10915 resultaten - Pagina 522 van 728
... 510 - 511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 ...
[5] Kijken we echter omhoog naar de eindeloze blauwige luchtzee, dan kunnen jullie daar altijd hetzelfde door de grote Schepper opgetekend vinden wat onze hand hier heeft nagemaakt. Hoe luidt deze wenk dus? Luister, ik zal hem voor jullie herhalen: in het midden van de grote binnenplaats van het sterrenpaleis moet jij, oudste, voor de enige God een altaar oprichten en daarop hout dwars over elkaar leggen; het hout moet echter gaaf zijn en een uitstekende geur hebben. Toch mag je dit hout nooit met een werelds vuur aansteken, maar een vuur uit jouw hart moet dit hout doen ontvlammen. Wanneer het hout door het vuur van jouw hart ontvlamd is, ga dan jezelf en de jouwen in het licht van deze vlam doorvorsen om te zien of er in jouw huis iemand in staat is om de woonplaats van God te betreden. Wie zich daartoe in staat acht, moge voor het altaar treden en in de vlam de voorwaarden lezen die hij moet vervullen op de wereld, welke de grote God enkel voor zichzelf en voor zijn kinderen heeft geschapen. Aldus luidt de wenk.Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] In deze centraalzon manifesteert de wilskracht zich echter nog sterker en het verschil tussen die van de hoofdoudste en die van de gewone mens is net zo merkbaar als het verschil in grootte tussen centraalzonnen, planetaire zonnen, planeten en hun manen. Vandaar dat de wilskracht van zo'n hoofdpaleiswijze bij alle andere mensen die in zijn wijsheids- en wilsterritorium wonen, heel goed bekend is. Maar hoe de wijsheid van zo'n wijze bevalt, dat zullen jullie tot je grote verbazing dadelijk ondervinden.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Maar juist bij dergelijke gelegenheden zijn er dan ook verscheidene die vanwege allerlei redenen zulke begunstigingen niet ten deel kunnen vallen. Het gevolg is dan wel eens dat ze enigszins verbitterd worden, tengevolge waarvan enkelen, die naar geluk en begunstiging verlangen, zich samenvoegen en vaak met geweld proberen te bereiken wat anderen door hun verdiensten hebben bereikt. En dan heb je een kleine oorlog, die echter voor degenen die geweld gebruiken altijd vruchteloos blijft, want de oudste van het paleis hoeft zich slechts met zijn staf te vertonen of de gewelddadigen slaan al op de vlucht.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Waaruit bestaan echter deze verdiensten? Jullie hoeven de pracht van de gebouwen maar wat nader te beschouwen, dan zullen jullie toch heel gemakkelijk tot de volgende conclusie komen: als deze gebouwen door mensenhanden worden opgetrokken, dan moeten die mensen buitengewoon grote meesters zijn in de bouwkunde, evenals in allerlei handvaardigheden. Ja, zo is het ook. Wat jullie hier ook maar zien en aantreffen, is allemaal het werk van mensenhanden en omdat ze op dit hemellichaam edele materialen in grote overvloed bezitten, doen ze dan ook al het mogelijke om hun woonplaatsen zo wondermooi te maken als maar mogelijk is.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Een soortgelijk geval kan zich dan ook hier voordoen en bijna nog gemakkelijker dan op aarde. Wanneer jongemannen ten gevolge van hun vrijheid zo nu en dan zo'n hoofdpaleis bezoeken en daar vaak de etherisch vrouwelijke schoonheden te zien krijgen, dan begint het bij hen geweldig begerig te kriebelen en ze zouden dan alles op het spel willen zetten om in het bezit van zo'n onuitsprekelijke schoonheid te komen. Het is echter de vraag of ze dat op een rechtmatige manier kunnen bereiken. Ook dat kunnen ze bijna op dezelfde manier zoals dat op aarde niet zelden het geval is.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Kijk eens naar de grote pracht van een winterdag en ook van een heldere winternacht. Heel het wijde oppervlak van de aarde is overdekt met talloze diamanten die bij het licht van de zon als talloze sterren fonkelen en het oog van de toeschouwer door de overdadige lichtglans bijna verblinden. De takken van de bomen zijn met louter diamantkristallen bezet en bij heldere nacht fonkelen de sterren overvloedig en prachtig glanzend aan de hemel. Maar wanneer jullie deze, met talloze glinsterende diamanten overdekte, wijde vlakte overzien, dan lijkt ze dood, want het leven zoekt warme vertrekken en schept geen genoegen in deze koude verstarde pracht. Als echter in het voorjaar de stralen van de zon niet slechts licht maar ook warmte beginnen te geven, dan vergaat die grote pracht van de aarde; maar in plaats daarvan ontstaat vanuit de binnenste vertrekken leven dat zich voor de koude pracht had teruggetrokken. Dit leven verteert de winterpracht en vormt haar om tot iets veel mooiers.