15542 resultaten - Pagina 524 van 1037
... 512 - 513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 ...
[7] Er is dus meer dan woord en geschrift kunnen overbrengen, en laat niemand dus geloven dat een zeer hoog ontwikkelde schrijftaal of een hoog ontwikkeld redenaarstalent het geweldigs te is wat de ziel van de mens kan voortbrengen; want dat zijn maar heel zwakke uitvloeisels van het innerlijke streven van de geest om de ziel te laten delen in wat er in de geest uiterst volmaakt verborgen ligt. Laat niemand dus geloven dat hij iets bijzonders presteert, als hij als een meester wordt beschouwd in deze uiterlijke communicatie. Hij is maar een armzalige stumper vergeleken bij de rijke inhoud van de innerlijke meester, die zijn gaven niet naar buiten toe ontplooit.Hoofdstuk 53: Geestelijk schouwen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Het streven om die innerlijke meester door Mijn kracht en door de liefde tot Mij zo volmaakt mogelijk in zichzelf aan het woord te laten komen, wil zeggen Mijn wegen en Mij navolgen; want tijdens Mijn aardse leven in het vlees ben Ik dezelfde weg gegaan en heb Ik net als ieder ander mens trede voor trede moeizaam moeten verwerven. - Laten we nu naar de Mijnen terugkeren!
Hoofdstuk 53: Geestelijk schouwen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Het ontwikkelen van het vermogen om de taal te verstaan die jullie als de taal van de overeenstemmingen ten minste naar het woord kennen, is niet alleen tijdens het leven nuttig, maar zelfs noodzakelijk, omdat de ziel anders na de dood van haar lichaam zichzelf in het geestenrijk voorkomt als een vreemdeling die een hem volkomen vreemd land binnentreedt, waarvan hij de taal niet verstaat, en waar het hem slechts met grote moeite lukt om zich verstaanbaar te maken. Alleen is er dit verschil, dat de inwoners van dat land wel de vreemdeling begrijpen, maar hij niet de inwoners begrijpt, die zich eerst weer aan de boeien van het zielenleven moeten aanpassen om de ongewoon geworden, omslachtige lichamelijke taal weer aan te nemen, die enkel door woorden, maar niet door gedachtereeksen contact legt.
Hoofdstuk 53: Geestelijk schouwen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Toen werd er op allerlei manieren over en weer gepraat, waarbij ook naar voren werd gebracht wat Ik hen vroeger had geleerd; en ieder had een geheel eigen standpunt voor zichzelf gevormd, van waaruit hij de heiligheid Gods beschouwde. Johannes legde tenslotte breedvoerig uit, dat onder 'heiligheid' in de ware betekenis van het woord de grote, zelfverloochenende liefde van God verstaan moest worden, die evenwel door de zonde, die tegen die liefde ingaat, gekwetst kon worden, evenals een goede vader zich door zijn liefdeloze kinderen wel gekwetst voelt, maar daarom nog niet boos is; hij zal naar zo zacht mogelijke middelen zoeken om die liefdeloosheid uit te roeien, en pas naar steeds strengere middelen grijpen als de zachtere middelen niet helpen echter niet uit woede, maar enkel en alleen uit liefde en voor het juiste doel.
Hoofdstuk 54: Over de heiligheid van God - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Andreas vroeg, wat hij dan had gedaan om dat innerlijke gezichtsvermogen te verkrijgen. Hijzelf vond het weliswaar niet zo belangrijk om ook het uiterlijke gezichtsvermogen te hebben, omdat voor hem het begrijpen van het woord hoger stond, en dit innerlijke, geestelijke zien was voor hem belangrijker dan alle kennis van de uiterlijke natuurwetten; maar iedereen moest bij het beoordelen daarvan naar zijn eigen overtuiging handelen, en daarom wilde hij het streven van Petrus ook geenszins als niet goed betitelen.
Hoofdstuk 55: De weg tot innerlijke voleinding - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Mij lijkt het daarom zonder twijfel, dat alles wat geschapen is pas het vermogen om te voelen krijgt, wanneer de activiteit van de ziel ver genoeg uitgegroeid is om tegelijkertijd het verlangen naar verdere ontwikkeling tot bewustzijn te brengen. En dat verlangen is de aandrijvende liefde, die de Heer als zacht aansporend middel aan ieder wezen heeft meegegeven, en waardoor het doel van de transformatie van het heelal bereikt wordt -zonder dwang, maar enkel uit het eigen, vrije besluit om de wegen van vervolmaking ook te willen bewandelen. Die drijvende kracht is echter de geest uit God, die pas in de mens levend kan worden, de vorm in zich opneemt en dan voor God staat als overwinnaar die de uiterlijke vorm heeft doorbroken en als het ware in zichzelf heeft doen verdwijnen.'
Hoofdstuk 56: Over het vermogen om te voelen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Terwijl de leerlingen zo nog het een en ander over het aangeroerde onderwerp spraken, gebeurde het dat er bij een raamopening van de grote zaal een geluid ontstond, alsof iemand zich daar trachtte vast te houden, die naar beneden dreigde te vallen. Snel renden de leerlingen ernaartoe en vonden daar een man die zich aan de borstwering vastklemde en kennelijk geluisterd had naar wat zij besproken hadden, maar daarbij zijn evenwicht had verloren en nu naar beneden dreigde te vallen. Hij werd omhooggetrokken, en vriendelijk gevraagd of hij zich niet bezeerd had en hoe hij eigenlijk bij die tamelijk hoge raamopening was gekomen.
