15542 resultaten - Pagina 512 van 1037
... 500 - 501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 ...
[3] Ik zeg je, Phoikas, daarmee heb je Mijn hart goedgedaan en je bent daarmee een weg opgegaan die naar het eeuwige heil leidt.Hoofdstuk 9: Drie belangrijke vragen van Mucius en de beantwoording daarvan door de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Kijk naar de dieren, waarbij lagere soorten voorkomen die geen ander doellijken te hebben dan hun lichaam in stand te houden en andere dieren tot voedsel te dienen! Als er een vijand van hun lichaam en leven komt, geven ze zich stoïcijns aan hun lot over en verweren zich niet, en zijn daar ook niet toe in staat; kijk naar vele insecten en lagere amfibieën!
Hoofdstuk 9: Drie belangrijke vragen van Mucius en de beantwoording daarvan door de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Weliswaar is het ons niet vergund ook maar één atoom van die zaligheid te voelen, omdat wij dat niet zouden kunnen verdragen; maar toch heb ik er nu een duidelijk beeld van gekregen, dat alleen in het bezig zijn in U en buiten U, in de verbindende keten van de hoogst ontbrande liefde voor U en daardoor ook voor Uw schepselen de zaligheid gevonden en gevoeld wordt, maar niet in het niets doen en het werkeloos bewonderen van de schepping. Als we alleen maar naar de schepping zouden staren en haar niet.door werkzaamheden zouden leren begrijpen, zou Uw grootheid, o Heer, ons terneer moeten drukken in plaats van ons de vooruitgang mogelijk te maken.
Hoofdstuk 12: De innerlijke belevenis van Phoikas - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] De koopman zei heel nadenkend: 'Heer en meester, ik zie dat ik het niet goed heb gedaan! Want hoe lang zal ik nog te leven hebben!? Ik ben nu ruim vijftig jaar oud en voel dat mijn ziel verdord is want wat ze in Jeruzalem leren geloof ik niet. Ik weet hoeveel bedrog daar heerst, en mijn leven loopt ten einde, zonder dat het mij bevrediging schonk. Ik heb al vaker navraag gedaan naar de leringen van de Galileeër en heb daar mooie parels van menslievendheid in ontdekt -zou het misschien toch mogelijk zijn om door hem de bevredigende weg naar kennis van het werkelijk goede te vinden? Zou u mij kunnen zeggen, o heer en meester, waar ik hem kan vinden? Deze keer zal ik geen spijt hebben van een omweg, hoe groot ook, om kennis met hem te maken!'
Hoofdstuk 7: De koopman zoekt de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Daarom antwoordde Ik hem: 'Vriend, waarom erger je je over deze man, omdat hij de waarheid heeft gesproken? Het zou beter voor je zijn als je in jezelf trachtte te doorgronden of niet ook jóuw ziel verdord is en nog bevrucht zou kunnen worden. Maar als je wilt weten waar de Galileeër het laatst een groot wonder heeft gedaan, reis dan voorbij de Nebo naar de stad Afek, waar hij die gehele tot nu toe woeste streek in vruchtbaar land heeft veranderd, zoals de inwoners daar jullie drieën haarfijn zullen vertellen! Onderzoek goed of dat wonder echt is en of er geen bedrog aan ten grondslag ligt, en let daarna op hetgeen jullie harten jullie zullen influisteren! Breng verslag uit in Jeruzalem over wat jullie hebben gehoord en gezien, of houd het voor jezelf, geheel zoals jullie dat zullen aanvoelen!
Hoofdstuk 7: De koopman zoekt de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] De engelengeest voerde mij weg naar een mij volkomen onbekend zonnegebied -waar eveneens planeten rond een zon cirkelden, net als hier -en toonde mij heel duidelijk dat de juiste zorg voor dit gebied aan hem was toevertrouwd; want alles gehoorzaamde uiterst nauwgezet aan zijn woord. Daarbij stroomde alle kracht in hem binnen alleen maar door zijn eigen wil op te laten gaan in die van U, die hij als de enig ware en juiste heeft herkend, waardoor hij er dus geen moeite mee had zich aan de hogere wil te onderwerpen en die uit te voeren.Al de wonderbaarlijke diersoorten en planten die ik heb gezien, waren zijn gedachten. Die plaatste hij, nadat ze in zekere zin door U onderzocht waren en vastgesteld was dat ze getrouwe evenbeelden van Uw grondgedachte waren, buiten zichzelf en fixeerde ze door de gedachte in zichzelf vast te houden en door die in de materie vorm te geven. Zo werd er iets geschapen.
