Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 515 van 1490

...  503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528  ...
[8] De schriftgeleerde zei: 'O Heer en Meester, dat zal ik nu en ook voor altijd wel achterwege laten; want nu pas heb ik duidelijk ingezien dat U werkelijk de Gezalfde van God bent! Ja, U hebt in alle opzichten gelijk en het verwijt dat U ons tempeldienaren maakt is waar en meer dan terecht. Maar helaas zijn wij gevangen door de tempel en kunnen niets doen voor deze hoogst ware goddelijke aangelegenheid, die U nu uiteen hebt gezet.
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar U, o Heer, bent machtig; doe volgens Uw genade, liefde en wijsheid wat U welgevallig is! Maar al blijven wij in de tempel, wij zullen werkelijk in geen enkele vergadering meer een woord ten nadele van U spreken, maar wel bij gelegenheid aan de hogepriesters tonen hoe het met deze zaak zit. Maar als U ons speciaal zou willen aangeven wat wij moeten doen, dan zullen wij dat ook doen om in genade door U aangenomen te worden. Heer en Meester, wat is Uw wil met ons en ten aanzien van ons?'
Hoofdstuk 92: Over het invoeren van de sabbat (8.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Kijk eens, Mijn lieve Martha! De mensen die Mijn woord horen en ernaar leven zijn Mijn liefste voedsel en ook Mijn liefste drank! - Heb je deze woorden nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 93: De lievelingsspijs van de Heer (13.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zei: 'Wel, Mijn lieve vriendin, jij bent nog niet zo diep doorgedrongen in de dingen van de geest! Bedoel Ik nu voedsel voor de geest of voedsel voor het lichaam, als Ik zeg dat die mensen Mijn lievelingsvoedsel en Mijn lievelingsdrank zijn, die Mijn woord horen, het ter harte nemen en ernaar leven en handelen? Ik zeg jou en ook allen die hier zijn: de mens leeft niet alleen van brood en wijn, maar veeleer van ieder woord dat uit Gods mond komt, als hij ernaar handelt; en zodoende is Gods woord een uiterst voortreffelijk voedsel voor de gehele mens, terwijl het brood van deze aarde alleen maar zijn sterfelijke lichaam voedt en niet tevens zijn ziel en zijn geest.
Hoofdstuk 93: De lievelingsspijs van de Heer (13.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Na deze woorden van Mij haastte Martha zich samen met haar zuster Maria en begeleid door Maria van Magdala naar buiten naar de grote keuken, waar ze de vijver aantroffen vol met de beste vissen uit de rivier de Jordaan en hun verbazing daarover was groot. Ze kwamen snel weer terug en vertelden het wonder aan iedereen en aan hun dankbare verbazing kwam vrijwel geen einde.
Hoofdstuk 93: De lievelingsspijs van de Heer (13.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'Inderdaad, zoals Ik jullie op de Olijfberg al gezegd heb; toch zien jullie temidden van deze vele zonnen ook verscheidene centraalzonnen waar, zoals jullie reeds bekend is, de planetaire zonnen met al hun planeten in grote cirkels omheen bewegen, en ook zien jullie die grotere centraalzonnen weer, waaromheen zich hele zonnegebieden bewegen, en ook een paar van die centraalzonnen, waar hele zonnenallen zich in uiterst grote cirkels omheen bewegen. Maar het zou van weinig of helemaal geen nut voor jullie zijn, als Ik ze jullie nu ook met de vinger zou aanwijzen; wanneer jullie echter in je geest gewekt zullen zijn, zal de Geest van het meest innerlijke leven en alle waarheid jullie zeker in al het licht binnenleiden. En hoe dat mogelijk is en zal zijn, heb Ik jullie op de Olijfberg al enkele malen zelf aanschouwelijk laten ervaren. Hier kan Ik voor jullie alleen maar herhalen dat er in het huis van Mijn Vader heel vele en grote woningen zijn'
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Marcus zei nogmaals: 'Heer en Meester, ik dank U ook voor deze les! Maar nu zou ik van U toch ook heel duidelijk willen horen waar de zon zich nu bevindt! U hebt ons wel laten zien, en wel op een zeer wonderbaarlijk doelmatige wijze, dat alle hemellichamen de vorm van een ronde bol hebben, en deze aarde dus ook; maar in mijn jonge jaren was ik aan het werk in het uiterste zuidwesten van Spanje en daar zag ik het begin van een ontzettend grote zee die zich ver uitstrekte. Met verscheidene metgezellen beklom ik daar één van de hoogste bergen aan de kust om te zien of deze zee misschien, net als de Middellandse Zee, toch nog ergens zou eindigen. Maar daar vergiste ik mij geweldig in; want van enig einde was er in de verste verte geen spoor te ontdekken! Waarheen we onze scherpe ogen ook maar naar het westen richtten, we ontdekten niets anders dan water en nog eens water.
