Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 518 van 1110

...  506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531  ...
[17] De dienaar zei: 'Degene die deze spijzen heeft voorgeschreven voor jullie genezing, heeft ze al betaald; eet en drink dus zonder je daar verder zorgen over te maken! Maar als jullie gezond worden, verval dan niet weer in jullie oude zwakheden en zonden, zoals jullie dat nog maar kort geleden in Joppe hebben gedaan nadat jullie voor de eerste keer door de twee leerlingen genezen waren!'
Hoofdstuk 186: De genezing van de zieken uit Joppe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] De dienaar zei: 'Vraag nu niet verder, maar eet en drink, opdat jullie weer gezond worden! Als jullie weer gezond zijn geworden, zullen we er nog wel over kunnen praten hoe ik die dingen te weten ben gekomen.'
Hoofdstuk 186: De genezing van de zieken uit Joppe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Eén van de genezenen, die een Griek was, geboren en getogen op het eiland Cyprus, maar zich later als visser in Joppe had gevestigd en voor het overige een heel ervaren mens was, zei tegen de dienaar: 'Vriend, het land waar ik geboren ben en waar ik bijna dertig jaar als ervaren visser heb geleefd en gehandeld, heet Cyprus en wordt ondanks zijn grote uitgestrektheid aan alle kanten door de grote zee omspoeld; het is buitengewoon vruchtbaar en in alle opzichten zó heilzaam en gezond, dat het tot een spreekwoord is geworden om te zeggen: 'In ons land kent men geen ziekte en hier sterft men niet!' Om die reden kopen rijke Romeinen, Grieken, Egyptenaren en ook Joden daar voor veel goud bezittingen, bouwen er prachtige woningen en leven dan heel blijmoedig in dat heerlijke land.
Hoofdstuk 187: De verbazing van de Griek over het heilzame maal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De dienaar zei: 'Noch de spijzen noch de wijn hebben jullie van je kwalen genezen, maar de genade en wil van Hem, ter wille van wie de twee leerlingen jullie hier naartoe hebben gestuurd en in wie jullie ten volle zijn gaan geloven, toen de twee leerlingen van Hem vertelden dat in Hem de volheid van de geest van de ene, enig ware God woont.
Hoofdstuk 187: De verbazing van de Griek over het heilzame maal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Met Zijn liefde, erbarmen, genade en wil waren deze spijzen en de wijn gekruid, en die geestelijke kruiden hebben jullie gezond gemaakt. Dank dus alleen Hem daarvoor en val, nu jullie weer helemaal genezen zijn, niet weer in jullie oude zwakheden en zonden terug, opdat jullie niet nog een keer kwalen oplopen, en wel ergere dan deze, waarvan jullie nu op wonderbaarlijke wijze genezen zijn!'
Hoofdstuk 187: De verbazing van de Griek over het heilzame maal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De dienaar zei: 'Ik heb geen opdracht gekregen om jullie dat te zeggen. Maar vat echte liefde voor Hem op, dan kan het ook nog wel gebeuren dat jullie Hem te zien krijgen!
Hoofdstuk 187: De verbazing van de Griek over het heilzame maal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Doe dus wat ik jullie nu heb gezegd; ik kan dat ook tegen jullie zeggen omdat ik Hem persoonlijk ken en, ofschoon ik slechts een dienaar van dit huis en mijn heer ben, zelf ook vervuld ben van de geest uit de eeuwige waarheid van Zijn leer.'
Hoofdstuk 187: De verbazing van de Griek over het heilzame maal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Daarop zei een schipper, die behoorlijk thuis was in de Schrift: 'Jullie komen uit Joppe, een stad waar nu meer heidenen dan echte, ware Joden wonen, en jullie zijn zelf derhalve meer heiden dan Jood. Wat maakt het de heidenen uit, of ze aan hun alles bij elkaar minstens tienduizend goden nog weer een nieuwe hele of halve god toevoegen?
Hoofdstuk 188: De genezenen en hun schippers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als jullie echte Joden zouden zijn, zouden jullie hetzelfde doen; maar aangezien jullie meer heidenen dan Joden zijn kunnen jullie doen wat jullie willen, want jullie hoeven je niet voor jullie geloof te verantwoorden tegenover de Farizeeën in de tempel te Jeruzalem!'
Hoofdstuk 188: De genezenen en hun schippers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De stem van de prediker in de woestijn -was Johannes de Doper, die op de velden van jullie blindheid voor God een baan effende, maar die door de naijver van de tempeldienaren, die Herodes aan hun kant wisten te krijgen, in de gevangenis terecht kwam en spoedig daarna onthoofd werd.
Hoofdstuk 189: De genezen visser bewijst de schippers de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Als wij ons nu gelovig als lammeren om Hem heen scharen en Hij ons met alle liefde van Zijn goddelijke hart leidt, zoals een goede herder dat met de ooien doet -wat wij maar te duidelijk en helder zien aan Zijn leer en Zijn daden -geloven wij dan soms, ook al zijn wij meer heiden dan Jood, in een andere, vreemde God dan alleen in Degene in wie we volgens het gebod van Mozes als enige moeten geloven? En doen wij er verkeerd aan, als wij Hem danken voor de aan ons bewezen genade en Hem alleen de eer geven?
Hoofdstuk 189: De genezen visser bewijst de schippers de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar dezen (de genezenen) zeiden:'Wij danken jullie nu voor je goede wil; maar wij zullen een andere weg naar huis nemen!'
Hoofdstuk 189: De genezen visser bewijst de schippers de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar de dienaar zei: ' Als het tijd wordt voor de nachtrust, zullen jullie dat net als iedere andere gast mogen; heb nu echter geduld tot de heren die al bijna de hele dag aangenaam op de berg doorbrengen, naar huis komen!'
Hoofdstuk 190: De arts vraagt naar het manna in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Wat gebeurde er echter intussen bij en onder ons op de berg, terwijl de armen beneden volgens Mijn wil werden behandeld, verzorgd en genezen?
Hoofdstuk 190: De arts vraagt naar het manna in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik heb er nu niet de minste twijfel over dat die mannaregen een puur wonder was, en wat ik zo eigenaardig vind is dan ook niet het onmiskenbare wonder, maar het feit dat geen enkel mens op één dag voor zichzelf en de zijnen meer van het manna mocht verzamelen dan precies wat hij volgens het voorschrift voor één dag nodig had. Alleen op vrijdag mocht iedereen ook voor de sabbat, waarop er geen manna uit de hemel viel, de voorgeschreven voorraad manna voor zichzelf verzamelen; als iemand echter op een andere dag een voorraad voor de volgende dag verzamelde, raakte die bedorven, vol wormen en begon te stinken en was derhalve voor mensen noch dieren te eten.
Hoofdstuk 190: De arts vraagt naar het manna in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531  ...