Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 524 van 1166

...  512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537  ...
[6] Ik heb voor deze mensen met name dit jaar weinig moeite meer gedaan; als ze kwamen nam ik ze helemaal niet meer op; en als ze naar de reden vroegen, zei ik tegen hen hetzelfde als mijn nieuwe dienaren bij Uw aankomst tegen U hebben gezegd, en dan moesten ze wel vertrekken.
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] En daarmee heb ik U nu alles verteld wat mij het belangrijkste leek, en welopenlijk ter wille van Uw leerlingen en vrienden, omdat zij. niet net als U alwetend zijn. En wilt U nu, o Heer en Meester, mijn woonhuis de zegenrijke genade bewijzen om er binnen te treden, dan zal er direct voor een overvloedig en goed maal gezorgd worden; aan wijn en brood is er in mijn huis in ieder geval geen gebrek.'
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] En hier zie je ook de moeder van Mijn lichaam.jouw vrouwen kinderen zullen van haar leren gezonde spijzen klaar te maken. En laten we nu jouw huis, dat je uitgebreid hebt, binnengaan en wat brood en wijn tot ons nemen!'
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Daarop gingen we het huis binnen, gingen aan de tafels zitten en.namen wat brood en wijn tot ons. Maria was direct in gesprek met de familie van Marcus maar Ik stelde hem voor aan allen die nu bij Mij waren en die onze Marcus nog niet kende; hij vroeg hun verschillende dingen en begreep uit hun antwoorden dat zij van Mijn geest doordrongen waren. Dat vervulde hem met vreugde en hij vertelde hun veel over de tekenen en gebeurtenissen die hier voorgevallen waren, toen Ik voor het eerst hier was.
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] Wij bleven nog een heel uur na zonsondergang op de berg, en Mijn leerlingen vertelden Marcus veel over Mijn reizen, leringen en daden, en Marcus en alle anderen beleefden veel vreugde aan die verhalen. Toen de verhalen beëindigd waren begaven wij ons weer naar het huis, namen een klein avondmaal tot ons en begaven ons toen ter ruste.
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Alles wat bestaat is immers Mijn eeuwige liefde, belichaamd voor jullie ogen; hoe zou Ik geen welbehagen kunnen hebben in Mijn liefde, die toch sinds eeuwigheid alles in alles is?
Hoofdstuk 152: De leerlingen vragen de Heer naar de reden van Zijn vreugde over natuur (27.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Ten tweede moeten jullie uit Mijn voortdurende vroege ochtendbezoek de werkzaamheid en de juiste ijver leren kennen; jullie moeten ook daarin op Mij lijken en de mensen, aan wie jullie Mijn evangelie zullen verkondigen, daar goed aan herinneren. Want alleen door de juiste ijver en door vroegtijdige werkzaamheid kan de mens tot het ware rijk Gods in zichzelf komen en het dan ook voor eeuwig behouden.
Hoofdstuk 152: De leerlingen vragen de Heer naar de reden van Zijn vreugde over natuur (27.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen de leerlingen en ook alle anderen dat hadden gehoord, bedankten ze Mij voor Mijn geduld met hen en vroegen Mij ook om geduld in de komende tijd.
Hoofdstuk 152: De leerlingen vragen de Heer naar de reden van Zijn vreugde over natuur (27.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Nu kwamen er twee kuurgasten naar Mij toe en ze vroegen Marcus, die naast de waard stond, wie Ik was; want ze hadden Mij wijs horen spreken en hielden Mij voor een filosoof. - Het waren twee Grieken die de leer van Pythagoras aanhingen.
Hoofdstuk 152: De leerlingen vragen de Heer naar de reden van Zijn vreugde over natuur (27.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Tenslotte waren we klaar met onze maaltijd, die deze keer iets langer had geduurd omdat onze Maria verscheidene voorvallen uit haar en ook Mijn jeugd had verteld, die door Mattheus ook in een speciaal boek werden opgeschreven.
Hoofdstuk 152: De leerlingen vragen de Heer naar de reden van Zijn vreugde over natuur (27.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] En zo hebben ik en mijn vriend nu tegenover u geheel laten zien wie wij zijn, en ik geloof dat ook u, hoge meester, tegenover ons nu wat meer kunt laten zien wie u bent. Maar laat uw eigen wil u leiden, zoals de onze ons leidt!
Hoofdstuk 153: De Heer en de twee Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Op Mijn aanraden hebben jullie nu met ons deze berg beklommen en voelen nu zelf, zoals jezelf toegeeft, dat het jullie veel beter gaat dan voorheen beneden in de laagte. En omdat jullie je beter zijn gaan voelen, willen jullie uit Mijn mond horen wat jullie in je steeds toenemende gekweldheid ondanks al jullie inspanning gedurende twintig volle jaren niet in zijn volle helderheid te weten zijn gekomen.
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Wie tot deze school van Mij toetreedt en volgens de leer ervan handelt, zal dan ook in zichzelf beleven hoe en waarom alleen Ik de Meester en de School Zelf ben.
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar in deze school kan men niet halfslachtig te werk gaan, maar daar moet men vóór alles alleen naar het rijk Gods streven en naar de gerechtigheid ervan, wat allemaal binnen in de mens is en nergens anders met enig prachtvertoon buiten de mens, en bekommer je niet om de dingen en schatten van deze wereld, die geen waarde hebben voor het leven van de ziel van de mens, omdat ze even vergankelijk zijn als de meest fraai schitterende dauwdruppel, die al door een zuchtje wind verdwijnt; want wat een echte leerling van Mijn school voor zijn tijdelijke levensonderhoud nodig heeft, zal hem als een vrije gift daarenboven geschonken worden.
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Luister, Mijn beste vrienden,jullie wens is weliswaar zeer prijzenswaardig, maar toch enigszins zelfzuchtig; want toen jullie nog jonge, gezonde en krachtige mensen waren en niet, zoals nu op jullie leeftijd, aan een bittere dood dachten, was de wereld met haar schatten alles voor jullie, en jullie streefden dan ook alleen maar naar die vergankelijke aardse goederen, die jullie door allerlei handel en wandel in grote hoeveelheden hebben vergaard. Bovendien hebben jullie ook allerlei werelds vermaak niet versmaad en hebben jullie aan alles meegedaan en genoten wat de wereld maar aan genoeglijks en verleidelijks kon bieden. In die tijd dachten jullie weinig aan een of andere God of een of andere filosoof en evenmin aan een woord dat jullie hart zou sterken en verlichten.
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537  ...