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Maar dat de zon van Spanje uit gezien in het verre westen ondergaat zonder een schemering achter te laten, vooral op heldere avonden zonder nevel, daarvan ligt de oorzaak vooral in de grote en wijd uitgestrekte luchtmassa, waar uiteindelijk het licht van de zon ook net zo moeilijk doorheen dringt als het doordringt tot op de diepe bodem van de zee. Waar deze ondiep is, zul je nog voldoende licht op de zeebodem kunnen zien, omdat het licht slechts te maken heeft met een watermassa die heel ondiep is; maar waar de zee eenmaal zo'n 20 tot 100 manslengten diep is, zul je geen door de zon verlichte grond meer kunnen waarnemen. Kijk, dat is dus een reden waarom de zon in het verre westen van de zee dikwijls zonder schemering ondergaat!
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Wanneer Ik nu een groot voorwerp ergens op ongeveer de afstand van de maan tot deze aarde zou plaatsen, zou je direct zien dat de zon niet in de zee van deze kleine aarde is ondergegaan, maar zich nu net als overdag vrij in de lucht bevindt en alle planeten die om haar heen cirkelen haar licht geeft alsook haar warmte. Wat nu op deze aarde, zoals ook op de andere aarden, die jullie planeten noemen, de dag en de nacht veroorzaakt, heb Ik jullie al meer dan voldoende getoond, daarom kun je je opvatting vanuit een werelds standpunt nu wel helemaal laten varen.'
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen Marcus Mij zo prees omdat Ik hem deze verklaring had gegeven, zei Ik tegen hem: 'Je hebt nu heel goed gesproken en met jouw lof Mijn hart een echte en ware vreugde bezorgd; want wie een gering lijkende gave niet eert, is ook geen grotere waard. Maar Ik zeg jullie dat Ik het steeds zo doe als jullie in de hele natuur van de aarde kunnen zien: wanneer Ik iets groots schijn te doen, is het effect om heel wijze redenen minder; maar wanneer Ik iets nauwelijks merkbaar schijn te doen, is het gevolg steeds eindeloos groot en onverwoestbaar, Daarom zouden jullie kunnen zeggen dat Ik in het grote klein, maar in het kleinste eindeloos groot ben!
Hoofdstuk 95: Over de kracht van het kleine - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Zo verbazen de mensen zich ook over heel hoge bergen, brede rivierengrote meren en zeeën en slaan nauwelijks acht op een vruchtbare heuvel en een zuivere bron die hun dorst lest; maar bij Mij staat de vruchtbare heuvel ver boven de onvruchtbare Ararat en de zuivere bron ver boven de oceaan. Want deze zijn reeds zeer verwant met het leven uit Mij; maar de Ararat en de oceaan staan nog heel diep in het gericht en staan nog ver van het leven af
Hoofdstuk 95: Over de kracht van het kleine - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar aangezien wij nu reeds hier het onbeschrijfelijke geluk hebben om U als de eeuwige Meester van alle dingen in levenden lijve onder ons te hebben, zou het werkelijk onvergeeflijk zijn wanneer wij, weetgierige Romeinen, ons niet met nog allerlei vragen tot U zouden richten -want U alleen kunt ons immers zeggen, hoe het met deze en andere dingen gesteld is - en zo heb ik nu bij deze gelegenheid nog een kleine vraag.'
Hoofdstuk 95: Over de kracht van het kleine - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] De aarde ademt dus ook, en wel om de zes uur. Zes uur heeft ze nodig om in te ademen en zes uur om uit te ademen. Welnu, dat in en uitademen wordt op de hele aarde waargenomen, en wel vier keer, door middel van een periodieke wind die, hoewel die voor de hele aarde op hetzelfde tijdstip voortgebracht wordt, aan de oppervlakte niet gelijktijdig waargenomen kan worden. Want vanwege het dagelijkse draaien van de aarde om haar as en de door deze beweging van de aarde steeds wisselende stand van de zon boven de aarde, kan het van het oosten tot aan het westen niet gelijktijdig middag of morgen, avond en middernacht zijn.
Hoofdstuk 96: Het ontstaan van de wind - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] En daarmee, vriend Marcus, is deze verklaring van de natuurlijke oorzaak van het ontstaan van de winden voorlopig voldoende; meer hierover zal jouw eigen geest je op de juiste tijd meedelen, alsook aan iedereen die in de geest wedergeboren wordt.
Hoofdstuk 96: Het ontstaan van de wind - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Maar dat er op de achtergrond geesten aan het werk zijn bij alles wat er op de aarde en ook op alle andere hemellichamen gebeurt, heb Ik jullie al getoond, en daarom kunnen we deze verklaringen nu beëindigen.
Hoofdstuk 96: Het ontstaan van de wind - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  503 - 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528  ...