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Vandaag werd het verlangen in mij echter zo sterk, dat ik tot iedere prijs jullie geheim wilde doorgronden, en ik trof dus voorbereidingen om bij jullie te kunnen binnendringen. Voor dat raam, waar jullie mij grepen, staat een boom, waarvan de takken erg breed zijn. Ik nam een paar sterke stokken mee en legde die vanaf de takken op het raamkozijn, en zo kon ik heel goed via die brug hier komen en jullie gesprek afluisteren. Alleen door de grote aandacht waarmee jullie met elkaar praatten, kwam het dat jullie mij niet eerder ontdekt hebben, en wat jullie zeiden greep mij zo, dat ik helemaal vergat dat ik een indringer was en het liefst onmiddellijk naar binnen was gesprongen, om bij jullie te zijn. Doordat ik mijzelf zo vergat lette ik helemaal niet meer op mijn lichte brug en stootte onverhoeds tegen de stokken, die toen naar beneden vielen. Bij mijn poging dat te verhinderen zou ik bijna zelf naar beneden gestort zijn, als jullie niet snel te hulp waren geschoten.
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Petrus zei: 'Beste vriend, wat zouden wij jou te vergeven hebben, aangezien wij allemaal heel goed weten dat het minder jouw nieuwsgierigheid was dan wel jouw innerlijke geest is geweest, die jou hierheen naar ons heeft gedreven? Het is dus verre van ons om te denken dat je iets misdadigs van plan was. Maar komaan, kom bij ons zitten, versterk je en laten we met elkaar praten, zoals het oprechte en waarachtige mannen betaamt! Als je iets van ons wilt weten, vraag het dan gerust! Wij zullen je graag te woord staan.'
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] De Efraïmiet, die zijn aanvankelijke schroom nu helemaal had afgelegd, ging bij de leerlingen zitten, versterkte zich en vroeg toen al gauw heel vrijmoedig naar alle mogelijke dingen: waar wij vandaan kwamen, wat wij hier wilden, en waarom wij nu juist ons verblijf binnen deze muren hadden gekozen en ook een hoop andere, persoonlijke dingen over de leerlingen, die hem ook heel openlijk antwoordden.
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Toen hij nu wist dat de Mijnen leerlingen waren van de hem welbekende Nazarener, vroeg hij direct naar Mij en wilde mij absoluut ontmoeten. Petrus wees hem terecht over zijn enigszins onstuimige aard en zei dat hij geduld moest hebben, omdat immers geen van hen wist of hun Meester dat wilde toestaan.
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] Efraïm snelde nu naar Mij toe, volkomen overmand door zijn gevoelens, en nu volgde een van die taferelen, zoals die al vaker beschreven zijn, die teweeggebracht worden door de liefde van een kind dat zijn Vader herkent en nu in zalige blijdschap begroet.
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[19] Nadat dit voorbij was en Ik Efraïm had gesterkt, legde Ik de leerlingen uit dat nu de laatste was gewonnen van degenen die als getuigen van Mijn aardse levensweg, vanuit het heelal naar de aarde waren afgedaald om als steun voor Mijn rijk te dienen, en dat daarmee nu het getal van diegenen vol was, die geroepen waren om leraren te worden voor Mijn school van de geest, waarvoor de Mensenzoon was verschenen om die op te richten en door Zijn voorbeeld te bezegelen.
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Daarop zei Efraïmiet onverschrokken: 'Vrienden, ik ben van oudsher altijd meteen naar de bron gegaan, en heb nooit langdurig de aftakkingen van een rivier afgezocht, wanneer het erom ging tot de kern van iets door te dringen! Ik vermoedde dat er beslist iets bijzonders achter jullie schuilgaat, en ook is het al sinds lang mijn wens om de Heiland te leren kennen en van Hemzelf de woorden te horen, die ik alleen via omwegen kon bemachtigen. Is het dan niet heel begrijpelijk dat ik met al mijn krachten probeer zo snel mogelijk bij Hem te komen, vooral nu mijn hart zo geweldig naar Hem verlangt?! Zou jij tegen je kind kunnen zeggen dat het uit je buurt moet blijven, wanneer het jou wil omarmen? Ik weet echter heel goed uit de Schrift en door veel andere dingen die nu zijn gebeurd, wie ik in Jezus van Nazareth voor mij heb. En het was eigenlijk ook mijn innerlijke gevoel om hier iets over Hem te weten te komen, wat mij hierheen dreef, en daarom is hetgeen je zei ook waar, dat de geest en niet mijn nieuwsgierigheid mij dreef.
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] In de hierna volgende tijd is er naar buiten toe niets belangrijks gebeurd. Wij leefden heel rustig en regelmatig. En nu er in Palestina een felle kou was ingevallen, die zich in de ruwe streek van de bergen sterk deed voelen, waren de leerlingen meer dan anders in het beschermende huis in een gezellig samenzijn bij elkaar en discussieerden vol vuur.Allemaal deden ze ijverig hun best om zich op de juiste manier in de geest te ontwikkelen, en daarom werd er veel nogmaals door hen besproken wat betrekking had op Mij en Mijn leer; het heeft geen zin om dat te herhalen, aangezien het al in andere vorm vaker is gezegd.
Hoofdstuk 58: Het afscheid van Efraïm. Vertrek naar Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)