Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 521 van 1088

...  509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534  ...
[12] Deze Meester onderricht heel anders en laat zien dat wij de Schrift nog nooit naar de geest hebben begrepen, en Zijn uitspraken zijn rechtstreeks in tegenspraak met die van de tempel -maar op Zijn woord en Zijn wil bloeit de woestijn en is het gesteente daarvan bedekt met een juiste hoeveelheid vette aarde; dan moet dus ook alleen in Hem de volle waarheid te vinden zijn!
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Kijk naar deze heidenen, en praat ook eens met de vele heidenen van andere dorpen en steden, en vraag hun wat ze van Mij denken. Werkelijk, jullie zullen bij hen veellicht ontvangen!
Hoofdstuk 138: De bekentenis van de oudste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Maar ga eens naar Jeruzalem en veel andere joodse steden en dorpen, dan zullen jullie verbaasd staan over de meest smadelijke oordelen over Mij! En toch heb Ik overal dezelfde zuivere levenswaarheid onderwezen en grote tekenen gedaan.Wat moet Ik nu met dit ontaarde soortjoden doen?'
Hoofdstuk 138: De bekentenis van de oudste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De oudste zei: 'Ja, Heer en Meester, daar hebben wij allemaal wel veel over horen praten, en we hielden de wonderdoener - die naar men zegt een Nazarener was en wel de zoon van jozef de timmerman, die ik persoonlijk goed heb gekend - voor een magiër, die zijn wonderen wellicht bij de beruchte Essenen had geleerd en die Jezus heette.
Hoofdstuk 138: De bekentenis van de oudste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Destijds had het blinde volk zo geoordeeld, en wij konden ons ook niet zo gemakkelijk iets anders voorstellen; want wat konden wij van de zoon van een timmerman uit Nazareth anders denken dan dat hij een heel handige magiër was, die de oude leer van de joden kende en zichzelf aan het gemakkelijk te misleiden volk als een profeet presenteerde om het naar zich toe te trekken met een bedoeling die hij alleen kende?
Hoofdstuk 138: De bekentenis van de oudste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Als er armen naar jullie toekomen en jullie hun nood klagen, help hen dan naar kracht en vermogen; want wat jullie voor de armen doen zal Ik beschouwen alsof jullie dat voor Mij hadden gedaan, en Ik zal het jullie reeds hier en nog meer later in Mijn rijk eeuwigdurend vergoeden.
Hoofdstuk 139: De vraag naar de naaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Als er een ware volgeling en profeet in Mijn naam naar jullie toekomt, neem hem dan op, luister naar hem en bewijs hem liefde; want door dat te doen hebben jullie Mij opgenomen en zullen jullie ook het loon van een profeet waardig geacht worden.
Hoofdstuk 139: De vraag naar de naaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Maar er zullen weldra ook een groot aantal valse profeten in Mijn naam opstaan; ze zullen het volk onderrichten ter wille van hun eigen gewin en het verleiden door valse tekenen, die ze van de magiërs hebben geleerd. Neem dergelijke valse leraren en profeten niet op, ook al zullen ze luid roepen: 'Kijk, hier, of daar is de Messias, de Gezalfde Gods!', maar toon hun met liefde en ernst dat ze tegen Mij zijn en handelen.Als ze naar jullie luisteren en van hun verkeerdheid afzien, dan mogen jullie hen ook als vrienden beschouwen en behandelen; als ze echter niet naar jullie luisteren en zich niet bekeren, verjaag hen dan uit de gemeente!
Hoofdstuk 139: De vraag naar de naaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Kijk eens naar de inwoners van dit dorp, die arm waren! Zij konden zelf altijd maar heel schamelleven; maar als er arme en noodlijdende mensen bij hen kwamen, werden die direct opgenomen en naar mogelijkheid zonder vergoeding verzorgd. Ik wist dat wel en ben, als de beste Vergoeder, nu op het juiste moment naar hen toe gekomen, en geen van hen zal zeggen dat Ik te vroeg dan wel te laat ben gekomen. Doen jullie evenzo, dan zal Ik te zijner tijd ook jullie Vergoeder zijn!'
Hoofdstuk 139: De vraag naar de naaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'De Farizeeën, die woekeraars, die hun vele goud en zilver steeds tegen hoge rente veilig aan andere grote makelaars en woekeraars weten te lenen en hun hoge rentewinst dan met hoeren en meinedige echtbreeksters verspillen en kwalijk verbrassen, maar als er armen en noodlijdende mensen naar hen toekomen tegen hen zeggen: 'Wend je tot God, die zal jullie wel helpen; want wij zijn zelfarm en moeten bedelen!' - die zullen zich later tegenover Mij zwaar moeten verantwoorden!
Hoofdstuk 140: De gelijkenis van de landheer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Zulke valse dienaren Gods, die tegen het volk wel over liefde voor God en de naaste prediken maar die zelf nog nooit hebben beoefend, zijn voor Mij de ergste zondaren en misdadigers en zullen aan gene zijde hun loon daarvoor bij de vorst van de hel krijgen, die zij hebben gediend. Want dergelijke hoereerders, echtbrekers, woekeraars, brassers en daarmee de grootste godloochenaars zullen Mijn rijk niet binnengaan; richt je dus niet naar hun voorbeeld!
Hoofdstuk 140: De gelijkenis van de landheer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Kijk, er was eens een heel rijke landheer die een heleboel bezittingen had, en iedereen die bij hem in dienst was had een goed leven. Deze landheer had ook veel kinderen, die hij liefhad, en die hij naar wereldse scholen stuurde, opdat ze ervaren mensen zouden worden.
Hoofdstuk 140: De gelijkenis van de landheer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Hij gaf hun echter slechts het meest noodzakelijke mee naar de wereldse scholen, opdat ze zich niet te buiten zouden gaan, traag zouden worden en dan ongeschikt zouden kunnen worden om zijn bezittingen te beheren.
Hoofdstuk 140: De gelijkenis van de landheer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Na enige tijd kwam de zeer rijke landheer zelfnaar die vreemde wereldse stad, waar zijn kinderen zich de verschillende kennis en ervaringen eigen moesten maken, en hij stelde zich ervan op de hoogte wie zijn kinderen liefde bewezen had.
Hoofdstuk 140: De gelijkenis van de landheer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zei: 'Welnu, dan kunnen wij ook vissen eten die op een ongedekte tafel zijn neergezet! Wat voor Mij rein is, laat dat ook voor jullie rein zijn! Er staat immers ook geschreven dat men brood niet met ongewassen handen moet eten, en toch hebben jullie zojuist in Mijn bijzijn brood met ongewassen handen naar je mond gebracht en zijn daarmee in Mijn ogen toch rein gebleven! Maar als jullie in Mijn ogen rein zijn, wie zal jullie dan van onreinheid betichten? Een blinde Farizeeër in de tempel in Jeruzalem misschien? Waard, laat de vissen maar binnenbrengen, dan zullen wij ze eten en tevens rein blijven!'
Hoofdstuk 141: De Heer voorspelt Zijn dood en Zijn opstanding De Heer in nog twee andere steden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  509 - 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534  ...