Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 513 van 1166

...  501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526  ...
[7] Zie, jullie land is het oude Eden, waar Adam en Eva geschapen zijn, maar die het na de zonde moesten verlaten, en tot jullie er kwamen is het ook nog nooit door een mens ontdekt en bewoond! En zo zal het ook in de toekomst door niemand ontdekt worden, als jullie in Mijn liefde volharden!'
Hoofdstuk 115: Het land van de Indo-joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik troostte haar en zei tegen haar: 'Als je al sinds Mijn ontvangenis weet waarom Ik door jouw lichaam in deze wereld in het vlees ben gekomen, hoe kun je je dan nog zo zorgen maken als Ik de wil doe van de Vader, die in de hemel is? Maar ga nu met ons mee, met allen die bij je zijn; in het huis van onze vriend zul je veel te horen krijgen over wat Ik onder de mensen heb gedaan!'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'Ik beleef enkel grote vreugde aan zijn hart, dat rein, goed en edel is - maar de glans van goud, zilver en edelstenen heeft voor Mij geen waarde; maar omdat het Mijn vriend veel plezier doet Mij zo te eren, moet zijn vreugde hem niet afgenomen worden!'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maria zat aan Mijn rechterhand en Joël aan Mijn linker. Direct rechts van Maria zaten Kisjonah, Philopold, Jacobus en Johannes, en links van Mij zaten de vier Indo-joden, na hen de vrienden van Kisjonah en de vriendinnen van Maria; daarna kwamen al Mijn leerlingen, en zo was, zoals reeds gezegd, de grote tafel in een uitstekende orde bezet.
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maar Ik zei: 'Iedereen moet eten al naargelang de behoefte van zijn maag; Ik heb Mij verzadigd met de vissen, en meer heeft Mijn lichaam op deze wereld niet nodig. Maar let niet op Mij, en eet watje smaakt!'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Daarop nam Maria samen met Mij nog een vis en at die met brood en wat wijn. De vier vreemdelingen lieten zich echter alles goed smaken, evenals Mijn leerlingen; alleen de met Mij meetrekkende leerlingen van Johannes deden net als Ik.
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Ik ben het licht van al het licht en ben het leven van al het leven! Maar kijk nu eens naar de mensen, dan zul je je verbazen over het kleine aantal van degenen die gelovig en liefhebbend in hun hart op Mij toe zwemmen in het water van hun wereldse gezindheid en zich door Mij voor het rijk Gods laten vangen! Daarom vergelijk Ik alleen die paar mensen met vissen - die Mijn lievelingskost zijn -, die Mij, als het ware licht der wereld en als de zon van de hemel herkennen, op Mij toe zwemmen en zich door Mij voor het eeuwige leven laten vangen. - Begrijp je dit beeld?'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Ik zei: 'Mijn beste vriend, maak je om Mij maar niet bezorgd; het is voldoende dat Ik voor jullie allemaal zorg en waak! Wees nu blij, aangezien Ik nog zichtbaar temidden van jullie wandel; weldra zal de tijd komen dat Ik alleen in de geest van geloof en liefde in jullie midden zal zijn, - en dan zullen jullie niet meer zo vrolijk en opgewekt op deze aarde zijn en omwille van Mijn naam veel te verduren krijgen. Nu is het gehele Godsrijk in Mij bij jullie; maar dan zullen jullie het in jezelf moeten zoeken, vinden en behouden. Wees nu dus vrolijk en opgewekt! Ik eet nu alleen maar vissen, omdat die wat hun bewustzijn betreft het meest op de huidige mensheid lijken; ze moeten in Mij tot leven, tot geestelijk leven en het licht daarvan komen!'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[26] Als jij, vriend, geheel in de geest gewekt wilt worden, volg dan Mijn raad op, dan zal je weldra alles duidelijk worden, watje nu nog bedenkelijk en hier en daar twijfelachtig voorkomt!'
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[28] Ik zei: 'Maria, ben Ik niet van Mijn kinderjaren tot Mijn dertigste jaar onder jullie geweest? Heb Ik jullie niet heel vaak over Mijzelf onderricht en Mijn woorden ook met allerlei tekenen bevestigd? Ben Ik niet ook naderhand naar Nazareth gekomen, en heb Ik daar niet onderwezen en tekenen gedaan? Maar wat hebben de blinde mensen daar in en om Nazareth gezegd?
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[31] Diegenen van de mensen hier die in Mij geloofd hebben, zijn nog steeds bij Mij en zullen ook overal bij Mij blijven. Maar in Nazareth zal Ikzelf niet meer onderrichten en tekenen doen; dat zullen Mijn leerlingen later in Mijn naam wel doen.
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Nu zei Maria met een zekere ongerustheid tegen Mij: 'Mijn geliefde Zoon Jezus, als deze grootste vijanden van Jou Je nu maar niet herkennen; want in Nazareth heb ik omwille van Jou van de plaatselijke overste veel kwade woorden en oordelen te verduren gehad en ik heb mij voornamelijk naar deze eenzame plek begeven om met rust gelaten te worden door de overste en zijn aanhangers. Dezen hier trekken zeker het land in om opnieuw inlichtingen in te winnen over Jou en wat Je doet. Twee van hen komen mij erg bekend voor, en ik heb hen vanwege Jou al verschillende keren in Nazareth gezien.'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Ik zei: 'Wees er maar helemaal niet bezorgd om of ze Mij wat Mijn persoon betreft kennen of niet; in de geest zal dit soort Mij pas herkennen, als Ik gericht over hen zal houden. Maar dan zal hun herkenning te Iaat zijn en hun volledige ondergang bewerkstelligen. Maar laten ook wij nu eten en drinken; want we hebben nog vissen, brood en wijn!'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[28] Kisjonah zei: 'Jullie liegen als jullie zeggen dat jullie hem niet persoonlijk kennen; want ik weet zelf maar al te zeker dat Hij al herhaaldelijk in Jeruzalem het volk openlijk heeft onderricht en Zijn leer ook door tekenen als puur goddelijk heeft bevestigd. Toen werden er heidenen bekeerd -maar jullie tempeldienaren hebben stenen in de hand genomen en wilden Hem stenigen! Als dat zo is - hoe kunnen jullie dan zeggen dat jullie Hem niet persoonlijk kennen?'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[30] Deel ons dus mee waar wij hem kunnen ontmoeten, horen en gadeslaan, dan zullen wij volgens onze eigen ervaring zelf kunnen beoordelen in hoeverre de grote beschuldigingen van de kant van de tempel tegen hem waar of vals en kwaadwillig verzonnen zijn. Wij zijn schriftgeleerden en weten alles wat er bij de profeten over de komende Messias geschreven staat; daarom nemen wij een nieuwe leer natuurlijk niet zomaar op het eerste gezicht aan, zoals het volk, dat meestal helemaal niet goed thuis is in de Schrift en door de heidenen al erg bedorven is.'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  501 - 502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526  ...