Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 518 van 1112

...  506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531  ...
[1] Ik zei: 'Mijn vriend, nu spreek en oordeel je nog als een blinde! De joden waren weliswaar het uitverkoren volk van God - maar hebben ze zich er ook naar gedragen om datgene te zijn en te blijven, waartoe ze sinds de tijd van Abraham geroepen waren? Ze hebben zich uiterlijk wel op een heel dorre manier aan de wet gehouden en God met hun lippen geprezen, maar hun harten bleven verstokt en ver van God.
Hoofdstuk 187: De liefde van de Heer voor het Joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ze zijn door de mond van vele profeten en andere wijze leraren talloze keren vermaand over hoe ze zich tegenover God moesten gedragen; maar hebben ze ook maar enigszins naar die vermaningen gehandeld?
Hoofdstuk 187: De liefde van de Heer voor het Joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Als jullie in die werkzaamheden lauw worden, zullen jullie op zout lijken dat krachteloos en nutteloos is geworden. En als het zout krachteloos en nutteloos is geworden, waarmee moet men de spijzen dan op smaak brengen? Leer de volkeren dus vooral dat ze zich moeten hoeden voor de valse profeten en hun woorden noch hun tekenen geloven!
Hoofdstuk 188: Over valse Christussen, valse profeten en valse wonderen Wenken voor het gedrag van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Zeg Mij eens: lijken de Joden van nu in het Beloofde Land niet nog volkomen op de door Mozes uit Egypte bevrijde Israƫlieten, die in de woestijn, in plaats van vooruit te gaan om in het Beloofde Land te komen, enkel terugverlangden naar de Egyptische vleespotten en daarom Mozes verweten dat hij hen uit Egypte had weggeleid, waar het hun zo goed was gegaan? Zijn dergelijke mensen niet te vergelijken met die lelijke slijkdieren, die het licht van een bliksem niet kunnen verdragen en zich steeds achterwaarts in plaats van naar voren bewegen om hun voedsel te zoeken?
Hoofdstuk 188: Over valse Christussen, valse profeten en valse wonderen Wenken voor het gedrag van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Weliswaar zullen de Joden als zodanig nog onder de heidenen voortbestaan onder alle volkeren op aarde, en ze zullen nog op een Messias hopen, die echter niet meer zal komen; daarom zullen ze voortdurend lijken op dieren z~als honden en zwijnen, want een hond keert altijd terug naar wat hij heeft uitgespuwd en een zwijn naar de modderpoel waarin hij zich heeft gebaad en bevuild.
Hoofdstuk 188: Over valse Christussen, valse profeten en valse wonderen Wenken voor het gedrag van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] O, wie kan er iets aan doen dat de mensen hun vrije wil zozeer misbruiken en zich liever aan de leiband van de duivel laten rondleiden en verleiden dan Uw raad op te volgen, die hen zo graag wil verheffen tot alle vrijheid en hun het eeuwige leven in Uw rijk wil geven!
Hoofdstuk 188: Over valse Christussen, valse profeten en valse wonderen Wenken voor het gedrag van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Weldra kwam de arts die als tweede geroepen was. Hij was verstandiger dan de eerste en informeerde eerst hoe de zieke had geleefd, wat voor voedsel hij tot zich had genomen en door welke ziekten hij al vanaf zijn jeugd gekweld werd. En zo informeerde hij naar nog meer dingen waar een wijze arts naar dient te informeren, en aan de hand daarvan stelde hij zijn geneesmiddelen vast: voor de ene zieke dit, voor een andere weer heel iets anders. En kijk, die arts die deze moeite nam genas spoedig de zieken in het hele dorp, omdat hij de kunst verstond zijn geneesmiddelen af te stemmen op de verschillende karakters en eigenschappen van zijn zieken.
Hoofdstuk 189: De moeilijkheid van het ambt van leraar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wie niet met de wenenden weet te wenen, met de lachenden te lachen, met de opgewekten zelf opgewekt en met de ernstigen zelf ernstig te zijn, is nog niet geschikt om Mijn rijk op aarde te verbreiden en lijkt in dat opzicht op een landman die bij het omploegen van een veld wel zijn hand aan de ploeg slaat, maar steeds achter zich kijkt om te zien hoe de voren liggen; daarbij vergeet hij de ploeg, die scheef ging door te weinig oplettendheid van de ploeger, en er rest hem niets anders dan de ploeg terug te trekken naar de plek waar hij nog recht ging, om daar weer opnieuw te beginnen met ploegen.
