Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 512 van 1490

...  500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525  ...
[11] Maar Ik zag de mopperende leerlingen aan en zei: 'Wat raakt en ergert jullie dat nu weer?! Armen zullen jullie steeds bij jullie hebben, maar Mij niet zoals Ik nu in jullie midden ben. Deze vrouw heeft nu een goed werk aan Mij verricht en waar dit evangelie van Mij verkondigd wordt, moet ook deze vrouwen dit voorval duidelijk genoemd worden! Ik ben toch al lang in jullie midden en jullie hebben Mij nog nooit een kruik helder water gegeven om Mijn voeten te wassen; deze vrouw heeft echter vanmorgen Mijn voeten al gewassen met haar tranen en is nu teruggekomen om Mijn voeten te zalven. Hoe kan jullie dat dan ergeren? Als er nu geschreven staat dat Ik een Zoon van David ben, dan komt het Mij toch ook toe dat iemand Mij deze koninklijke eer bewijst!'
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Na deze woorden van Mij zei niemand er meer iets van en allen prezen de vrouwen haar daad.
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Toen bleef de vrouw, vol vreugde, en Lazarus bediende haar zeer vriendelijk en liet ook haar dienaren bedienen. En daarna praatten wij met elkaar bijna tot de avond, en bij deze gelegenheid vertelde de jonge vrouw ons trouwhartig veel over hetgeen ze had meegemaakt.
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Wie zich hier op deze aarde als een beter mens wil voordoen dan hij in werkelijkheid is, bezit nog een huichelachtige geest; hiermee kan men het rijk Gods nog niet echt binnenkomen. Wie echter ooit tegenover Mij wil bestaan, moet zich ook zo aan de wereld laten zien als hij is; dan zal hij ook in Mijn ogen en die van de engelen geen verder gericht meer hoeven door te maken, als hij zich in zijn doen en laten gebeterd heeft.
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Kijk naar deze vrouw! Zij heeft werkelijk veel gezondigd; n:aar omdat zij volopenhartigheid is en bovendien veel werken van naastenliefde heeft gedaan, is haar nu ook veel vergeven en zij is Mij nu liever dan menige rechtvaardige die nooit gezondigd heeft. Want Ik ben met vanwege de rechtvaardigen in deze wereld gekomen, maar enkel vanwege de berouwvolle zondaars, evenals ook een arts alleen naar diegenen gaat die hem nodig hebben en niet naar de gezonde mensen, die de arts niet nodig hebben.'
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Maar Ik prees de openheid en trouwhartigheid van de vrouw en zei tegen de Farizeeën en schriftgeleerden: 'Mijn nu enigszins opgewonden vrienden! Erger je toch niet, omdat nu door de mond van deze vrouw veel dingen in Mijn bijzijn aan het licht zijn gekomen, waar ook jullie in belangrijke mate schuldig aan zijn en welke schuld jullie in je vlees meedragen! Maar als de woorden van de vrouw, die geen namen heeft genoemd, jullie gemoed al verontrust, waarom doet Mijn alwetendheid dat dan niet? Ik zeg jullie: aan gene zijde in het rijk van de geesten zal men je luid van de daken verkondigen wat jullie op deze wereld nog zo ijverig trachtten te verbergen; daarom is het beter om nog in deze wereld een klein gericht te doorstaan en zich een kleine verdeemoediging te laten welgevallen, dan aan gene zijde voor het oog van alle engelen van de hemel te schande te staan.
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Na deze woorden van Mij zeiden de Farizeeën en schriftgeleerden, die enigszins geërgerd waren geraakt, niets meer en namen genoegen met deze terechtwijzing.
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Ik zei: 'Mijn lieve dochter, deze woorden heeft het vlees Je met ingegeven, maar de geest van liefde in het hart van je ziel! ..
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Een schriftgeleerde echter, die tot Mij bekeerd was en bij ons was gebleven, zei: Heer en Meester! U hebt nu tegen de wondermooie Maria van Magdala gezegd dat Uzelf een waar brood uit de hemelen bent en evenzo een echte wijn, en wie dit brood en deze wijn zal eten en drinken zal de dood eeuwig niet zien, voelen en smaken. Ik weet wel dat U met 'brood' Uw woord en met de 'wijn' de levende geest daarin bedoeld hebt en met het 'eten van het brood' het aannemen van Uw woord en met, drinken van de wijn' het handelen volgens Uw goddelijke leer, die zeker uit de hemelen stamt, omdat Uzelf de enige allerhoogste Heer van de hemel en ook van de aarde bent; maar dat hij, die het ware hemelse brood zal eten en de wijn uit de hemelen zal drinken helemaal niet zal sterven is iets heel nieuws, en ik weet niet hoe ik dat moet begrijpen. Want men kan ook wel van alle mensen zeggen dat ze de dood niet zien, niet voelen, en ook met smaken; want een mens ziet, voelt en smaakt de dood inderdaad niet, zolang hij nog leeft -maar als hij gestorven is en dood, dan ziet, voelt en smaakt hij de dood beslist ook niet, omdat hij geen leven en bijgevolg ook geen enkele gewaarwording meer heeft. U ziet, dat deze kwestie volgens mijn inzicht een dubbele betekenis in zich heeft en dat het daarom wenselijke is dat U als Heer over leven en dood deze kwestie iets duidelijker voor ons uiteen zet.
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Speciaal in het gezonde menselijke gemoed overweegt zeker een blij gevoel van zaligheid, want wie zou er soms niet blij, gelukkig en opgewekt willen zijn? Maar temidden van deze gevoelens, die de mens vaak zo gelukkig maken, komen de zwarte en het gemoed beangstigende gedachten aan een zekere dood naar boven, en met de zaligheid is het dan dagenlang gedaan!
