15542 resultaten - Pagina 511 van 1037
... 499 - 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 ...
[6] Of ze het nu prettig vonden of niet, als ze niet wilden tonen dat ze hetgeen er gezegd was niet serieus namen, moesten de drie levieten zich naar de tuin begeven om Mij op te zoeken. Alleen de ene koopman, die Ik al eerder als één van de tempelwisselaars aanduidde, sloot zich bij hen aan, omdat de anderen uit bezorgdheid om hun waren voorgaven die niet zonder toezicht te kunnen laten staan en liggen, en zich dus naar hun balen begaven om voor een spoedig vertrek zorg te kunnen dragen.Hoofdstuk 4: De Farizeeën bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Weldra zag men dan ook de drie Farizeeën en de koopman de tuin inkomen, gevolgd door Mucius, die direct naar Johannes ging om met hem een diepgaand gesprek over Mij en Mijn leer te voeren.
Hoofdstuk 4: De Farizeeën bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Alleen om zijn wonderen ter plaatse te kunnen onderzoeken zijn wij via Jericho gereisd, waar hij naar men zegt een blinde ziende heeft gemaakt en geruime tijd verbleef. Maar wij moeten bekennen dat al die vele lofprijzingen van het bedelvolk ons er geenszins van hebben kunnen overtuigen dat er bovennatuurlijke dingen gebeurd zouden zijn, want er zijn vooral onder de Grieken heel wijze en bekwame artsen, die het ook al vaker gelukt is ziekten te genezen die niemand ooit kon hopen te genezen. Waarom zou het daar dan niet ook zo zijn gegaan als bij die ziekten, die er vaak verdraaid lastig uitzien maar toch door de Griekse artsen zijn genezen?
Hoofdstuk 5: De Heer veroordeelt de achterbaksheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Er werd ons gezegd dat de Galileeër rond deze tijd het meest waarschijnlijk in het Jordaandal te vinden zou zijn, omdat het in zijn bedoeling ligt in de winter meer naar deze streek te trekken. Tenminste, dat hoorden wij door bemiddeling van een huisgenoot van Lazarus in Bethanië. Daarom zijn we dan ook van Jericho op weg hiernaartoe gegaan om deze streek af te zoeken. - Nu weet u precies wat onze bedoeling is, beste meester, en zult u vast en zeker niet meer zo terughoudend zijn met het beantwoorden van onze vragen.
Hoofdstuk 5: De Heer veroordeelt de achterbaksheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Maar waarlijk, Ik zeg jullie: het zal je eerder lukken de zon uit haar baan te brengen dan jullie snode doeleinden te bereiken; want in die Galileeër leeft een hoger bevel waar hij gehoor aan geeft, en dat in hem heersende bevel komt van die God, die jullie in Jeruzalem wel met de lippen vereren, maar nooit ofte nimmer meer met het hart. Als jullie dus ook maar een beetje beoordelingsvermogen bezitten, moeten jullie inzien dat het hem er alleen maar om kan gaan om de Geest die hem drijft recht te doen -waar ook zijn grootheid, kracht en macht uit voortkomen -maar niet jullie zelfzuchtige plannen, die alleen haken naar bewondering en vals profeetschap.
Hoofdstuk 5: De Heer veroordeelt de achterbaksheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Maar Ik zeg jullie: het hemelrijk is niet een schat die zo onverschillig gezocht kan worden; maar met intensief worstelen en streven en met grote ijver moet er in de woestijn des levens naar de schat worden gezocht, en wie dat niet doet, die kan het overkomen dat er iemand anders komt die na hem met veel meer ijver op dezelfde plaats zoekt en graaft en op de schat stuit die de eerste op dezelfde plaats niet gevonden heeft.
Hoofdstuk 6: De blindheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] De tweede Farizeeër, die ondertussen steeds aandachtiger naar Mij had gekeken, zei: 'Meester, dat klinkt alsof wij aan de grens van het hemelrijk staan en die schat niet vinden! Zou u ons niet een kleine aanwijzing kunnen geven, hoe wij eigenlijk moeten zoeken om bij de schat te komen?'
Hoofdstuk 6: De blindheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Wij wachtten nu rustig af wat de drie Farizeeën, die met de koopman overlegden en uit Mijn persoon niet goed wijs konden worden, naar voren zouden brengen, en deden alsof ze er helemaal niet waren. Mucius was ondertussen in korte bewoordingen door Johannes onderwezen, en beide liepen naar ons toe. Mucius wilde Mij bedanken. Maar Ik wees hem op de vier die daar terzijde stonden, waarop hij Mij begreep en zweeg.
Hoofdstuk 7: De koopman zoekt de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] jullie grenzeloze blindheid, die jullie verstokt maakt en ongeschikt om het rijk Gods binnen te gaan, zal jullie later nog in het verderf storten. De barmhartigheid van God gaat zo ver, dat Hij al jullie gruwelijke zonden nog met lankmoedigheid aanziet, in de hoop dat jullie je tenslotte nog zullen bekeren en tot inkeer komen; want ook al zou een zondaar reeds midden in de hel zitten en hij zou naar zijn God en Heer om hulp roepen, dan zou hij verlossing en hulp ontvangen. Maar jullie zullen voor jezelf het gericht veroorzaken, en waarlijk, het is al heel dichtbij gekomen! Maar zeg dan niet: 'Heer, U bent een harde God en hebt ons deze wonden geslagen vanwege onze vele zonden! U hebt Uw heilig aangezicht van ons afgewend, en nu heerst er gejammer en tandengeknars onder ons!', maar schrijf die boze tijd aan jezelf toe, en noem het geen strafgericht van God, maar alleen een terecht gevolg van jullie verstoktheid en geestelijke traagheid, die jullie met ziende ogen blind en met horende oren doof maakt!'