Hoofdstuk 189: De moeilijkheid van het ambt van leraar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[25] De leerlingen hielden dit voor zich, hielden zich daar ook aan bij het verbreiden van Mijn leer en hebben met name aan de Joden weinig andere dingen over Mij geopenbaard dan vooral Mijn lijden en sterven en Mijn opstanding, en dat Ik dienovereenkomstig werkelijk de Messias was. Maar zelfs over deze laatste gebeurtenissen waren ze het niet volkomen met elkaar eens. Dat blijkt al uit het feit dat na het bericht van de vrouwen over Mijn opstanding -met name dat van Magdalena -enkelen van de leerlingen geloofden, anderen weer niet en de mededeling van de vrouwen voor een sprookje hielden, tot Ik persoonlijk aan hen verscheen en nog heel wat moeite had om hen er volledig van te overtuigen dat Ik opgestaan was. Bij deze gelegenheid heb Ik de leerlingen weliswaar gezegd dat ze zich er vooral voor moesten hoeden dat ze het oneens met elkaar zouden worden; maar het ging bij en onder hen net zo als bij andere mensen: hun geest was gewillig, maar hun vlees zwak.
Hoofdstuk 188: Over valse Christussen, valse profeten en valse wonderen Wenken voor het gedrag van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Een lichtgelovige zal al gauw alles geloven -met name wanneer jullie de leer nog met een wonder bekrachtigen; maar bedenk daarbij: wie al te gemakkelijk iets nieuws aanneemt, laat het ook even gemakkelijk weer varen, vooral als hij onder druk staat van een verzoeking. Met iemand die moeilijk iets gelooft zullen jullie weliswaar veel meer werk hebben -maar als jullie hem eenmaal hebben gewonnen, zal hij ook blijven bij wat hij heeft aangenomen. Daarom moeten jullie bij hem ook meer moeite doen dan bij lichtgelovige mensen. Vertrouw die niet, omdat ze zo graag en zonder veel moeite jullie leer hebben aangenomen. Want als jullie weer naar hen toekomen, zal misschien nauwelijks de helft van hen zich nog aan jullie leer houden, en de andere helft naar hun oude, onzuivere geloof terugkeren of een andere, valse profeet aanhangen.
Hoofdstuk 189: De moeilijkheid van het ambt van leraar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Deze Apollopriester en zijn twee ondergeschikte priesters hadden via het personeel van de waard gehoord dat er zich een God van de Joden bij de waard bevond, die vele ongehoorde wonderen deed, die nog nooit waren verricht.
Hoofdstuk 190: De priester van Apollo informeert naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De Apollopriester wendde zich direct tot de opperstadsrechter en zei: 'Door mijn god Apollo verlichte opperstadsrechter, zeg mij wie van deze vele Joden die aan de tafel zitten, de wonderendoende god van de Joden is, opdat ook ik voor hem buig en hem eer betoon; want wij priesters van de goden van Egypte, Griekenland en Rome weten ook de goden van andere volkeren te eren, naar de mate dat ze dat verdienen!'
Hoofdstuk 190: De priester van Apollo informeert naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik gaf hem echter een wenk dat hij hem eerst een volle beker wijn moest aanbieden en zeggen dat het water uit de waterkelder van de waard was.
Hoofdstuk 190: De priester van Apollo informeert naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De opperstadsrechter begreep Mijn wenk en zei tegen de Apollopriester, die er merkwaardig onnozel uitzag: 'Hier naast ons staat nog een kleine, lege tafel; ga daar zitten! En hier zijn ook drie bekers, gevuld met water uit de waterkelder van de waard, zodat jullie eerst je dorst kunnen lessen met dit beste water van onze hele stad!'
Hoofdstuk 190: De priester van Apollo informeert naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Onmiddellijk werden er drie volle bekers voor de drie neergezet, en de Apollopriester, die weliswaar geen speciale vriend van water was, proefde het toch en ontdekte dat het geen water, maar de beste Cyperse wijn was, die alleen aan de tafels van de keizer werd gedronken. Hij dronk zijn beker dan ook meteen tot de laatste druppel leeg, en zijn twee onderpriesters volgden zijn voorbeeld.
Hoofdstuk 190: De priester van Apollo informeert naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  506 - 507 - 508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531  ...