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De schriftgeleerde zei: 'Heer en Meester, nu begrijp ik het inderdaad heel anders en beter dan voorheen, en ik ben U ook van ganser harte dankbaar voor het licht dat U ons allemaal ook in dit opzicht hebt gegeven; want ik beschouw het als iets heel belangrijks voor de mens, dat hij weet en tenslotte ook werkelijk voelt hoe het zit met de dood van het lichaam en zodoende zijn oude angsten, pijnen en kwellingen kwijt kan raken. Want alleen wanneer de mens al deze dingen zeker en werkelijk weet, kan hij zich pas vanuit God verheven voelen tot de echte waardigheid van een mens, waardoor het dierlijke aan hem weer vervalt tot het stof der nietigheid.
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'Vriend, bij jou zullen er nog heel wat bewijzen nodig zijn, voor het helemaal helder in je wordt! Heb Ik soms bedoeld dat een mens die volgens Mijn woord zal leven ook lichamelijk altijd op deze aarde zal leven? Hoe kan men als schriftgeleerde zo blind en dwaas denken en oordelen! Wat het lichaam betreft. zal natuurlijk ieder mens sterven en zijn lichaam zal de dood zeker met zien, voelen en smaken - maar des te sterker de ziel van een zondaar, als hij zijn leven niet volgens Mijn leer zal beteren en echte, ware boete zal doen! Want bij degene wiens ziel nog helemaal vermengd en vergroeid is met het vlees en de zinnelijk lust daarvan, zal de ziel de dood ook heel goed zien, voelen en smaken, wanneer voor het lichaam het uur van het losmaken zal komen.
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar een ziel die volgens Mijn leer reeds op deze aarde volledig wedergeboren wordt in haar geest vanuit Mij, zal een dergelijke dood zeker eeuwig niet zien, voelen en smaken, omdat ze in het volste en helderste levensbewustzijn zonder enige pijn van het lichaam zal scheiden, wanneer Ik haar voor eeuwig tot Mij zal roepen. Ik zeg jullie: velen van jullie die de geestelijke wedergeboorte bereikt zullen hebben, zullen Mij vanaf deze aarde vragen: 'Heer, hoe lang zult U ons op deze aarde nog de zware last van het vlees laten dragen?' En met alle liefde zal Ik tegen hen zeggen: 'Heb nog een korte tijd geduld, dan zal Ik jullie van je last bevrijden! ' En als de een of de ander van jullie door de heidenen ter wille van Mijn naam ter dood gebracht wordt, zal hij lachen en zich verheugen, omdat hij als martelaar van zijn vlees bevrijd wordt, en zelfs in de pijnen van het vlees zal hij gelukzalige verrukking voelen. En wanneer dat beslist zo en niet anders is, heb Ik dan dubbelzinnig gesproken zoals jij als schriftgeleerde zegt het begrepen te hebben? Zeg jij nu of je nu nog zo over deze kwestie denkt!'
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] De schriftgeleerde zei: 'Ja, Heer en Meester, nu is mij ook deze kwestie duidelijk! Ik begrijp het nu en ben daar ook heel blij om, hoewel ik toch openlijk moet bekennen dat zelfs de meest zaligmakende lichamelijke dood voor hen, die nog op aarde in het vlees moeten blijven, absoluut niets bekoorlijks of begerenswaardigs, maar slechts het tegendeel te zien geeft en heel vernederend schijnt te zijn voor de eer, een mens en in zekere zin heer over de natuur te zijn; want de verstandige mens die zich in zijn denken, geloof en kennis verheft tot het volledige Godsbewustzijn en in zijn hart ook Gods liefde draagt, heeft uiteindelijk bij het sterven niet alleen niets voor op welk dier dan ook, maar staat daarbij ver ten achter .
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik weet wel dat de mensen als gevolg van hun grote blindheid nu en al sinds lange tijd met name bij het sterven heel veellijden, en wel ten eerste omdat ze voor het grootste deel geen enkele zekerheid hebben over het voortleven van de ziel na de dood van het lichaam en zeer velen reeds het geloof van de Sadduceeën aanhangen, en in de tweede plaats omdat de mensen door hun uiterst ongeregelde leefwijze hun lichaam met allerlei onreine geesten hebben gevuld, waaruit mettertijd onvermijdelijk ook allerlei verschrikkelijke en pijnlijke ziekten moeten ontstaan, die een vroege dood tot gevolg hebben. En daarom ben Ik ook Zelf in het vlees op deze aarde gekomen, om de mens de wegen te laten zien die hij moet bewandelen om zich er ten eerste weer echt bewust van te worden dat en hoe zijn ziel, zijn eigenlijke ik, na de dood van het lichaam verder leeft, en ten tweede om te laten zien hoe hij, zolang hij op deze aarde moet leven, tot op hoge leeftijd gezond en krachtig blijft en zijn heengaan niet vreselijk en pijnlijk verloopt, maar hem blij en zeer gelukkig maakt. En zo kan Ik jullie als Heer van het leven de volledige verzekering geven, dat degene die -volgens de werkelijke betekenis van het woord! -Mijn brood zal eten en Mijn wijn zal drinken, de dood niet zal zien, voelen en smaken. Met andere woorden: wie volgens Mijn leer zal leven, zal haar alles zalig makende werking ook ondergaan. -Ik denk dat jij, Mijn schriftgeleerde vriend, deze dingen nu anders zult begrijpen dan voorheen?'
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525  ...