Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 520 van 1490

...  508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533  ...
[8] Kinderen kan men natuurlijk snel en gemakkelijk iets laten geloven maar mannen, zoals wij die in Rome en vele andere steden buitengewoon veel hebben, moet men heel anders tegemoet treden als men hen voor iets wil winnen! En om die reden heb ik dan ook mijn best gedaan om over verschillende dingen en verschijnselen in de sfeer van deze materiële wereld veelopheldering te verkrijgen, en ik dank U dan ook al bij voorbaat uit naam van al degenen die wellicht door mij tot U bekeerd worden, dat U ons Romeinen zulke ophelderingen niet hebt onthouden!'
Hoofdstuk 108: De betekenis van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Wie God en Zijn eeuwige levensrijk wil vinden, moet dat in zichzelf, dus in het stille kamertje van zijn hart in de liefde tot God en de naaste beginnen te zoeken. En wie ernstig begonnen is te zoeken en aldoor blijft zoeken, zal ook vinden wat hij gezocht heeft; maar wie in het zoeken verslapt, zal datgene wat hij wel zou willen vinden, als het hem maar niet al te veel moeite zou kosten, op deze wereld en ook aan gene zijde nauwelijks of ook helemaal niet vinden.
Hoofdstuk 108: De betekenis van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Begin daarom eerst met Mijn levende woord en wijs dan pas achteraf degenen die Mijn evangelie aangenomen hebben, op de oorzaak en de verschijnselen van de dingen en hun orde in deze wereld, dan zullen jullie zo de beste resultaten van jullie werk en inspanning oogsten!
Hoofdstuk 108: De betekenis van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Maar nu gaan wij deze heuvel weer verlaten en ons naar het reeds klaarstaande ochtendmaal begeven; daarna bekijken we wat wij op deze dag nog allemaal zullen ondernemen!'
Hoofdstuk 108: De betekenis van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Op deze uitnodiging van Mij stonden allen op en maakten zich klaar voor de reis. Ook Maria van Magdala vroeg of ze Mij mocht begeleiden.
Hoofdstuk 109: De Heer verlaat Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Maria van Magdala bedankte Mij voor deze woorden en bleef bij de beide zusters; zo bleef ook Helias met de haren en het arme gezin uit Emmaüs.
Hoofdstuk 109: De Heer verlaat Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Lazarus zei: 'O Heer en Meester, ik weet wel dat voor U niets onmogelijk is; maar toch vroeg ik het U, om deze enigszins saaie weg niet helemaal zwijgend te lopen en omdat zelfs het meest onbeduidend lijkende woord uit Uw mond mij steeds met nieuwe kracht bezielt.'
Hoofdstuk 109: De Heer verlaat Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Agricola en ook de andere Romeinen onthielden deze opmerking van Mij, en toen de wilde troep in de buurt kwam, gingen we dan ook een paar passen van de weg af Maar dat hielp ons niet veel; want de aanvoerders gaven de krijgsknechten opdracht om te stoppen, kwamen vervolgens heel brutaal op ons af en vroegen ons, wie wij waren en waar wij we naartoe gingen en voor welke zaken en aangelegenheden.
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Deze (de aanvoerder) zei: 'Ja, anders dan zou ik geen hoofdman zijn!'
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Agricola haalde nu een rol perkament uit een tas die hij bij zich droeg, en liet die aan de brutale aanvoerder zien. Toen deze zag wat er op die rol stond, schrok hij en verontschuldigde zich.
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Toen de Romeinen dat met grote verontwaardiging ontdekten, vroegen ze onmiddellijk aan de aanvoerders wat dat te betekenen had, of deze mensen schuldig waren aan de een of andere misdaad en welke nationaliteit ze hadden.
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Toen begonnen de meisjes en de beide jongemannen Agricola in het Hebreeuws huilend te vragen of hij hen uit de macht van deze ruwe en wrede soldaten wilde bevrijden; want zij waren kinderen van heel eerlijke ouders in de buurt van Bethlehem, hadden deze soldaten geen enkel kwaad gedaan, en hun ouders, die daar een herberg hadden, hadden al deze soldaten goed bediend met hetgeen ze verlangden, namelijk tien zakken wijn en dertig broden en hadden tenslotte voor het verlangde niet meer dan zeventig muntstukken gevraagd.
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] (De gevangenen): 'Maar toen werden deze soldaten zo kwaad en betaalden niet alleen niets, maar verlangden van de ouders nog meer dan duizend muntstukken, als straf voor het feit dat de ouders het gewaagd hadden er zeventig van de soldaten te vragen. Zoveel geld hadden de ouders echter niet en ze smeekten deze soldaten om vergeving en welwillendheid. Maar er hielp geen bidden en smeken aan; de ouders werden in hun eigen huis stevig met touwen vastgebonden aan de deurposten. Daarop grepen de soldaten ons zeven kinderen bij elkaar, bonden onze handen op de rug en dreven ons met hen voort op de manier zoals jullie hoge heren ons nu zien. Wij weten absoluut niet wat ze met ons van plan zijn; maar dat ze niets goeds met ons voorhebben, is wel duidelijk. O goede en grote heren! Bevrijdt ons toch omwille van jehova van deze woestelingen!'
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Nu werd Agricola helemaal rood van woede, beval dat de zeven kinderen ogenblikkelijk vrijgelaten moesten worden -wat ook onmiddellijk gebeurde -en zei toen tegen de aanvoerders: 'Beschermen jullie als Romeinen zó de rechten van onze onderdanen? Weten jullie niet hoe de hoofdregel luidt, waarop iedere soldaat moet zweren? Die luidt: 'Leef rechtschapen, beledig niemand zonder reden; maal wie jou beledigt terwijl jij volgens de wet handelt, moet voor het gerecht gebracht worden!' En tot slot: 'Geef en laat ieder het zijne!' Hebben jullie nu volgens deze oude hoofdregel gehandeld? Wie heeft jullie het recht gegeven om onderweg van de ene plaats naar de andere de herbergen te brandschatten, waarvan de eigenaar onze onderdanen zijn en onder de bescherming van onze wetten staan?'
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Maar Agricola zei: 'Deze kinderen en hun ouders hebben jullie ook om genade en erbarmen gevraagd! Als jullie die onschuldigen geen genade en geen erbarmen betoond hebben, hoe wagen jullie, brutale vlerken, het dan nu om mij om genade te smeken! Ik zal jullie als gewone rovers en moordenaars laten behandelen en deze krijgsknechten tot ordinaire galeislaven maken! Keer nu om en ga voor ons uit naar Bethlehem! Ik zal de overste aanwijzingen geven wat er met jullie ellendelingen moet gebeuren!'
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  508 - 509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533  ...