Hoofdstuk 12: De innerlijke belevenis van Phoikas - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Daarvoor komt U, o Heer en Meester, mijn diepste dank toe, omdat U mij al tijdens mijn aardse leven zulke wonderbaarlijke dingen laat aanschouwen en begrijpen! Nu is mijn ziel niet meer dor, maar vol hemels weten en diepe dank voor mijn Heer en Schepper, die mij aan het einde van mijn leven nog zo heerlijk uit het dal van de dood naar de hoogte van het zuivere leven heeft geleid.'
Hoofdstuk 12: De innerlijke belevenis van Phoikas - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Maar laten we nu weer naar buiten gaan, omdat Ik dit dorp nog een weldaad wil bewijzen; en daarna zullen we vandaag nog op weg gaan!'
Hoofdstuk 12: De innerlijke belevenis van Phoikas - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Nu stonden wij op van onze tafel en liepen het huis uit de weg op. Ik had al gezegd dat dit dorp klein was en dus niet uit al teveel huizen bestond, maar toch had het een gunstige ligging om te overnachten, omdat het een kleine dagreis van Jeruzalem af lag en het laatste was dat op de weg naar Petra een aangenaam onderkomen bood, en wel bij onze waard Mucius. Het lag ook niet al te ver van de Jordaan af, zodat het ook geen gebrek aan water had. Maar wel ontbrak het er aan grote, hoge bomen, die onontbeerlijk zijn omdat zij kwalijke dampen onschadelijk maken en elektriciteit opzuigen en zo de huizen beschermen tegen de uitwasemingen van de Dode Zee, die bij zuidenwind toch sterk merkbaar waren. Alle huizen waren slechts omgeven met tamelijk hoge struiken en enigszins verkommerde, lage bomen, omdat ze door de zoutdampen niet hoog konden worden. Dit te verhelpen was de weldaad die Ik het dorp wilde bewijzen.
Hoofdstuk 13: De Heer zegent het dorp - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] De bewoners bedankten Mij nu van gans er harte en vroegen Mij om hun te vertellen wie Ik eigenlijk was, waar Mijn kracht vandaan kwam enzovoort. Ik verwees hen echter naar Mucius en zei dat hij op al hun vragen het juiste antwoord wist en dat ze zich maar tot hem moesten wenden, dan zouden ze de juiste verklaring wel krijgen.
Hoofdstuk 13: De Heer zegent het dorp - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] We gingen nu weer terug naar de kamer waar we daarvoor waren, en Mucius bedankte Mij nogmaals voor alle weldaden die Ik hem en het dorp had bewezen.
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Tracht Mij steeds na te volgen, en doe vooral je best om geduldig te zijn! Want zie, ondanks alle, zeer vele gelegenheden waarbij bij jullie de draad van het geduld allang gebroken zou zijn, blijf Ik geduldig, luister kalm naar de vele d:vaasheden van de mensen en tracht hen te onderrichten op een manier die met afstotend werkt, en doe hun goed zoveel als mogelijk is. Kijk, Mucius, zo moeten jullie allemaal doen, wanneer jullie werkelijk Mijn leerlingen willen zijn!
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Mucius was na deze woorden van Mij zo ontroerd, dat hij niet in staat was ook. maar één woord te zeggen. Hij wilde aan Mijn voeten neerknielen, maar Ik tilde hem.liefdevol op, omarmde en zegende hem, waarna hij zich geheel gesterkt en in .zijn innerlijk diep bewogen naar Mijn leerlingen begaf, die hem allemaal liefdevol de hand drukten, zonder dat daarbij een woord werd gesproken; want waar de geest in het hart zich doet gelden, is de mond niet in staat om in woorden uit te drukken wat de ziel voelt.
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Nadat we door de voorde waren gegaan, richtten we ons recht naar het noorden via een zijpad, dat door een heel aangenaam heuvellandschap leidde. Dat gebeurde, omdat Ik de omgeving van Jericho wilde vermijden, en omdat Mijn leerlingen tijdens deze tocht, die eenzaam was en arm aan buitengewone gebeurtenissen, tot een hoger innerlijk niveau van voleinding moesten opklimmen.
Hoofdstuk 15: De Heer bereidt Zijn leerlingen voor op de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Maar laten we nu eerst onze lichamen versterken, en doe dan zoals Ik jullie heb gezegd! Onderzoek jezelf innerlijk, en als iemand een vraag in zichzelf bespeurt, laat hij die dan naar voren brengen! -Maar laat een van jullie gaan kijken wat ons geschonken is daar achter die bosjes!'
Hoofdstuk 15: De Heer bereidt Zijn leerlingen voor op de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)