Hoofdstuk 5: De Heer veroordeelt de achterbaksheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Nu kwamen die weer naar ons toe en nu nam de koopman het woord en zei: 'Meester, uit uw woorden heb ik duidelijk opgemaakt dat u de Galileeër heel goed moet kennen, vooral doordat u wijst op zijn grote kracht, waaraan niets weerstand kan bieden. Hoewel ik hem zelf nooit heb gezien, heb ikzelf die kracht heel goed gevoeld en deze vrienden van mij daarvan ook naar vermogen gewaarschuwd om niet de toorn van de Galileeër op zich te laden, omdat ze volgens mij dan reddeloos verloren zouden zijn. Maar door die waarschuwingen zijn ze alleen maar des te begeriger geworden om die wonderman te leren kennen en zo mogelijk zijn kracht te beproeven.'
Hoofdstuk 7: De koopman zoekt de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Nota bene: Het zal menigeen opvallen dat Ik hier en ook al eerder tegenover Mijn leerlingen rechtstreeks over Mijn hemelvaart sprak. Daarbij moet opgemerkt worden dat zij die nooit letterlijk hebben opgevat zolang het niet werkelijk gebeurd was, maar dachten dat Ik Palestina zou verlaten, wanneer Mijn tijd als leraar voorbij zou zijn en naar Griekenland of Rome zou gaan om daar Mijn werkzaamheden voort te zetten. Ook Mijn woorden dat het hemelrijk aan de heidenen gegeven zou worden, werden veelal zo opgevat. Ik liet hen voorlopig in dat geloof, maar bereidde hen toch voor op iets buitengewoons in de komende tijd door daar herhaaldelijk op te wijzen, opdat door de komende gebeurtenissen alle valse voorstellingen vanzelf rechtgezet konden worden.
Hoofdstuk 6: De blindheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Onmiddellijk vertelde de koopman nu: 'Het zal de komende Pasen nu drie jaar geleden zijn, dat ik in de tempel een kleine kraam mocht neerzetten om mijn bezigheden als geldwisselaar uit te oefenen, wat juist in de Paastijd vanwege de vele offers een zeer aanzienlijke winst oplevert. Op een dag hoorde ik dat de bewuste Galileeër in Jeruzalem was en de tempel was binnengegaan om daar te onderwijzen. Ik was van plan wat dichter naar hem toe te gaan om de wonderman, die destijds pas nieuw was opgestaan, nauwkeuriger te kunnen bekijken, toen plotseling een machtige stem door het gebouw van de tempel dreunde, waarvan ik mij nog de woorden herinner: 'Het huis van Mijn Vader is een bedehuis, maar jullie hebben het tot een moordkuil gemaakt!' Ik schrok daar enorm van. Op de plek waar de Galileeër moest staan ontstond grote verwarring en allen, ook mij, overviel plotseling zo'n verschrikkelijke angst, dat al het volk tegelijk op de uitgangen afstormde.
Hoofdstuk 7: De koopman zoekt de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] De koopman antwoordde: 'Nooit, want enerzijds hield een grote vrees voor hem mij daarvan terug, en ten tweede had ik er geen tijd voor. Ik moest proberen het verlies aan vermogen dat ik in de tempel had geleden weer goed te maken, en reisde onmiddellijk naar de kuststeden, waar ik handel dreef met hele goede olie die naar Griekenland en Rome wordt uitgevoerd, en daarna ook met vele andere producten van dit land, en ik woon pas sinds kort weer in Jeruzalem. Vanuit Petra zoek ik nu naar nieuwe verbindingen om de producten van India en Arabië naar de kuststeden te brengen en van daaruit naar Rome uit te kunnen voeren. Dat is het doel van mijn huidige reis.
Hoofdstuk 7: De koopman zoekt de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Ik zei tegen de koopman: 'Waar werelds verstand en het najagen van rijkdom verbonden met eigenbelang hand in hand gaan, moet natuurlijk de zachte stem verstommen, die de mens toeroept: 'Zoek naar waarheid!' Een kleine omweg op je tochten van Jeruzalem naar Jaffa, Tyrus en Sidon zou je geen nadeel hebben berokkend, zodat je heel gemakkelijk de man had kunnen ontmoeten die jou meer onvergankelijke rijkdom had kunnen tonen en in eigen bezit geven, dan jij ooit in staat zult zijn bij elkaar te schrapen.
Hoofdstuk 7: De koopman zoekt de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Hier een wonder te doen zou geen zin hebben gehad, omdat ze alleen maar geloofd zouden hebben dat ze de manier waarop het tot stand was gebracht niet begrepen, en de innerlijke kern verworpen zouden hebben, aangezien ze te zeer aanhangers waren van de Griekse wetenschap, waar ze zich heimelijk mee bezighielden. Pas bij Afek, een streek die ze van vroeger goed kenden, zouden ze zich erg verwonderen en beginnen te begrijpen dat hier datgene wat naar hun begrippen natuurlijk was, ophoudt, en daarna zullen ze ijverig gaan navorsen en langzamerhand worden bevrijd van hun wetenschappelijkheid, die hen grondig in de steek zou laten.
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)