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Maar bij deze pracht missen we toch alweer het voornaamste, namelijk de mensen. Zonder hen is de grootste pracht dood en kunnen we er geen innerlijk welgevallen aan hebben. We kunnen wel zeggen: oneindig groot is de wonderbaarlijke macht en wijsheid van de Heer die alleen zulke heerlijkheden maken kan. Moesten wij er echter zonder broeders of zusters in leven, dan zou het eenvoudigste hutje op aarde met broeders en zusters ons onuitsprekelijk veel liever zijn.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Wat staat daar echter in het midden van de hal? Kijk, het is alweer een altaar en nog wel uit één brok robijn, waarin in de mooiste cirkels witfonkelende sterren zijn ingelegd. Op het altaar zien we wederom dwars over elkaar gelegd hout. We hoeven niet lang te vragen waar dat voor dient, maar slechts ons vroegere paleis in de herinnering terug te roepen en het antwoord is er al.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Maar laten we nu de centrale ruimte van dit gebouw binnengaan vanwaar ons reeds stromen van licht tegemoetkomen. Kijk, het is een heel grote ronde hal. De vloer is azuurblauw en is helemaal ingelegd met de jullie welbekende sterrenbeelden van jullie zichtbare hemel. De sterren stralen echter veel sterker dan die welke je 's nachts vanaf jullie aarde ziet. De wanden van deze ronde hal bestaan eveneens uit drie boven elkaar geplaatste machtige zuilenrijen. De onderste rij bestaat uit louter robijnen, de middelste uit louter smaragd en de bovenste uit de meest zuivere hyacint. De zuilen van elke rij zijn onderling verbonden door witte bogen waarboven prachtige galerijen van doorzichtig goud zijn aangebracht.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[28] Zo gaf Hij ook aan: wanneer er twee of drie in Zijn naam bijeen zijn, dan zal Hij in hun midden zijn, en wat zij dan vragen, zal hun gegeven worden. - Het vervolg van onze reis door deze wereld zal echter, zoals reeds opgemerkt, nog menig verborgen geheim voor jullie onthullen. De nieuwe plaats ligt echter al voor ons; dus zullen we er naartoe gaan! –
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[26] Dit geheim echter, dat ik jullie nu heb meegedeeld, geldt voor zowel de gehele natuurlijke als de gehele geestelijke wereld, want het is precies hetzelfde als hetgeen de Heer aan al Zijn apostelen en leerlingen geleerd heeft, en wel toen Hij zei: 'Zonder Mij kunnen jullie niets doen; maar met Mij vanzelfsprekend alles!'
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Uit deze enkele aangehaalde teksten, waarvan er nog heel veel zijn, kunnen jullie echter al duidelijk genoeg opmaken waar het vooral in het rijk der geesten op aankomt.
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Ik zeg jullie bovendien nog iets wat jullie misschien een beetje vreemd zal voorkomen, maar wat toch de zuiverste waarheid is. Als de mensen op aarde zouden weten waar het op aankomt, namelijk om door hun willen iets te verwezenlijken, dan zouden er heel wat wonderbare dingen gebeuren. Het merendeel van de mensen weet echter nauwelijks dat ze een geest hebben, want deze is bij hen reeds lang door hun materie geabsorbeerd. Hoe moeten ze dan weten, wat er in hun geest verborgen ligt?!
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Kijk, dat is ook hier het geval. De Heer schiep de mens naar Zijn evenbeeld en heeft hem met daadwerkelijk scheppende kracht uitgerust. Deze heeft Hij echter slechts als een zaadkorrel in hem gelegd. Jullie zeggen het zelf al en weten ook uit de Schrift dat er staat: 'En zijn werken volgen hem na.'
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Daarom sprak ook de Heer: 'Wie heeft, hem zal gegeven worden, zodat hij in overvloed zal hebben; maar wie niet heeft, hem zal ontnomen worden wat hij heeft of hij zal datgene wat hij heeft, verliezen.' Wat is het echter dat iemand ontnomen kan worden wat hij niet heeft en aan iemand kan worden gegeven wat hij heeft om het dan in overvloed te bezitten? Het is de met de Heer verenigde wilskracht van de geest! Wie haar heeft, zal daardoor onuitputtelijke rijkdommen vinden in zijn geest en dan in het bezit van de kracht en de goederen zijn en dat is een overvloedig bezit.
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)