Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 522 van 1037

...  510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535  ...
[1] Wij rustten in deze ruïne heel goed tot de vroege ochtend. Daarna stuurde Ik enkelen van de leerlingen naar beneden naar het stadje om levensmiddelen in te kopen en met de bewoners te onderhandelen, zodat ons toegestaan zou worden in het gebouw te blijven.
Hoofdstuk 45: De onderhandelingen met de stadsoudste van Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Al gauw kwam de stadsoudste dan ook naar ons toe met enkele van zijn mensen, nieuwsgierig om die merkwaardige mensen te leren kennen die toestemming vroegen om in een huis te blijven, dat tot nu toe alleen als schuilplaats voor vogels en allerhande dieren had gediend.Wij ontvingen hem heel vriendelijk, en aangezien Ik als het hoofd van het gezelschap werd aangeduid, vroeg hij Mij of wij misschien vluchtelingen of bannelingen waren die zich hier in deze afgelegen streek wilden verbergen. Ik stelde hem gerust wat dat betreft en maakte hem weldra duidelijk dat wij net als hij Hebreeërs waren, maar dat we de winter teruggetrokken en ingetogen wilden doorbrengen om God waardig te dienen.
Hoofdstuk 45: De onderhandelingen met de stadsoudste van Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Toen hij aanvankelijk een wat bedenkelijk gezicht trok en veel zin leek te hebben ons kort en bondig af te wijzen, trad er uit de rijen van Mijn aanhangers één naar voren, die hem begroette als een oude vriend, met wie hij in Jeruzalem samen de tempelscholen had bezocht. Deze herkenning veranderde de man totaal, en toen hij nu van zijn vriend hoorde dat Ik de beroemde heiland van Nazareth was, die hijzelf weliswaar nog nooit had gezien, maar over wie hij des te meer had gehoord, vroeg hij vele malen om verontschuldiging voor zijn wantrouwen, en gaf hij ons graag toestemming om in deze ruimtes naar believen onze gang te gaan. Hij vroeg ons ook om naar hem toe te komen.
Hoofdstuk 45: De onderhandelingen met de stadsoudste van Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Nadat deze man was weggegaan samen met zijn vriend, aan wie hij nog van alles over Mij wilde vragen, verdeelde Ik het werk -en het is gemakkelijk voor te stellen dat Ik, als bekwame timmerman, er helemaal geen moeite mee had het huis weldra in een eenvoudige, maar naar de toenmalige begrippen heel behaaglijke woning te veranderen. We hadden daar toch nog enkele dagen voor nodig; want zoals reeds opgemerkt moest hier niets gebeuren wat al te zeer zou opvallen. Natuurlijk zouden ook heel vlijtige arbeiders er anders net zo veel wéken voor nodig gehad hebben.
Hoofdstuk 45: De onderhandelingen met de stadsoudste van Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Petrus ging nu heel ernstig naar zijn broeders toe en deelde hun Mijn woorden mee, maar ook zij begrepen ze niet en vonden dat Ik in Mijn wezen weer heel eigenaardig was, zoals al eens eerder bij Kapernaüm. Maar ze vroegen niet verder, maar probeerden Mijn woorden te doorgronden.
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Op een dag, toen wij ongeveer acht dagen in onze burcht woonden, kwam de stadsoudste weer naar Mij toe en zei: ' Meester, ik heb van een inwoner van Efraïm Uw laatste grote daad vernomen, maar ook dat de hele tempel daarom nu erg tegen U gekant is en alles in het werk stelt om die opwekking als de reinste zwendel voor te stellen.
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Ja, er is zelfs een poging gedaan om Lazarus voor de Raad te brengen, opdat hij zich zou reinigen door alles te herroepen. Maar Lazarus is niet verschenen en zegt dat als men iets van hem wil horen, men dat ook in zijn huis te weten kan komen. De priesters hebben zijn huis echter onrein verklaard en weigeren naar hem toe te komen -waarschijnlijk alleen uit angst; want men zegt dat hij op wonderbaarlijke wijze beschermd wordt.
