17481 resultaten - Pagina 516 van 1166
... 504 - 505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 ...
[15] Toen Rafaël tegen de middag klaar was met zijn onderricht, kwamen Ik, Kisjonah en Philopold ook weer het huis binnen, en de zeven Farizeeën met hun dienaren, de vier Indo-joden en ook Mijn leerlingen jubelden Mij dank toe, omdat Ik toegelaten had dat zij door de drie engelen over zulke grote en belangrijke dingen onderricht werden.Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] De Samaritanen zeiden: 'Vrienden, wij hebben Zijn leer, en leven en handelen daar strikt naar, en sommigen van ons hebben al de alles tot leven wekkende kracht van deze leer in zichzelf gevonden en loven en prijzen God, omdat Hij Zich nu zo onmiskenbaar over Zijn volkeren heeft ontfermd! Maar er zijn er velen onder ons die, evenals wij, de grote Meester persoonlijk zouden willen zien en horen, zolang Hij nog op deze aarde rondwandelt; maar ze hebben de gelegenheid en ook de middelen niet om Hem achterna te reizen. Daarom hebben ze ons afgevaardigd om Hem uit aller naam te gaan zoeken en Hem de passende dank over te brengen en de alleen aan Hem toekomende eer te geven. Daarom zijn wij hierheen gekomen, en we zullen dit dorp niet verlaten voordat wij in Hemzelf de Heer en Meester aller meesters begroet zullen hebben!'
Hoofdstuk 123: Samaritanen zoeken de Heer (9.2.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Een ander zei: 'Je hebt wel helemaal juist geoordeeld! Ook al zou ik niet weten dat Hij de Heer is, dan zou Zijn te verheven en edele gestalte mij al zo'n grote eerbied inboezemen, dat die mijn moed zou verlammen en mijn tong onbeweeglijk zou maken. Laten we daarom maar heel rustig aan onze tafel blijven en in stilte luisteren naar wat Hij tegen iemand zal zeggen! Hem alleen zij al onze liefde, alle eer en alle lof!
Hoofdstuk 126: De Samaritanen bewonderen de verschijning van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Als jullie Mijn leerlingen willen zijn, laat jullie harten dan in het vervolg niet meer door zulke onzinnige gedachten bekruipen en uiteindelijk zelfs helemaal gevangen nemen!'
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] En hij gaf hun vriendelijk ten antwoord (Kisjonah): 'Eten en drinken jullie maar, mijn beste vrienden, en wees blij en geheel onbezorgd!'
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] O, de verspreiders van deze leer, die nu werkelijk lichamelijk vanuit de hemelen op ons toekomt, zullen het niet gemakkelijk hebben, ook niet als ze met de macht van deze drie jongemannen begiftigd zouden zijn! Want men zal hen uitmaken voor overspannen bedriegers en bovendien voor magiërs uit de school van de Essenen en derhalve ook voor leugenaars, bedriegers en volksopruiers en hen vervolgen en martelen.
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Dat is zo mijn mening; want hoe helderder op een dag de zon schijnt, des te pijnlijk duisterder wordt dikwijls de daarop volgende nacht, waarin duistere onweerswolken de sterren van de hemel dicht bedekken. Maar de Heer zij alle lof, omdat wij waardig waren deze zeer heldere dag mee te maken en daarop voor de ogen van de Heer te wandelen! ,
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen stond Ik op van Mijn stoel en begaf Mij naar de tafel van de Samaritanen, die ook haastig van hun stoelen opstonden en met diepe eerbied tegen Mij zeiden (de Samaritanen): 'O Heer, Heer! Wij zijn zondaars en niet waardig dat Uzelf naar onze tafel komt, maar spreek slechts één woord over ons uit, opdat wij sterk worden in Uw licht!'
Hoofdstuk 129: God vrezen en God liefhebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'Je hebt goed geoordeeld en Mij het juiste antwoord gegeven; zo moeten ook jullie als het kind zijn dat zijn ouders meer liefheeft dan vreest, en heb God dus lief als de eeuwige Vader van alle mensen, meer dan dat jullie Hem vrezen als een onverbiddelijke rechter, dan zullen jullie ook niet meer zo'n grote vrees of schroom hebben voor Mijn aanwezigheid bij jullie als dat tot nu toe het geval was!
Hoofdstuk 129: God vrezen en God liefhebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Als jullie dat nu goed hebben begrepen, zullen jullie Mijn aanwezigheid ook gemakkelijk kunnen verdragen en dan zullen jullie niet meer in jezelf de wens hebben om uit louter vrees en schroom voor Mij zo snel mogelijk weer hier vandaan te gaan!'
Hoofdstuk 129: God vrezen en God liefhebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Daar waren allen mee tevreden en aten en dronken nu zonder schroom verder, en Ik ging weer naar Mijn plaats.
Hoofdstuk 129: God vrezen en God liefhebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen Ik weer op Mijn plaats zat tussen Mijn leerlingen, prezen dezen de Samaritanen en hun ijver.
Hoofdstuk 130: Gabriëls getuigenis over Maria (19.2.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar bij de Samaritanen, over wie door de tempel vele duizenden van de afschuwelijkste banvloeken zijn uitgesproken, woont de geest des Heren, zoals nu duidelijk gebleken is, en die zal hen niet verlaten zolang ze blijven zoals ze nu zijn. Ik heb zelf vroeger geen vrede met hen kunnen vinden, omdat ze zich van de tempel hebben losgemaakt; maar van nu af aan wil ik hen tot mijn vrienden rekenen, en hun Gerizim staat hoog boven de tempel van Salomo.'
Hoofdstuk 130: Gabriëls getuigenis over Maria (19.2.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen wij bij de oever waren, waar grote golven tegenaan sloegen, zei Kisjonah, en ook Philopold, tegen Mij: 'Heer en Meester! Mijn knechten hebben in natuurlijk opzicht toch een heel juiste opmerking gemaakt - zonder goede schepen en deugdelijke, sterke netten zal er op een natuurlijke manier niet veel te beginnen zijn. Voor U, o Heer, is natuurlijk niets onmogelijk, maar wij mensen kunnen alleen iets met veel moeite tot stand brengen, als de gelegenheid en de omstandigheden daarvoor gunstig en aanwezig zijn.
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De oude boten waren echter voor de helft volgelopen met water, en de knechten en ook Mijn leerlingen begonnen met het uitscheppen van het binnengedrongen water en stopten enkele lekke plekken met lappen dicht, om de boten enigszins bruikbaar te maken; de Samaritanen begonnen inderhaast de beschadigde netten zo goed mogelijk te repareren, en op die manier ontstond er een redelijk bruikbaar vistuig. Een deel van de knechten haalde een benodigd aantal vaatjes, om de gevangen vissen in te kunnen leggen, en ze zo naar de grote bassins te kunnen brengen.
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)