Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 514 van 1490

...  502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527  ...
[3] Kijk, deze Jezus van Nazareth, die volgens jullie tijdrekening geboren is in Bethlehem in het 4151 ste jaar na het ontstaan van Adam, en wel te middernacht op de zevende dag van de maand januari, is wat zijn uiterlijke geboorte betreft evenzeer een jood als jullie dat zijn!
Hoofdstuk 86: Het getuigenis van Marcus over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar als wij, blinde heidenen, nu inzien dat Hij de grote Messias van de wereld is en Hem ook als Heer over ons en over alle heersers op aarde prijzen, hoewel Hij uiterlijk beschouwd, zoals reeds opgemerkt, alleen maar een jood is, die als zodanig bij ons geen bijzonder aanzien geniet, wat heeft jullie dan tegengehouden om deze voor jullie zo grote en eindeloos verheven landgenoot direct te herkennen als Degene die Hij zonder enige twijfel is?! Is het niet ook een eer voor jullie dat wij, in aards opzicht machtige Romeinen, Hem, die wat Zijn uiterlijke geboorte betreft een jood is, erkennen en prijzen als een Heer en Meester over alle heren der wereld? Daardoor geven wij immers ook getrouw, openlijk en waarachtig te kennen dat Hij ons Romeinen in de geest van alle waarheid volkomen overwonnen heeft; en voor die bekentenis zullen wij ons ook nooit schamen, omdat het ons alleen maar tot de grootste eer strekt dat Hij ook ons als Zijn kinderen opgenomen heeft onder Zijn almachtige en vaderlijke scepter! En jullie joden houden in jullie hoogmoed en in jullie grote blindheid alleen maar de ene beraadslaging na de andere hoe jullie Hem, de almachtige Heer van alle heerlijkheid, kunnen grijpen en zelfs doden! Zeg ons, heidenen, nu hoe dat bij jullie zelfs ook maar denkbaar kan zijn!'
Hoofdstuk 86: Het getuigenis van Marcus over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Na deze heftige toespraak van de Romein Marcus werden de Farizeeën nog schichtiger en wisten niet wat ze hem konden antwoorden.
Hoofdstuk 86: Het getuigenis van Marcus over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Dit zijn, hoge Romein, heel duidelijk de redenen waarom de tempel dienaren nu ook zo fel ten strijde trekken tegen deze Nazarener, die wij, die nu hier zijn, echter volgens de volle waarheid voor de beloofde Messias houden. Zij zeggen: 'Laten we hem eerst grijpen en doden, dan zal wel blijken of hij de beloofde Messias is, of er een God bestaat, en of alle profeten geen bedriegers van mensen waren!'
Hoofdstuk 87: De redenen van de tempeldienaren voor hun houding tegenover de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Daarop zei de Romein Marcus: 'Voor deze nu volkomen openhartige toelichting van jou ben ik je zeer erkentelijk, en wij Romeinen zullen binnenkort wel weten wat wij met een dergelijk priesterdom moeten doen. Wanneer de mensen zich alleen maar vanwege de lucratieve functie aan het priesterschap wijden en niet vanwege de eeuwige waarheid uit God, wordt het tijd om een dergelijk slecht priesterdom met wortel en tak uit te roeien en het door een beter en waarachtiger priesterdom te vervangen!
Hoofdstuk 88: Cultus en priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar zolang een mens zich nog onder een bepaald goddelijk aanzien priester zal laten noemen en zich als zodanig door zijn medemensen zal laten eren en betalen, zolang men tempels zal bouwen, sabbatten en andere feestdagen zal houden en met allerlei ceremoniën plechtig zal vieren, zal het er voor de mensheid slecht uitzien. Is van God uit niet iedere dag een dag des Heren, waarop men God in zijn hart gelovig en boven alles liefhebbend belijdt en de naaste geestelijk en lichamelijk goed doet? Ik huldig nu deze mening, die vrij is van ieder vooroordeel en ik geloof, dat iedereen die nadenkt ook de mening zal zijn toegedaan, die ik nu uitgesproken heb.'
Hoofdstuk 88: Cultus en priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Daarop zei de schriftgeleerde: 'Voor jouw mening, hoge Romein, is volgens het menselijke verstand veel te zeggen; maar wij moeten ook rekening houden met wat God door de grote profeet Mozes heeft ingesteld, want er wordt uitdrukkelijk gezegd: 'Zes dagen moetje werken; maar op de zevende dag, de sabbat, moetje rusten en je van al het zware, slaafse werk onthouden; je moet deze dag wijden aan God, je Heer, en alleen Hem dienen op de manier, zoals die door Aaron aan het volk is voorgeschreven!'
Hoofdstuk 88: Cultus en priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ik ben ook tegen een kastenachtig priesterdom, maar bij ieder volk moeten er toch oudsten en rabbi's zijn; want niet ieder mens heeft de geest en het talent om zich tot een ware rabbi te ontwikkelen, en al heeft zo nu en dan een gewoon mens geest en talent, dan ontbreekt het hem aan tijd en de juiste middelen! Daarom heeft Mozes de stam Levi bestemd voor het priesterschap en aan de andere stammen de tiende opgelegd, waaruit deze stam onderhouden moest worden, zodat die zich geheel en al aan het leraarschap zou kunnen wijden.
