Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 53 van 120

...  41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66  ...
[6] En bovendien heeft vader ons ook gerustgesteld doordat hij ons gezegd heeft dat wij het ons maar niet aan moesten trekken. Deze sterren zouden zeker Uwentwege te heilig zijn; daarom vermochten zij dan ook steeds terug te wijken voor de onheilige ogen van de mens en men moest U daarom reeds hoogst dankbaar zijn als men ongestraft een dergelijk heiligdom ook vanuit de verre verte mocht bekijken.
Hoofdstuk 183: Een blik in de diepten van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze eindeloos liefderijke verzekering van de kant van Abedam aan Ghemela, waardoor ook een grote moed in haar terugkeerde, kwam haar hart volledig tot rust. Haar borst ademde weer geheel vrij en ze maakte nu meteen van de gelegenheid gebruik en stelde vanuit haar hart de volgende vraag, die ook in de rij van haar bijzondere, tamelijk vreemde vragen thuis hoort. Deze tweede zeldzame vraag luidde als volgt:
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] "Luister, Mijn geliefde Ghemela, wat eigenlijk vanuit Mijn positie de eeuwigheid is, dat kun jij nooit begrijpen en daarbij in leven blijven, daarom zal het onmogelijk zijn om jou de eeuwigheid vanuit Mijn gezichtspunt volledig aanschouwelijk te maken; maar wat jij en alle anderen in staat zijn te bevatten is dit: de eeuwigheid is voor de geest wat de tijd is voor het lichaam, slechts met dit verschil, dat de tijd alles om zich heen verteert en laat vergaan, terwijl de eeuwigheid ook niet één atoom laat vergaan.
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Vraag daarom liever naar iets anders en Ik zal je op alles een antwoord geven vanuit Mijn liefde tot jou! Amen."
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Met deze woorden drukte Abedam haar nog eenmaal aan Zijn hart en zette haar toen heel zacht op de grond neer en wel naast Zijn voeten. En kort daarop kwamen reeds de uitgezonden aankondigers van het offer en de verlichten volgens het woord van Abedam naderbij en vielen neer voor Abedam en aanbaden hem vanuit het diepst van hun hart; en achter hen volgden onafzienbare scharen hun goede voorbeeld.
Hoofdstuk 186: Onschuld en schaamte. Terugkeer en ontvangst van de boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[125] Elke stap die vanuit een hartelijk verlangen naar Mij wordt gezet maakt de band tussen ons hechter. Ik reken u elke zucht van verlangen naar Mij als liefde aan en Ik ga daarvoor maar al te graag voorbij aan de misstappen, wan­neer men berouw toont.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[159] Toen de tafels echter aldus gereed waren, trad de koning de grote eetzaal binnen om de gasten te begroeten. Daar zag hij iemand die, zo vanuit de verte te zien, geen bruilofts­kleed aanhad, terwijl toch alle anderen, toen ze werden uit­genodigd, zich naar huis hadden gespoed en zich zo goed mogelijk voor de bruiloft feestelijk hadden gekleed.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[566] De natuurlijke, vleselijk gezinde mens verneemt niets van de Geest van God. Wat er ook allemaal plaatsvindt in de wereld van de natuur verklaart hij vanuit innerlijke, stoffelijke oorzaken, om de hem vertrouwd geworden sleur van het aardse-stoffelijke denken en streven maar niet te hoeven opgeven en tot hogere, geestelijke sferen aangezet te worden.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[4] Wil Ik nu een mens in Mijn rijk opnemen en hem opvoeden tot het eeuwige leven, dan moet Ik ook zijn vriendschap opnemen, waarvan de mens zolang hij op aarde leeft, niet in staat is zich er volledig van te scheiden; daarom moet ook de zonde, als verwant van deze vriend, voor Mijn ogen als volledig gedelgd verschijnen, want anders is een verdere opvoeding van jullie geest niet denkbaar en onmogelijk. Met andere woorden gezegd: als Ik je wil behouden, moet Ik ook Mijn heilige Vaderhanden om je huishel heenslaan en zodoende jullie samen met je tot nu toe nog zeer intieme vriendin in Mijn schoot opnemen! - Daar heb je nu de eerste letter, waarvan ik de betekenis tot nu toe voor je verzwegen heb en wel om zeer wijze redenen.