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Ik zei: 'Mijn beste leider van de stad, wees daar niet bang voor; want zolang Ik het niet Zelf toelaat, heeft geen enkele boosaardigheid van de tempel macht over Mij en kan het niemand lukken Mij te grijpen. Zoals Ik tot nu toe onbekend ben gebleven, zal Ik dat blijven. Zelfs de inwoners van deze stad hebben immers geen vermoeden en geen verlangen om Mij te leren kennen, alleen omdat Ik het zo wil hebben! Wees dus geheelonbezorgd! Jij bent hier de enige die met Mij en de Mijnen wil omgaan en voor wie de poort van het huis dus ook niet gesloten is. Maar verder zal niemand deze drempel zo gemakkelijk betreden -tenzij de geest hem naar Mij toe zou leiden.'
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Ik verwees hem nu naar Mijn leerlingen, die hem dan ook in de dagen daarna volledig onderrichtten.
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Luister dus naar waar onze uiterlijke en innerlijke bezigheden uit bestonden!
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Deze plaats was daarom ook het meest geschikt voor innerlijke zelfscholing; want degenen die Mij hier naartoe waren gevolgd, hadden hun verlangen naar de uiterlijke wereld allang afgelegd, zodat beproevingen in dat opzicht niet meer nodig waren. En degenen die in dat opzicht nog moesten leren, hadden wij achter ons gelaten.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen Mijn leerlingen (hier worden de apostelen bedoeld) eens een tocht in de bergen hadden gemaakt -Ik had hun dat Zelf opgedragen, om ook zonder dat Ik erbij was hun gevoel voor hun omgeving te openen -werden ze tussen diepe rotskloven door een hevige regenbui overvallen. In Palestina gaat de winter met hevige regenbuien gepaard, die niet zo onschuldig zijn als in Europa. Het water stroomt sneller samen, en in de bergen, die tijdens de zomer in de zon totaal uitdrogen, vormen zich in de kloven al snel sterke waterstromen die gevaarlijk worden voor een wandelaar, doordat het water heel hevig en plotseling naar beneden raast en de rotsbodem de grote hoeveelheden water niet kan opzuigen, maar enkel als vergaarbekken voor het water dient. Het is daarom gevaarlijk om in de tijd van de plotselinge regenbuien die kloven op te zoeken, omdat een onvoorzichtig iemand niet in staat is zichzelf te redden als hij door noodweer verrast wordt.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Dat er daarbij nog veel naar voren kwam wat verkeerd, oud joods was en naar de vooroordelen van de tempel smaakte, laat zich denken, vooral omdat ze door geen enkel uiterlijk teken meer getuigen waren van Mijn kracht - die overigens, omdat die maar al te bekend waren, in de jaren dat we samen waren geen al te grote indruk meer maakte op Mijn leerlingen.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Iedereen nu die weet hoe nodig juist dit zich uiten is, dat een reiniging van de ziel betekent, zal begrijpen hoe noodzakelijk ook de afzondering van de Mijnen was; want door wat ze zeiden konden zij zichzelf niet in gevaar brengen, maar wel anderen die naar hen luisterden. In hun gezelschap verbeterde zo de een de ander, en als het misging, wist Ik heel goed wanneer voor Mij het ogenblik weer was gekomen om te spreken. Onrijpe oren hadden echter noch Mijn woorden noch die van de Mijnen mogen horen, om de nog onrijpe vruchten niet te laten verdrogen en afvallen.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Nu gebeurde er verder het volgende: De Mijnen waren in een gesprek gewikkeld en wisselden weer eens hun meningen met elkaar uit, waarom Ik sinds enige tijd het al vaker door Mij genoemde verschil tussen de Vader en de Zoon in Mij weer benadrukte. Ze waren het in zoverre met elkaar eens, dat de Vader wel in Mij woonde en dat Mijn menselijke lichaam en ziel als de Zoon werd aangeduid. Toen bracht één van de twintig andere volgelingen de gedachte naar voren, dat het toch moeilijk te begrijpen was hoe de geest Gods gelijktijdig als mens met zijn menselijke handel en wandel in Mij kon wonen - dus als het ware ingesloten was - en toch het heelal regeerde; of Ik dus wel weet had van het regeren van het heelal, of dat de geest zich bij tijd en wijle wellicht terugtrok, zodat Ik dan enkel mens kon zijn; en ook vroeg hij zich af, hoe het met Mijn lichaam zat tijdens de slaap, of de geest Gods dan ook nog in Mij was of niet.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535  ...