Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 523 van 1112

...  511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536  ...
[9] Als dat gebeurd is, ziet het er met zo iemand al erg slecht uit. Weldra maken zich een aantal moeilijk of niet te genezen ziekten meester van niet alleen zijn lichaam, maar ook van zijn ziel; en door het feit dat die in zichzelf erg verzwakt en traag gemaakt is, kan ze niet verhinderen dat ze steeds meer in haar zinnelijke en lijdende vlees overgaat.
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Maar dat alles is niet de enige erge toestand die de mens zich door zijn vraat en drankzucht op de hals heeft gehaald; er komt nog een derde, veel ergere bij, en die bestaat uit het zogenaamde bezeten zijn door één of verschillende werkelijk boze geesten, die korter of langer geleden in werkelijkheid in het lichaam van de een of andere mens hun leven ter beproeving van hun vrijheid hebben doorgemaakt.
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Voor wat ze overhielden aan vis kregen ze geld en kochten daarvan de nodige kleren, brood, zout en ook wijn, die ze met mate met water dronken; en vraag hen of een van hen ooit door een ziekte gekweld is, behalve degene die Ik j e niet nader wil aanduiden.
Hoofdstuk 210: De belangrijkste voedingsmiddelen voor de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Want kijk, in de oertijd der tijden schiep Ik maar één, voor jouw begrippen onmetelijk grote zon -en als je 's nachts naar het firmament kijkt, dan zul je het met louter sterren bezaaid zien! En kijk, al die sterren, met uitzondering van de paar planeten die je wel kent, zijn ook zonnen waar omheen zich hemellichamen zoals deze aarde bewegen!
Hoofdstuk 211: De Heer als almachtige Schepper - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Bij deze sterren, die je 's nachts aan het firmament ziet, moet je je een enorm grote ruimte meer dan duizendmaal duizend keer voorstellen, en kijk, al die voor jou ontelbaar vele zonnen en andere hemellichamen zijn in de loop van eindeloos lange tijden uit die ene oergeschapen grote zon voortgekomen natuurlijk niet al volkomen rijp en klaar, maar als zaadkorrels uit de aar van een halm, die het vermogen hebben zich verder voort te planten!
Hoofdstuk 211: De Heer als almachtige Schepper - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Simon Juda zei: 'O Heer en Meester, met deze heilige vraag van U hebt U een enorme steen van mijn borst gewenteld. Want dat U dat beroep op ons doet heeft althans bij mij de dwaze gedachte opgeroepen, dat U daarmee in ernst zou willen dat wij later niet alleen aan de mensen, die eigenlijk een goede akker voorstellen, maar ook aan de bergen, bossen, meren en rivieren, aan alle vogels en alle in de lucht levende dieren, alle dieren op de aarde en zelfs aan alle vissen in het water Uw evangelie moeten prediken; want de creatuur is nu eenmaal alles wat door U geschapen is, en als wij Uw evangelie in de hele wereld aan al het geschapene moeten verkondigen, heeft mijn verstand toch onmogelijk iets anders kunnen bedenken dan letterlijk ten uitvoer te brengen wat U ons hebt opgedragen.
Hoofdstuk 213: Over het verkondigen van het evangelie aan alle schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik heb de mens op deze aarde geplaatst om heerser en heer te zijn over alle schepselen -wat hij echter al heel lang niet meer is, en hij moet zich daarentegen door de schepselen van deze aarde laten overheersen. Maar als hij door Mijn geest weer datgene wordt wat hij zou moeten zijn, zal hij weer heer en beheerser van alle schepselen worden en in staat zijn om ze voor zichzelf dienstbaar en nuttig te maken.
Hoofdstuk 213: Over het verkondigen van het evangelie aan alle schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Als het slechte verstand het goede ergert, moet je dat onderkennen en voor altijd afstand doen van het slechte verstand, en evenzo moet je met de wil doen; en het is natuurlijk ook beter om met je goede verstand en wil het hemelrijk binnen te gaan dan met twee verstanden en willen naar de hel te gaan. Want ik houd het er nu op dat iemand die zich al naargelang de gesteldheid van zijn liefde voor de wereld nu eens door zijn slechte verstand en zijn slechte wil en dan weer door zijn goede verstand en goede wil tot allerlei handelingen laat verleiden, reeds op deze wereld een aartsduivel is. Want iemand anders, die als gevolg van zijn oorspronkelijke opvoeding alleen maar een slecht verstand en een slechte wil heeft en derhalve ook niet anders dan slecht kan handelen, is in feite eigenlijk geen boosaardige, maar veeleer een domme duivel, voor wie je nog tot U de bede kunt richten: 'Heer, vergeef hem en maak hem beter; want tot nu toe heeft hij niet geweten wat hij heeft gedaan!' O Heer en Meester, wees zo genadig mij te zeggen of ik nu goed en juist heb geoordeeld!'
