Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 525 van 1166

...  513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538  ...
[14] Maar als God, die de enig ware Vader van alle mensen is, op die manier al zorgt voor de gewassen van het veld, die er vandaag nog staan maar de volgende dag gemaaid, gedroogd en dan voor een deel in de ovens verbrand worden en voor een ander deel aan de huisdieren worden gevoerd, dan zal Hij des te meer voor Zijn kinderen zorgen, zodat ze niet naakt op aarde hoeven rond te lopen; want een mens, die een echte leerling van Mijn school is, zal toch wel beter zijn dan al het gras en alle andere gewassen op de hele aarde?!
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Daarom moet een echte leerling van Mijn school zich niet bezorgd maken om de volgende dag, over wat hij eten en drinken zal en waar hij zijn lichaam mee zal kleden; want dat doen de heidenen wel, die geen leerlingen van Mijn school zijn -bij Mijn echte leerlingen zal wel gezorgd worden voor wat ze het meest nodig hebben.
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Nu weten jullie uit welke school Ik Mijn wijsheid heb geput. Maar om Mij heen zien jullie reeds een aanzienlijk aantal van Mijn leerlingen; zij kunnen jullie ook vertellen dat het met Mijn Meesterschap en School alleen zo en niet anders is dan Ik jullie nu heb getoond.'
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Nu zetten de twee Grieken grote ogen op, wendden zich tot een van Mijn leerlingen, en wel tot Johannes, die hun het vriendelijkst leek, met de vraag of het inderdaad zo was met deze dingen, die hun nog niet helemaal duidelijk waren.
Hoofdstuk 155: De Grieken hebben vragen over de alwetendheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Bij deze leer moet dat mettertijd onvermijdelijk leiden tot een zodanig kwaad onder de mensen, dat ieder van nature enigszins wijs mens duidelijk de voorkeur zal geven aan zijn eigen god boven die van een ander, van nature minder begaafd mens, en dan zullen de oude godenoorlogen weer tevoorschijn komen.
Hoofdstuk 156: De gedachten van de Grieken over de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Die enige en enig ware God moet dus met de grootste zekerheid en helderheid als het ware buiten hem bestaand aan de mens getoond worden, en ook dat alle mensen alleen in die God moeten geloven en Hem boven alles zuiver moeten liefhebben - anders is op den duur geen mens met die leer gediend.
Hoofdstuk 156: De gedachten van de Grieken over de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Wat ons betreft zou dat ook de God van de joden moeten zijn, waar de meer ervaren joden zelfechter niet al te vast in lijken te geloven; maar ook in dat opzicht is het zaak om meer licht te verschaffen over die God, anders is het met de God van de joden geen haar beter gesteld dan met onze Zeus, die wij ook nog nooit te zien hebben gekregen.'
Hoofdstuk 156: De gedachten van de Grieken over de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Terwijl de twee Grieken zich nog met dergelijke gedachten bezighielden, onderbrak Ik hen en zei hun het volgende: 'Mijn vrienden,jullie hebben nu na de woorden van Mijn leerling Johannes heel wonderlijke gedachten in jezelf laten opkomen! Als het zou zijn zoals jullie denken, zouden jullie uiteindelijk gelijk hebben; maar met de kwestie met de ene, enig ware God is het heel anders gesteld dan jullie gedacht hebben, en daarom hebben jullie hierover heel onjuist geoordeeld.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Daarom ben Ikzelf de Weg, de Waarheid en het eeuwige Leven; wie in Mij gelooft en volgens Mijn woorden leeft en handelt, zal zijn ziel redden van de eeuwige dood en het gericht van de wereld en haar materie.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Zoals Ik nu in Mijzelf hier ben en door de hele oneindigheid werkzaam ben, zo zal Ik ook in de geest zijn en werken in allen die zich aan Mijn eenvoudige geboden houden, in Mij geloven en Mij metterdaad boven alles zullen liefhebben.
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Maar in degenen die wel in Mij geloven en 'Heer, Heer!' zeggen, maar lauw zijn in hun handelen en nalatig in hun liefde voor hun naaste, zal Ik niet wonen en Ik zal Mijzelf niet aan hen openbaren en Mijn kracht en wijsheid zal hun ziel niet vervullen. Want omdat ieder mens een volkomen vrije wil heeft, wil Ik dat hij eerst, door in alles Mijn getrouw aan hem geopenbaarde wil te doen, geheel uit vrije wil naar Mij toe komt; en dan zal Ik ook bij hem komen, Mijzelf aan hem openbaren en hem vervolgens door de Heilige Geest van Mijn eeuwige en alom heersende liefde met al Mijn wijsheid en macht vervullen. - Zo sprak de Heer vroeger, en ook nu!'
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Toen de twee deze woorden uit Mijn mond hadden gehoord, keken ze uiterst verwonderd en zeiden, na een poosje diep nagedacht te hebben: 'Heel vaag hadden wij steeds al gedacht dat er achter U iets heel anders schuilgaat dan alleen maar een buitengewoon wijs mens; want Uzelf hebt ons dat maar al te duidelijk laten merken toen U ons onze hele levensloop onthulde. Nu is ons echter door Uw laatste woorden meer dan zonneklaar geworden dat U ondanks Uw lichaam volkomen God bent in Uzelf, en wel Dezelfde die wij zolang hebben gezocht en tot nu toe niet konden vinden.
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik wil niet dat iemand dit aardse proefleven voor de wilsvrijheid met een ziek lichaam moet doormaken; maar als de mensen de oude raad van Mijn liefde en Mijn orde niet in acht nemen, maar doen wat ze niet moeten doen, zijn ze ook zelf de scheppers van alle kwalen van hun lichaam en hun zielen.
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Maar Ik kan Mijn orde, waardoor alleen het voortbestaan van alle dingen mogelijk is, niet omkeren ter wille van de lichtzinnigheid en de door eigen schuld veroorzaakte blindheid van de mensen. Als iemand weet dat zijn lichaam pijn voelt als het geslagen of gestoken wordt, maar zichzelf toch slaat en steekt, is het immers zijn eigen schuld als zijn lichaam daarbij veel pijn voelt; want ter wille van de onzinnige dwaasheid van de mensen zal Ik een ziel niet van een ongevoelig lichaam voorzien en er ook niet voor zorgen dat men vanwege de zwaartekracht niet van het dak op de grond zou kunnen vallen. -Dat zeg Ik jullie dus ook nog, zodat jullie je daarnaar kunnen richten.'
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Wie God in al het goede de eer geeft, is Hem welgevallig en een echte knecht en dienaar naar Zijn hart. God zal degene die God in zijn hart niet verlaat, niet verlaten, maar met Zijn hand beschermen; wie echter in zijn hart God verlaat en weinig of helemaal geen acht op Hem slaat, zijn eigen heer meent te zijn en volgens zijn wereldse verstand handelt, en zichzelf ervoor laat eren en over zijn schranderheid en zijn edele daden spreekt, als hem iets gelukt is, die beloont zichzelf en heeft van God geen loon te verwachten. Doe al het goede en waarachtig, wat jullie doen in Mijn naam, dan zal Ik met jullie zijn en jullie sterk en krachtig maken!'
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538  ...