Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 518 van 1088

...  506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531  ...
[3] En het klopte allemaal en was waar zoals je van tevoren hebt aangegeven; maar om zoiets geheel naar waarheid te kunnen aangeven, moet je een grote ziener en profeet zijn - en jij bent toch een Galileeër, uit het land waar nooit een profeet zal opstaan! Hoe moeten we dat opvatten en begrijpen?'
Hoofdstuk 125: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De waard zei:'De oude in Bethsaïda heeft mij daar veel over voorgelezen uit de profeten en waar nodig ook toegelicht; maar ik denk dat de Messias, die niets minder dan God de Heer Zelf zal zijn, waarschijnlijk niet naar de Joden toe zal komen, zoals die nu met name in Jeruzalem en ook in veel andere plaatsen te vinden zijn en wier hart niet meer aan God, maar enkel aan de schatten en goederen van deze wereld hangt. En al zou Hij komen, dan zouden ze Hem toch niet herkennen; want Hij zal vast niet met wereldse pracht en praal komen, maar in alle deemoed, liefde en geduld, de leefwijze die Hij van alle mensen op deze wereld verlangt -en dan zullen de zeer hoogmoedige Joden en met name de voorname priesters, die overlopen van goud en edelstenen, Hem vast niet als de ware Messias accepteren.
Hoofdstuk 124: De Heer vraagt naar de Messias (26.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Degenen die met Mij meegekomen zijn, zijn Mijn leerlingen - behalve één, die zijn blik naar de wereld richt, hoewel hij wel weet en ook vast gelooft wie Ik ben en wat Ik allemaal al heb geleerd en gedaan. -Wat vind je daarvan?'
Hoofdstuk 125: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Nadat allen de wijn hadden geproefd, gingen ze naar hun voorraadschuren en hun provisiekamers en troffen daar een zeer grote hoeveelheid graan, meel en brood aan, en de waard vond in zijn provisiekamers ook nog een flinke hoeveelheid peulvruchten, waar met name hijzelf een vriend van was.
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Na een klein uur kwamen allen weer naar Mij toe en wilden Mij halsoverkop voor alles gaan bedanken.
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik zei: 'Heb maar geen schroom voor ons Joden! Wij hebben al verschillende keren Grieks en Romeins voedsel gegeten en zijn er niet onrein door geworden; want wat als voedsel, dat op een van ouds bekende manier zo zuiver mogelijk voor de mensen bereid wordt, naar behoefte en in de juiste mate via de mond in de maag komt, verontreinigt de mens niet, maar wat via de mond uit het hart komt, zoals laster, eerroof, kwaadsprekerij en allerlei leugens, vuile praat en allerlei gescheld, dat verontreinigt de gehele mens. Zet dus je op Griekse wijze toebereide vissen maar zonder schroom op tafel, vrouw, dan zullen wij daar gerust van eten!'
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Daarop begaf de vrouw van de waard zich direct naar de keuken en bracht verscheidene schalen met vis naar de tafel, en de kinderen brachten het benodigde eetgerei, natuurlijk van heel eenvoudig materiaal, zoals de arme inwoners van dit kleine plaatsje dat hadden.
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Ik ben nu een ware Bruidegom, en zij zijn Mijn bruiden en Mijn bruiloftsgasten. Zolang Ik bij hen ben, hebben ze nog nooit gevast en honger of dorst geleden; maar als Ik, de Bruidegom, van hen weggenomen wordt, zullen ze ook heel vaak moeten vasten en honger en dorst lijden. En als ze dan naar jullie toekomen, zal jullie vis hun heel goed smaken.'
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Omdat U, o Heer en Meester, ons al zo genadig bent geweest dat U ons steeds grotere verlangen naar U hebt bevredigd en persoonlijk naar ons toe bent gekomen in een tijd dat wij dat niet konden verwachten, hopen wij nu allen overeenkomstig Uw heilig woord met vast vertrouwen dat U ons nooit meer zult verlaten met Uw genade, liefde en zegen, nu wij Uw welbekende wil van nu af aan zeker nog veel trouwer in acht zullen nemen dan tot nu toe het geval was en kon zijn.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Maar het gaat hier om nog iets anders, en dat is, dat ook alle andere mensen op die manier in deze leer onderwezen moeten worden, om naar de geest daarvan te kunnen denken, willen, handelen en leven; want als een mens niets van een leer weet, kan hij die ook niet tot richtsnoer voor zijn denken, willen, handelen en leven maken.
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Wat moet er derhalve gedaan worden om alle mensen de leer te verkondigen die Ikzelf nu opnieuw vanuit Mijn hemelen naar jullie betere mensen heb gebracht, en wel met het meeste succes?
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Als mensen uit Bethsaïda en ook van andere plaatsen naar jullie toekomen en vragen, wanneer en op welke manier jullie landje zo bloeiend is geworden, doe dan hetzelfde als wat Ik jullie aanraadde met de vreemdelingen te doen: zegen in Mijn naam degenen die zonder moeite volledig geloven, dan zullen zij die zegen zeker gewaarworden!
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Laat die zegen echter daaruit bestaan, dat jullie degenen die zijn gaan geloven de handen opleggen en in jullie vaste vertrouwen op Mij en in jullie levende geloof in Mij tegen hen zeggen: 'God de Heer, die in de mensenzoon Jezus naar ons toe is gekomen en door de macht van Zijn woord en wil betuigde dat Hij de beloofde Messias is, zij met jullie, en door Hem zij de vrede met de mensen op aarde die in Hem geloven, Zijn geboden houden en van goede wil zijn!'
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Als jullie zelf.niet weer ten prooi willen vallen aan de oude dwalingen en allerlei duister bijgeloof van het duiden van tekenen op deze aarde en dat van die valse Zieners, die het lot van de mensen uit de sterren lezen, moeten jullie ook geheel naar waarheld weten hoe de aarde eruit ziet en hoe groot ze is en hoe dag en nacht ontstaan.
Hoofdstuk 129: Ter bestrijding van het bijgeloof verklaart de Heer de kosmos - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik zei: 'Vriend, de oude Egyptenaren kenden die dingen voor het grootste deel, en ook Mozes en vele andere wijzen kenden die, en Mozes heeft daar een groot boek over geschreven, dat tot in de tijd van de koningen bewaard bleef. Maar voor de priesters, die de aardse goederen najaagden, leverde die kennis veel te weinig op; daarom grepen ze naar de Egyptische astrologie en voorspelden de blinde mensen daaruit allerlei goede en slechte dingen en lieten zich daar zo goed mogelijk voor betalen.
Hoofdstuk 130: Over de Egyptische astrologie en andere dwalingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531  ...