Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 521 van 1110

...  509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534  ...
[8] Maar hij stelde hen al snel gerust doordat hij met vriendelijke stem tegen hen zei (Rafaël): 'Jullie moeten werkelijk niet van mij schrikken omdat ik na jullie gesprek over mij overeenkomstig de wil van de Heer naar jullie toe ben gekomen; want waar echte vrienden van de Heer spreken over hetgeen van de geest van eeuwige liefde en waarheid is, daar zijn ook steeds de engelen des Heren in grote groepen om hen heen verzameld.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik ben nu waarlijk niet de enige die zich in jullie nabijheid bevindt, maar er zijn er hier nog heel velen zoals ik. Doe jullie ogen een beetje wijder open, dan zullen jullie het onder de genadige toelating van de Heer zelf zien!'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Hierop werd bij de mensen uit Joppe voor enkele ogenblikken hun innerlijke gezicht geopend en ze zagen als het ware in een zee van licht talloze scharen volmaakte geesten, en uit die scharen engelen Gods klonk als uit één mond een machtige stem: 'Gelukkig degene die de Heer heeft herkend, Hem boven alles liefheeft en getrouw volgens Zijn woord handelt en leeft; want hij is reeds in zijn vlees aan ons gelijk, en wij zijn altijd bereid om hem in alle broederlijke liefde te dienen!'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Rafaël zei: 'Vrienden van de Heer, dat was geen droom, maar de naakte waarheid, daar kunnen jullie zeker van zijn! Als jullie door jullie geloof en met name door de zuivere liefde voor de Heer zelf meer voleindigd raken in de geest, zullen jullie datgene wat jullie nu hebben gezien, ook aldoor op een hoger niveau van licht en leven heel vaak en gedurende langere tijd kunnen aanschouwen; maar wees voor dit moment tevreden met wat jullie hebben gezien en gehoord!'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Hierop zei Rafaël:'Mijn beste vrienden en broeders in de Heer, die ons aller Schepper en Vader is van eeuwigheid, ik heb met jullie nog het een en ander te bespreken, aangezien het er nu om gaat dat het oude, uiterst blinde en domme bijgeloof geheel en al verdwijnt.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Jullie kennen de aarde niet en de maan, de zon en alle andere sterren nog minder. Ik ben naar jullie toegekomen om jullie daarover en over nog heel veel andere dingen een juist en waarachtig licht te geven; want als iemand verkeerde denkbeelden heeft over de dingen en verschijnselen in de natuurlijke wereld, kan hij onmogelijk de diepere, geestelijke dingen ooit volkomen vatten en begrijpen. En omdat jullie nu ook geroepen zijn om het woord en het levenslicht op andere mensen over te dragen, zal ik jullie inwijden in de geheimen van de zichtbare natuurlijke wereld.'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Toen de noordwestenwind spoedig daarna naar het oosten draaide, zeiden de gezanten van Herodes: 'Welnu, moedeloze schippers, de wind is gunstig gedraaid! Durven jullie ook nu niet naar de overkant te varen?'
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De schippers maakten twee schepen voor zichzelf stevig vast aan de oever en zeiden tegen de gezanten van Herodes: 'De andere en betere schepen daar zijn tot jullie beschikking! Vaar nu zelf maar waarheen jullie durven en willen; wij pakken vannacht geen roeispaan meer vast! De schepen die wij hier aan jullie overdragen zijn eigendom van de stad; als ze samen met jullie te gronde gaan, kan Herodes ze aan de burgers vergoeden. Maar deze twee schepen zijn ons eigendom, en wij zullen ze niet verder aan gevaar blootstellen, en onszelf nog minder.
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen dit schip als het ware op en neer springend op de golven onze oever begon te naderen, zei Ik tegen de aanwezigen: ' Als iemand van jullie nu naar de oever wil gaan, zal hij de reden voor deze storm zien, die daarna ook onmiddellijk zal gaan liggen. Vier schepen met honderd dertig soldaten zijn door het meer verzwolgen; alleen het ene afgedekte schip, dat de overste met zijn ondergeschikten en tien soldaten draagt, komt hier aan en zij zullen ons niets kunnen doen!'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen kwamen de scheepsknechten van Kisjonah met een fakkel uit hun hut, maakten het schip met touwen vast aan een stevige meerpaal en zeiden toen tegen degenen die in het schip waren: 'Uit het schip op het droge stappen kunnen jullie zelf, als jullie willen!'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Een hoofdschipper van Kisjonah zei: 'Wat het eerste betreft zijn jullie in het kuuroord van de oude Romein Marcus; wat echter het onderdak voor de nacht aangaat, daar is hij zelf de baas over! Wij zijn hier zelf niet thuis en kennen de regels van dit huis niet.'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Toen zei een reeds aanwezige dienaar van Marcus: 'Jullie moeten eerst aantonen waar jullie vandaan komen, wie jullie zijn en wat het doel van jullie reis hierheen is; of gaat jullie reis morgen weer ergens anders heen? Als jullie daar geen duidelijkheid over willen of kunnen verschaffen, dan kunnen jullie de hele nacht in jullie schip blijven, hoe nat het van binnen ook is; en onze Romeinse nachtwakers zullen er wel voor zorgen dat niemand van jullie uit het schip komt!'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De overste zei: 'Nee, mijn vriend, dat is in dit geval niet nodig; want wij zijn eigenlijk hierheen gekomen vanwege het kuuroord, en we zouden al een paar uur eerder hierheen zijn gekomen, als wij met die zware storm niet zo'n verschrikkelijke nood hadden moeten doorstaan. Neem ons daarom maar op -wij zullen jullie geen onaangenaamheden bezorgen!'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] De dienaar zei: 'Dragen jullie gevechtswapens? Als dat zo is, moeten jullie die hier eerst in bewaring geven tot jullie verder reizen; want hier mogen alleen Romeinen wapens dragen!'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] De overste zei: 'Natuurlijk dragen we wapens, omdat wij militairen zijn; maar als er in deze plaats zo'n wet en gebruik bestaat, zullen wij ons daar niet tegen verzetten.jullie kunnen onze wapens dus in bewaring nemen, maar dan moeten jullie er wel voor zorgen dat wij onderdak voor de nacht krijgen!'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534  ...