Hoofdstuk 88: Cultus en priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Daarmee wil Ik echter niet zeggen dat jullie daarom de orde van de tijd en het tellen van de uren, de dagen, de weken, de maanden en de jaren helemaal buiten beschouwing moeten laten; dat kunnen en moeten jullie in ieder geval ook doen. Maar jullie moeten niet bepaalde dagen, omdat ze in de week of in de maand of in het jaar de zoveelste zijn en deze of gene naam dragen, voor beter en heiliger houden dan andere; want het getal en de naam zijn helemaal niet van belang, maar alleen het leven en handelen volgens de geopenbaarde wil van God.
Hoofdstuk 90: De juiste heiliging van de sabbat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] En wanneer dat overeenkomstig Mijn belofte zeer zeker zal gebeuren, zoals dat in de tijd van de aartsvaders en ten tijde van de profeten ook altijd gebeurd is, dan denk Ik dat het tijdens de zes werkdagen ook voor de rabbi van de gemeente bepaald niet zonder nut zou zijn, als ook hij, als een voorbeeld voor zijn gemeente, een of ander goed en nuttig handwerk zou verrichten om daarmee zijn dagelijks brood te verdienen. Zodoende zou hij de leden van de gemeente niet om alles hoeven vragen, en deze zou hem vervolgens beslist des te meer respecteren en navolgen, omdat zij in zijn bezigheden thuis het mooiste en meest ware bewijs van zijn onbaatzuchtigheid, zijn liefde en gerechtigheid ten aanzien van de gemeente voor ogen zou hebben.
Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] O, iets anders is het voor degenen die Ik nu overal naartoe stuur om het evangelie aan alle volkeren op aarde te verkondigen! Deze eerste boodschappers van Mij hebben geen tijd en ook geen gelegenheid om met hun handen hun brood te verdienen; daarom geldt voor hen ook: eet en drink wat jullie op tafel wordt voorgezet! En verder: maak je geen zorgen voor de volgende dag, wat jullie zullen eten en drinken en waarmee jullie je lichaam zullen kleden -want dat zou zeer duister en heidens zijn! -maar tracht vóór alles met alle vlijt en ijver Gods rijk en de daarbij behorende gerechtigheid onder de volkeren te verbreiden, dan zal al het andere jullie als vanzelf toevallen; want de Vader in de hemel weet wat jullie nodig hebben! Maar, zoals gezegd, dat moet alleen gelden voor degenen die Ik nu overal naartoe gezonden heb; waar eenmaal vaste en gevestigde, in Mijn naam gestichte gemeenten zullen bestaan, daar moet dan Mijn eerder uitgesproken mening in praktijk gebracht worden!
Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Want voor iemand die op een sabbat tegen zijn naaste gezondigd heeft, was die sabbat werkelijk geen sabbat! Maar voor iemand, die op een andere dag zijn naaste iets goeds gedaan heeft, was ook deze andere dag een volmaakte sabbat.
Hoofdstuk 90: De juiste heiliging van de sabbat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Nu heeft de schriftgeleerde in jou gesproken; maar hij heeft met deze woorden ook duidelijk laten zien dat hij de Schrift nog nooit ook maar in het minst begrepen heeft - en het allerminst de boeken van Mozes! Destijds was het voor de in Egypte sterk ontaarde joden noodzakelijk dat hun een dag werd aanbevolen, waarop ze zouden rusten van het slaafse werk en naar Gods woord konden luisteren; want zonder zo'n gebod zouden ze net als voorheen, zoals ze daar in Egypte aan gewend waren geraakt, vast geen enkele dag rust hebben gekregen en er al helemaal niet toe gekomen zijn om naar Gods woord te luisteren. Want het joodse volk was zinnelijk en dag en nacht waren ze alleen maar bezig om te kijken hoe ze zich middelen konden verschaffen om hun buik met vlees te vullen Daarom gaf God destijds ten eerste om heel natuurlijke en ten tweede om geestelijke redenen een bepaalde dag om te rusten en om naar Gods woord te luisteren, en wel dezelfde dag als de aartsvaders tot rustdag gekozen hadden, namelijk de sabbat.
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'Zie, sinds de eerste tijden van de mensen is het gebruikelijk geweest om de week in zeven dagen te verdelen; deze indeling leiden de mensen langs natuurlijke weg af van de maankwartieren en langs bovennatuurlijke weg, die hun geopenbaard werd, van de zeven geesten in God, waarvan jullie ook iets gehoord, maar nog nooit ook maar één woordje begrepen hebben.
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Van de zeven geesten nu is het de zevende, die als het ware met terugwerkende kracht alle zes voorafgaande door en door zuivert en verzacht, en deze zevende geest heet daadwerkelijke erbarming. En kijk, ook om die reden heeft God bij monde van Mozes de zevende dag tot sabbat bestemd, zodat jullie je op die dag van de slaafse arbeid voor jullie eigen buik zouden onthouden en bij de samenkomst voor de tent, waarin de ark stond, naar jullie arme broeders en zusters, weduwen en wezen zouden omzien en je metterdaad over hen zouden ontfermen; want dat houden immers de hele wet van Mozes en alle profeten in, namelijk dat jullie in volkomen geloof in God en in liefde tot Hem aan jullie arme naasten de werken van de echte barmhartigheid zullen doen, en dat is ook de enige ware en Mij welgevallige godsdienst!
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  502 - 503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527  ...