Hoofdstuk 214: De beelden van het uitrukken van de ogen, het afhakken van de handen en van het eten en drinken van het vlees en bloed van de Heer (20.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Doordat de richters te streng aan de wet vasthielden, kwam het dan ook dat het volk in de tijd van Samuël, de laatste richter van Israël, van Mij een koning verlangde, omdat het onder die koning op een mildere handhaving van de wetten hoopte dan onder de richters. Weliswaar vergiste het volk zich, met name in koning Saul, die het nog veel erger tuchtigde dan de vroegere richters; maar onder David en ook onder Salomo ging het wel menselijker toe dan onder de richters.
Hoofdstuk 215: De juiste toepassing van het gebod van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Als hij dan met zijn onrechtvaardige rijkdommen tenminste de armen rijkelijk bedenkt, wanneer de aard van zijn ziekten, die Mijn boden zijn, hem heel duidelijk zegt: 'De Heer van deze goederen heeft veel tegen jou ten aanzien van je onrechtvaardige handelwijze, en je zult voortaan geen rentmeester meer zijn!', dan zal hij vrienden maken door de vele armen die hij veel heeft gegeven, en als hij dan spoedig daarna naakt en verlaten in Mijn rijk naar hen toekomt, zullen zij zich over hem ontfermen en hem zijn goede werk aan hen rijkelijk vergelden.
Hoofdstuk 216: Over de ontrouwe rentmeester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Maar we zullen Abraham en Melchizédek nu laten rusten, want de laatstgenoemde zit nu in Mijn persoon bij jullie, en de oude patriarch Abraham is in de geest niet ver bij Hem vandaan! Laten we eens kijken naar een andere onrechtvaardige rentmeester, die nu in de buurt van Jeruzalem leeft, en in wiens huis wij weldra zullen verblijven! Het is onze Lazarus, een zoon van Simon de melaatse, die Ik reeds in mijn twaalfde jaar, nog voordat Ik de tempel bezocht, met Mijn wil heb genezen, zonder dat hij zich dat bewust was, en wel omdat hij in alle rechtschapenheid met zijn grote, onrechtvaardige mammon aan vele duizenden grote weldaden bewees, waar ze ook vandaan kwamen, zoals zijn zoon Lazarus nu ook doet!
Hoofdstuk 217: De verklaring van de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester en van het koninklijke gastmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Kijk, de genodigden die niet verschenen en zich vanwege hun wereldse bezigheden lieten verontschuldigen zijn louter van die zeer onrechtvaardige rentmeesters, die van Mijn kant echter geen lof verdienen; de anderen, die later in de stegen, straten en bij de hekken uitgenodigd werden, zijn degenen die, hoewel ze aards gezien arm zijn, innerlijk door hun rechtvaardige leven volgens Mijn wet toch feestelijk gekleed zijn.
Hoofdstuk 217: De verklaring van de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester en van het koninklijke gastmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] En zie, dit gastmaal geef Ik nu -sinds de tijd dat Ik als leider en leraar van de mensen in deze wereld ben opgetreden, en je zult al herhaaldelijk hebben gemerkt dat bij heel verschillende gelegenheden dergelijke gasten zich naar Mijn tafel drongen, die Ik door Mijn woord ook altijd buiten de deur heb laten zetten -en waarom eigenlijk? Omdat ze geen feestgewaad aanhadden! Begrijp je nu, Simon Juda, wat Ik heb willen aanduiden met die niet-feestelijk geklede gast aan de tafel van Mijn gastmaal?'
Hoofdstuk 217: De verklaring van de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester en van het koninklijke gastmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De edele tarwe stelt die mensen voor, die bij Mijn gastmaalstafel een echt feestgewaad aanhebben, maar het onkruid stelt in zijn geheel die gast voor, die geen bruiloftskleed aanhad. Hij bediende zich weliswaar ook net zolang van de op tafel gezette spijzen, tot de scherpziende gastheer zelf de gastenkamer binnenkwam -wat het rijp worden van de edele tarwe en van het onkruid betekent.
Hoofdstuk 218: De gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De mensen die zich tot jullie zullen keren, leggen jullie die de handen op en doop ze in Mijn naam! Ik zal Mijn geest over hen uitstorten, dan zullen zij de waarheid herkennen en de valse profeten en valse Christussen daarna zelf uit de gemeente verwijderen.
Hoofdstuk 219: De kenmerken van een valse profeet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  511 - 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536  ...