Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 520 van 1166

...  508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533  ...
[6] Toen op de Sinaï onder alle tekenen van Mijn volle aanwezigheid de wetten aan Mozes werden gegeven, danste het volk in het dal om een gouden kalf.Waarom sloeg het geen acht op Mij? Kijk, dat deed hun wereldse instelling! N u ben Ikzelf zichtbaar handelend in deze wereld -en waarom gelooft het wereldse volk niet in Mij? Kijk, dat doet wederom hun wereldse instelling! En die kwade instelling drijft de priesters zelfs zover, dat ze Mij vervolgen,ja Mij zelfs als een ordinaire misdadiger willen grijpen en doden, zoals ze al verscheidene keren hebben geprobeerd!
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Jijzelf hebt al verschillende keren dergelijke visioenen en verschijningen gehad; maar zijn ze je tot nut geweest? Je zegt bij jezelf: 'Heel weinig; want ik geloofde zelf niet dat ze werkelijk en waar waren, en beschouwde ze net als de andere wereldse mensen als het resultaat van een levendige verbeelding en een product van mijn fantasie.'
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Het is dus volslagen onzinnig als zulke mensen zeggen: 'Ja, als bijvoorbeeld mijn gestorven vader als zichtbare geest terug zou komen en tegen mij zou zeggen: 'Kijk, zo en zo is het!', dan zou ik het geloven!' Maar nu komt die geest van zijn vader, overdag of 's nachts in een heldere droom, en hij onderricht zijn zoon. De zoon beschouwt zijn visioen dan als een product van zijn fantasie en gelooft daarna vaak nog minder dan eerst. Wat voor nut had dan die gewenste verschijning van zijn vader vanuit de wereld aan gene zijde?
Hoofdstuk 138: Over het contact met goede geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Het brengt een van Mijn leerlingen. Maar praat niet veel met hem als hij bij ons is; want hij is ook zo iemand die liever een pond gele aarde heeft, wat men goud noemt, dan de hele hemel met de schatten van de geest en van het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Mijn rijk is echter niet van deze wereld, en wie het met Mij houdt zal niet de dood, maar het eeuwige leven in Mijn rijk als loon ontvangen. Mijn andere leerlingen hebben, op een paar na, toch ook vrouwen kinderen thuis -en toch zijn ze bij Mij gebleven ter wille van het rijk Gods! Waarom ben jij dan naar je familie gegaan, alsof jouw zorg voor hen meer is dan die van Mij? Schrijf dat in je wereldse hart!'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen Ik Mij zo ongeveer twee uur lang met de twaalfvissers had beziggehouden en Mijn onderricht voor deze dag en avond afsloot, kwam er bijna buiten adem een dienaar van het huis naar ons toe in de zaal en zei: 'Beste heren, ik was op het terras bezig en keek in de richting van het oosten. Daar ontdekte ik een buitengewoon grote ster, die heel dicht bij de horizon staat. Het licht ervan is rood als bloed, maar tevens zo sterk dat je er niet lang naar kunt kijken. Ik heb nog nooit zo'n ster gezien.Wat zal die ster te betekenen hebben? De Heer Heiland uit Nazareth, wiens wijsheid naar men zegt die van Salomo overtreft, zal zeker het beste kunnen weten wat de ster betekent.'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'Mijn beste vriend, jij bent nog niet zo lang als bediende in dit huis, aangezien je de Heer Heiland uit Nazareth nog niet beter hebt leren kennen; maar omdat je hiervoor langere tijd bediende bent geweest bij een Farizeeër in Kapernaüm, is het ook begrijpelijk dat je jouw Heer Heiland uit Nazareth nog niet beter kent. Maar waar is die ster van jou, die je zo'n grote angst bezorgd heeft?'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Nu vroeg Ik alle aanwezigen, die de ster ook met een enigszins schuwe blik bekeken: 'Welnu, wat denken jullie van deze ster? Kennen jullie hem, of kennen jullie hem niet? Voor jou, Mijn leerling Andreas, zou deze ster toch niet onbekend moeten zijn, omdat jij immers een sterrenkundige bent.'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Kijk, vriend, wie een bed wil hebben, geef die er een; maar Ik zal vannacht op Mijn stoel rusten. Jouw stoelen zijn voor Mij beter geschikt om te rusten dan een bed.'
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Toen Ik nu direct op Mijn stoel Mijn nachtrust nam, wilden Mijn leerlingen ook geen bedden maar bleven, zoals meestal, naast Mij op hun stoelen zitten. Alleen Maria en Joël namen in een zijkamer twee bedden.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De twaalf vissers gingen weer naar huis, naar hun nabijgelegen dorpje, met het voornemen om 's morgens voor Mij en Mijn leerlingen weer -maar nu een grotere hoeveelheid - vissen mee te brengen; want ze werden door Mijn woorden en onderricht buitengewoon gesticht en wisten zich van louter dankbaarheid geen raad. De hele weg tot aan hun dorpje juichten ze luid over Mij en raakten thuis tegenover hun metgezellen maar niet uitgepraat over de diepe en zuiver goddelijke waarheden die ze uit Mijn mond hadden gehoord. Hun metgezellen en verwanten vroegen hun of Ik misschien ook nog enkele tekenen en wonderen had gedaan.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De bootsman zei: 'Hoezo tekenen, hoezo wonderen! Het woord en de leer van de Heer, die de eeuwige, meest lichtvolle en levende waarheid uit Zijn eeuwige hemelen is, is op zichzelf al het grootste teken en wonder; want zoals Hij spreekt en leert heeft vóór Hem nog nooit een mens gesproken en geleerd. Ik zal morgen nog heel veel van Hem leren kennen wat mij tot nu toe nog volkomen onbekend is; want wie aan Zijn zijde niet wijs wordt en vervuld raakt van het eeuwige leven van de ziel, blijft doder dan een metselsteen in eeuwigheid.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Ik zal het mijzelf nu tot de voornaamste taak van mijn leven stellen om Zijn eer, Zijn goddelijkheid en Zijn waarlijk heiligste naam luid tegenover iedereen te belijden; want elke vrees voor de domheid en slechtheid van alle wereldse mensen heeft mij nu geheel en al verlaten. Wie zal zich tegenover mij handhaven met de leugen, als ik hem de waarheid als een brandende doornstruik in het gezicht slinger, zoals vroeger de herder David de reus Goliath een steen tegen zijn trotse voorhoofd slingerde, die hem tegen de grond sloeg?
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Toen namen de dienaren van de waard de vissen mee en brachten ze naar de grote gastenkeuken, waar een tamelijk grote, van cederhout gemaakte bak stond om de vissen in te bewaren, die Mijn pleegvader Jozef had getimmerd nog voor Ik geboren was en die de waard erg in ere hield, omdat zijn vader hem had laten maken in het jaar kort voor hij stierf.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] De vader van de waard was een vroom en buitengewoon rechtschapen man en was daarom ook een intieme vriend van Jozef; deze had vaak goed werk bij de vader van onze waard, en hij bleef ook een vriend van de zoon, zolang hij leefde. Daarom was Mijn familie steeds zeer geliefd bij de waard.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533  ...