Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 525 van 1490

...  513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538  ...
[1] Het was al tamelijk laat in de middag, en daarom is het ook begrijpelijk dat wij tamelijk laat na zonsondergang in Bethanië aankwamen; daar was evenwel alles voor onze ontvangst uitstekend voorbereid, omdat Rafaël in het huis van Lazarus iedereen liet weten, dat en wanneer wij zouden terugkeren. Deze keer gebeurde er onderweg niets vermeldenswaardigs. We reisden heel rustig verder .
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Doordat we snel doorliepen bereikten we dan ook in enkele uren de herberg in het dal, waar de waard ons dadelijk brood en wijn liet serveren en Mij vroeg om een kleine versterking tot Mij te nemen. Dat deed Ik dan ook vanwege de aanwezigen, want deze durfden, behalve onze Judas Iskariot, niets vóór Mij te nemen; maar toen Ik wat brood en wijn nam, tastten allen vervolgens flink toe en aten en dronken.
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Toen wij dan aankwamen en in de grote eetkamer plaats genomen hadden en ons laafden met brood en wijn, ergerden deze leerlingen van Johannes zich heimelijk omdat wij hun niet direct bij binnenkomst onze aandacht geschonken hadden.
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Toen de leerlingen en ook de Romeinen deze tot Mij gerichte woorden hoorden, raakten ze geërgerd en wilden deze leerling van Johannes met onzachte woorden terecht wijzen.
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Agricola zei: 'Ja, ja, zo zal het zijn; want toen de Babyloniërs heersers over dit grote joodse rijk waren geworden, konden ze het immers redelijkerwijs niet ontdoen van alle arbeidskrachten. Als ze dat gedaan hadden en het land ontvolkt hadden, door wie hadden ze zich dan het tribuut kunnen laten betalen? Maar dat ze de meesten van de destijds vooraanstaanden als gijzelaars in gevangenschap meegesleept hebben naar Babylon, is heel zeker en waar, en zo kan deze plaats en deze streek, waar het volk zich rustig en zonder verzet overgaf, ook meer gespaard gebleven zijn. Wij Romeinen, die als soldaten en veroveraars ook beslist niet zo barmhartig met de veroverden omgaan, doen dat ook en betonen ons tegenover een volk of tegenover een stad of gemeente, die zich vrij en vriendelijk aan ons overgeeft, nooit als vijanden, maar dadelijk als vrienden.'
Hoofdstuk 123: Historische opmerkingen over het Davidshuis (21.3.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Na deze woorden van de Romein stonden we van tafel op, begaven ons weer naar buiten en begonnen ons gereed te maken voor de terugkeer naar Bethanië, waar de waard natuurlijk niets van wilde weten. Maar omdat wij daar toch op stonden, vroeg hij ons om tenminste nog een uur bij hem te blijven. Dat deden wij dan ook, spraken met elkaar nog over enkele dingen en begonnen daarna, begeleid door de waard, aan de terugweg. De waard, zijn vrouw, zijn kinderen en ook zijn moeder en de genezen knecht bedankten Mij nog vóór ons vertrek allerhartelijkst en vroegen Mij om hen niet te vergeten, wanneer ze weer ziek zouden worden. Dat verzekerde Ik hun, gaf hun Mijn zegen en liet ze toen weer gaan op de waard na, die, zoals reeds opgemerkt, ons naar Bethanië begeleidde.
Hoofdstuk 123: Historische opmerkingen over het Davidshuis (21.3.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar Ik kalmeerde hen en zei toen: 'Houdt de ergernis weg van jullie ziel, want die verontreinigt de mens in zijn hart, en dat is uit den boze; maar met ongewassen handen het brood breken en eten verontreinigt de mens niet. Maar als jullie, leerlingen van Johannes, dat ergert en jullie reeds van tevoren gehoord hebben dat Ik op deze avond hier zou aankomen, waarom hebben jullie dan ter ere van Mij geen voorbereidingen getroffen, zodat er volgens joods gebruik reeds bij onze binnenkomst water, een waskom en doeken voor ons klaar stonden!
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen deze tweede leerling van Johannes dat van Mij gehoord had, zei hij: 'Heer en Meester, wij zien in dat U alleen een goede en waarachtige Meester en zeer volmaakte Leraar bent; neem ons aan als Uw leerlingen, dan willen wij U volgen en alles van U leren! In één dag zullen wij van U beslist meer leren dan wij bij Johannes in een jaar geleerd hebben. Wij willen U volgen, waarheen U ook maar wilt gaan!'
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'jullie kunnen doen wat jullie willen, want ieder mens heeft zijn volkomen vrije wil. Maar als iemand Mij als Mijn leerling volgt om het rijk Gods te winnen, dan moet hij tot de tijd van de volledige geestelijke wedergeboorte huis, vrouwen kinderen uit liefde voor Mij verlaten; want bij het zoeken en vorsen naar het rijk Gods moet hij alle zorgen om de dingen van deze wereld alleen aan Hem overlaten die alles weet en wiens almachtige wil alles vermag. Want als een ware leerling zich aan Mijn zijde tevens druk maakt om de dingen van de wereld, lijkt hij op een landman die zijn handen wel aan de ploeg slaat, maar daarbij voortdurend achterom kijkt, niet let op de gang van de ploeg en derhalve niet geschikt is voor het rijk Gods.
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Toen die paar leerlingen van Johannes deze dingen van Mij gehoord hadden, dachten ze na over wat ze moesten doen.
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Ik zei: 'Deze wereld is Mijn wijngaard en de mensen die Mijn woord horen en zich eraan houden en in Mij, de ware Zoon van God, geloven, zijn de goede en edele ranken, die Mij door hun goede werken ook veel vrucht zullen opleveren; maar tussen de edele ranken zijn ook heel veel onedele en die moeten ook veredeld worden en daar zijn veel krachtige arbeiders voor nodig. Heil degenen die zich bekwame arbeiders in deze wijngaard van Mij zullen betonen, en wel uit liefde tot God en de naaste!'
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] N a deze woorden bedankten ze Mij en bleven, en begonnen met Mijn oude leerlingen te spreken.
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen deze kwestie nu geregeld was, kwam ook de hoofdman van Bethlehem, die wij in de herberg achtergelaten hadden, ons met nog enkele metgezellen te paard achterna; want hij wilde Mij nog eenmaal zien en horen en had ook met de Romeinen nog het een en ander te bespreken.
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'Vriend, meer van zulke heidenen zoals jij, en het zal weldra licht en helder worden onder de mensen op deze aarde! Maar helaas zijn er maar weinig van zulke mensen en heidenen, en daarom staat de mens ondanks Mijn komst naar deze aarde in het algemeen een lange geestelijke nacht te wachten, waarin nog vele gevechten pro en contra gevoerd zullen worden, maar daarbij zal de ware overwinning van de eeuwige waarheid over de nacht van al het valse en boze onbeslist blijven.'
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En kijk, dat is dan ook volgens de eeuwige orde de wil van God ten aanzien van de ware en enig werkelijk nuttige levensvorming van de mensen op deze aarde, en alleen op die manier kan een ziel tot het ware, eeuwige leven komen en tenslotte zoals God haar eigen leven en haar eigen hemel scheppen!
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  513 - 514 - 515 - 516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538  ...