Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 517 van 1112

...  505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530  ...
[15] Bij deze gelegenheid zagen we een vluchtende gazelle, die door een jakhals achtervolgd werd. In korte tijd had de jakhals de gazelle ingehaald en zich daar een ochtendmaal mee verschaft, en het kostte hem, ongeveer vijfhonderd passen bij ons vandaan, niet veel tijd om met zijn buitgemaakte ochtendmaal klaar te komen. Daarna begaf hij zich heel langzaam verder naar het zuiden, om misschien elders nog een middagmaal buit te maken.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Maar tamelijk hoog in de lucht vloog er een Arabische reuzenadelaar, die vanuit zijn hoge positie al gauw de sluipende jakhals zag; hij liet zich vanaf zijn hoogte pijlsnel bovenop hem vallen en droeg hem ondanks zijn verzet hoog de lucht in. Toen liet hij hem vallen op een plaats die overal erg steenachtig was. Begrijpelijkerwijze bezorgde dat de jakhals de dood; de adelaar daalde snel naar beneden, overtuigde zich ervan dat de jakhals werkelijk dood was, pakte hem opnieuw in zijn klauwen en vloog met hem in zuidelijke richting naar een gunstige plek, waar de jakhals samen met de door hem opgegeten gazelle de reuzenadelaar tot ontbijt moest dienen.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Na dit korte tafereel zei de opperstadsrechter: 'Heer en Meester, dit soort taferelen van elkaar over en weer opeten onder de dieren, en de ernstige ziekten die aan de dood van een mens voorafgaan zijn voor mij steeds een onwijze en wrede aanblik geweest -terwijl de inrichting door een of verschillende goden toch wijs geacht moet worden. U zult wel weten waarom dat allemaal zo is en moet zijn; maar mensen als wij kunnen zich daar met de beste wil geen duidelijke voorstelling van maken!'
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Vele kinderen sterven al in het lichaam van hun moeder, een veel groter aantal spoedig na de geboorte binnen twee tot drie jaar, maar de meesten tussen vier en twaalf jaar. De kinderen die dan nog een rijpere leeftijd bereiken, moeten ten eerste verstandige ouders hebben, een kuis en gezond, eenvoudig leven leiden en zich niet kwaad maken en ergeren. Zo kunnen ze nog een heel goede en draaglijke gezondheid bereiken en ook zestig, zeventig, tachtig jaar en ouder worden; maar dan is hun hoge leeftijd zelf al zo goed als een ziekte, die nog altijd een gevolg is van het moederlichaam en voor het merendeel ook afkomstig is van de jeugdzonden.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] De aarde is groot genoeg om nog duizendmaal zoveel mensen te voeden als er nu mensen op de aarde leven; maar de hebzucht, de gretigheid en de zucht zich te verrijken heeft de landerijen afgegrensd en gemarkeerd, en degenen die het rijkst, gierigst en machtigst zijn hebben vaak de grootste en beste stukken land tot hun eigendom gemaakt en iedereen vervolgd die zich daartegen wilde verzetten. En zo is het gekomen dat menig mens honderdduizend maal meer uitstekend land bezit dan hij nodig heeft voor het levensonderhoud van zichzelf en zijn gezinsleden.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Daarentegen moesten dan weer vele honderdduizenden naar de kusten van de zee gaan en daar hun slechte en ongezonde voeding uithalen. Daardoor werd de scheepvaart uitgevonden, en de mensen voeren wijd en zijd langs de oevers van de zee en jaagden stoutmoedig op de schatten en rijkdommen die de zee in zich verborg; en zo leven er heden ten dage heel grote volkeren bij en van de zee, wat allemaal bij de eerste mensen op aarde niet het geval was.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Zo gaat het met de vogels, met de vissen in het water en talloze andere dieren in dat element, en zelfs de andere (land)dieren en de mensen beleven grote vreugde aan de zon; derhalve is ze, zoals Ik al zei, zeker de grootste weldoenster van de aarde en haar schepselen -maar tegelijkertijd ook de grootste vijand ervan.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] En kijk, zoals de zon zich tot de aarde verhoudt, verhouden alle schepselen op aarde zich min of meer ten opzichte van elkaar!