Hoofdstuk 187: Aanhangsel: Zie, Ik wil je hen allen bij hun naam noemen: Hl B VI T Z L GD Z G (hoofdstuk 3:12) - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zie, dat zijn de in het hoofdwerk genoemde vrienden en broeders in jullie, alsook in Mijn knecht, waartoe echter iedereen wordt gerekend. Je moet dit in jezelf hardop verkondigen, dat Ik Mijn handen naar hen heb uitgestrekt en hun kwaad afgewassen, de zonde weggedaan en deze met de ware belangen van jullie geest in overeenstemming heb gebracht, opdat je nu, als je wilt, geheel ongehinderd op de getrouw aangegeven weg van het licht en van het leven voort kunt wandelen. Maar willen jullie ondanks alles deze oude vrienden van je meer trouw blijven dan Mij, Ik die je zonder jullie toedoen deze grote genade en heiligste Vaderlijke gunst bewees, dan ben je daar vrij in. Ook daarvan zal het heil van de zon en de maan niet afhangen en de sterren zullen niet verdwalen op hun weg! Want jullie weten toch immers dat er vanuit Mij voor de geest geen moeten bestaat! Omdat Ik reeds zoveel voor jullie gedaan heb, ben Ik evenwel van mening dat je ook dit weinige zult doen, namelijk Mij voortaan steeds sterker met jullie liefde aanhangen en je broeders niet in de steek laten!
Hoofdstuk 187: Aanhangsel: Zie, Ik wil je hen allen bij hun naam noemen: Hl B VI T Z L GD Z G (hoofdstuk 3:12) - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[97] De Heer: ". .. Ik ben er niet tegen dat een zwak en in zijn ziel ziek mens in oprechte wil aan een sterker en in zijn ziel gezond mens zijn zwakheden en gebreken trouw bekent ­omdat de gezonde en lichtsterke mens hem dan vanuit waarachtige naastenliefde die ware middelen kan aanrei­ken, waardoor de zwakke ziel van de naaste sterker en weer gezond kan worden. Want op die manier wordt de ene mens voor de ander een ware zieleheiland. Ik maak hier echter ook geen wet van, maar geef jullie hiermee alleen een goede raad. En wat Ik doe, doe dat ook en leer een ieder de waarheid!
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[105] Omdat u echter als Mijn naaste discipelen alleen op de reeds genoemde wijze door Mij het recht hebt de zondaren de zonden, die ze tegenover u hebben begaan, aan te reke­nen of ook te vergeven, is het duidelijk dat geen priester ooit vanuit God het recht kon en kan hebben ook zonden, die aan een ander zijn begaan, te vergeven of aan te reke­nen. Wie zich bijvoorbeeld aan Kajafas heeft bezondigd, aan die kan Kajafas de zonde vergeven of naar gelang de zaak ook aanrekenen. Wie zich echter aan Herodes heeft bezondigd, heeft met Kajafas of Kajafas met hem niets te maken - maar slechts alleen met Herodes!"
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[250] Maar Ik heb zulk leven uit God bepaald niet vanuit het moederlichaam in deze wereld gebracht! De kiem lag wel in Mij, maar die moest eerst ontwikkeld worden, wat Mij nagenoeg volle dertig jaar tijd en moeite heeft gekost. Nu sta Ik dan als voleindigd voor jullie en kan jullie zeggen dat Mij alle macht en heerschappij is gegeven in de hemel en op aarde en dat de geest in Mij geheel één is met Gods geest; daarom kan Ik ook die tekenen verrichten, die vóór Mij nog nooit een mens heeft verricht. Dat is echter voor­taan geen bijzonder voorrecht alleen maar voor Mij, maar ook voor ieder mens die in Mij gelooft, dat Ik door God in deze wereld ben gezonden om de mensen het licht des Levens te geven, en die dan ook handelt naar Mijn leer, welke aan de mensen de wil van de Geest Gods bekend maakt, die in alle volheid in Mij woont.
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[733] In het verslag van Johannes over de opstanding heeft, overeenkomstig de belangrijkheid van dit fundamentele heilsfeit, elk woord naast zijn uiterlijke betekenis ook een diepe geestelijke betekenis. Pas in dit hogere licht bezien, beseffen we de waarde die we moeten toekennen aan deze beschrijving, die de lievelingsleerling van Jezus ons vanuit een reine geest van goddelijke liefde en waarheid heeft ge­geven.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[755] En daarom was zij ook de eerste die naar Mij informeer­de - in aanwezigheid van de anderen, die hetzelfde meer vanuit een vrome droefheid dan vanuit een dergelijke on­uitputtelijke liefde deden.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
...  41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66  ...