo zal er ook door de Essenen nog een juist licht onder vele mensen komen.'
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Maar omdat het nu al laat in de nacht is geworden, zullen wij ons enige rust gunnen; de dag van morgen zal het zijne weer met zich meebrengen!'
Hoofdstuk 157: De Heer geeft Johannes en Mattheus aanwijzingen voor hun aantekeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Daar stelde de waard zich mee tevreden en hij bracht de twee vreemdelingen, die zich uitermate verbaasden over Mijn woorden, die ze niet hadden begrepen, naar hun slaapkamer; ze verheugden zich al op de komende dag om Mij en Mijn gezelschap nader te leren kennen, en bedankten de waard in hun slaapvertrek voor zijn gastvrijheid.
Hoofdstuk 157: De Heer geeft Johannes en Mattheus aanwijzingen voor hun aantekeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524  ...