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Dat is bijvoorbeeld al onder de elementen het geval. Is het water na de zon niet een van de grootste weldoeners op aarde? Wenst niet iedere boer, wiens akkers, weiden en tuinen droog worden, een zegenrijke regen? En als die komt, begint in zekere zin al het geschapene vol blijdschap te juichen!
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Evenzo .gaat het bij de planten, waar veel edele bij zijn, maar nog meer onedele, die jullie met het woord 'onkruid' aanduiden. Als iemand een schone akker heeft om zijn tarwe en gerst te zaaien, zullen deze twee edele graansoorten zich ook wel goed en zuiver ontwikkelen; maar als er een vijand zou komen die 's nachts een hoeveelheid onkruidzaad op de tarwe en gerstakker zou strooien, en het onkruid zou dan tussen het edele graan opkomen, dan zou het dat weldra verdrukken en verstikken.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Er bestaan trouwens plantensoorten die ervoor zorgen dat er geen andere planten opkomen, wanneer ze zich meester hebben gemaakt van een groter of kleiner stuk land.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Het ziek worden dat tegenwoordig voorafgaat aan de lichamelijke dood van de mensen is derhalve niets anders dan het gevolg van het bijna geheel verlaten van de aloude orde, maar is tegelijk ook een beschermer van de in menig mens nog gezonde ziel; want het zorgt ervoor dat de ziel zich geleidelijk aan uit haar slechte vlees terugtrekt, zich daardoor losmaakt uit de boeien van de kwade zielensubstanties van haar lichaam en, als die te erg beginnen huis te houden, zich met hulp van haar betere geest van gene zijde nog bijtijds voor altijd uit haar lichaam verwijdert. Daarna heeft ze voor eeuwig nooit meer ook maar de geringste wens om zich ooit weer in een lichaam te begeven -behalve als ze al geheel en al boosaardig uit haar lichaam is getreden en dan, om zich bitter op het vlees te kunnen wreken, probeert binnen te dringen in het vlees van een mens die nog op aarde leeft om dat op de meest wrede en onbarmhartige wijze te martelen, wat jullie al dikwijls hebben gezien en meegemaakt bij door boze geesten bezeten mensen.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De uiterlijke, materiƫle vormen van de schepselen vernietigen elkaar wel over en weer, maar daardoor worden vele zielen die in die schepselen wonen vrij; de gelijksoortige verenigen zich en worden op een volgend, hoger niveau weer in een materiƫle vorm verwekt, en zo voort tot aan de mens.
Hoofdstuk 184: Het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Pas wanneer de ziel zich door zichzelf tot een bepaalde graad van geestelijke volmaaktheid heeft verheven, verenigt zich haar licht en liefdegeest van gene zijde met haar, en vanaf dat moment begint de mens in alles steeds meer op God te lijken; en als het lichaam dan van de ziel wordt weggenomen, is ze al een geheel op God gelijkend wezen en kan ze vanuit zichzelf alles tot bestaan roepen en ook door haar wijsheid in stand houden.
Hoofdstuk 184: Het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Je hebt nog gezien hoe de reusachtige adelaar zich tenslotte meester maakte van de jakhals, die zich reeds met de gazelle had verzadigd, ermee omhoog vloog en hem toen op een steenachtige bodem liet vallen; bij die gelegenheid vond dat roofdier een zekere dood, maar daarna werd het weer door de adelaar gegrepen en ver naar het zuiden gedragen, waar de adelaar tussen de steenrotsen zijn nest en thuisbasis had. Toen hij daar met zijn buit aankwam, liet hij zijn prooi nogmaals van een behoorlijke hoogte naar beneden vallen, omdat die hem al wat te zwaar werd.
Hoofdstuk 185: Het voorbeeld van een vereniging van dierlijke zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  505 - 506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530  ...