Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 528 van 1112

...  516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541  ...
[2] Maar ook is het leven van een mens veel te veranderlijk en te kort voor een diepgaandere ontwikkeling. Als een mens nog jong en sterk is, is hij behept met allerlei goede en slechte hartstochten, waar hij zich aan overgeeft en waardoor hij zich heel moeilijk tot een zuiverder licht uit de geest Gods kan verheffen; onder duizend mensen is er wellicht nauwelijks één die daarop een uitzondering vormt. Tenslotte wordt de mens ouder en komt hij tot een wat meer gelouterde zienswijze; maar dan wordt hij vaak al ziekelijk, moe en traag, houdt zich enkel aan de uiterlijke wetten en vormen en laat daarbij de goddelijke geest voor wat hij is. Als het goed gaat bereikt hij een leeftijd van zestig, zeventig, tachtig jaar; maar op zijn oude dag denkt hij al steeds aan de dood, wordt moedeloos en krachteloos, en is het hem vaak helemaal niet meer mogelijk om zich intensief met de geest Gods bezig te houden.
Hoofdstuk 241: De onvolkomenheid van menselijke kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Was het dan van jullie kant niet verstandiger geweest, aangezien jullie hebben waargenomen dat de oude Ark des Verbonds zijn kracht heeft verloren, om tegen het volk te zeggen: 'Onze God heeft vanwege onze vele zonden Zijn genade van ons weggenomen; laten we daarom allemaal werkelijk boete doen en God net zolang bidden, tot Hij Zich in Zijn genade weer over ons ontfermt!'? Maar zie, dat hebben jullie niet gedaan; ter wille van jullie wereldse goede leventje en wereldse eer hebben jullie liever het volk bedrogen dan dat jullie je samen met het volk weer tot jullie God hebben gewend!
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Kijk, dat is bij ons Romeinen niet het geval! Er zijn ook bij ons weliswaar heel veel soorten bijgeloof; maar een ware Romein houdt zich aan de waarheid, en als hij een mens heeft getroffen die in allerlei waarheden grondig thuis is en ingewijd, neemt hij hem vriendelijk op en verrijkt hij zichzelf met de geestelijke schatten van die waarheids en wijsheidsvolle man.
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Als zich echter menselijk gemeenschappen vormen, die zich uit hoogmoed, heerszucht en zelfzucht alsook uit traagheid met alle hun ten dienste staande middelen tegen het goede en ware teweerstellen, dan is het gemakkelijk te begrijpen dat zulke mensen en het volk dat hun aanhangt van dag tot dag dieper in de duisternis wegzakken en dat ze die door de Godheid gewekte mannen vervolgen, die het wagen hun met de waarheid tegemoet te treden. En ik heb de indruk dat dat bij jullie Joden niet pas nu, maar al sinds heel lang betreurenswaardig genoeg zo is geweest, dat jullie al die mannen hebben vervolgd die bij jullie de oude goddelijke waarheden weer hebben willen invoeren.
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zou die Galileeër heel erg graag ontmoeten en mijn halve vermogen ervoor over hebben als hij mij de eer zou aandoen deze herberg van mij te bezoeken! En ik ben dan ook van mening dat jullie Jeruzalemmers hetzelfde zouden moeten doen; het zou voor jullie zeker beter zijn als jullie hetzelfde zouden denken en wensen als ik en die wijze Galileeër allervriendelijkst zouden opnemen, naar hem luisteren, maar daarna ook doen wat hij jullie aan goede en ware dingen had gezegd. En ik zeg je, mijn beste vriend: al het goede en ware beloont uiteindelijk zichzelf; het tegendeel straft zich echter ook vanzelf!
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De waard: ) , ...want alleen in de waarheid is leven, en derhalve is het zoeken naar de waarheid de enige zaligmakende bezigheid die het hart van de mens verwarmt en de in hem wonende goddelijke geest steeds meer wekt, terwijl in de traagheid, de leugen en de tegenzin om naar de goddelijke waarheid te zoeken niet alleen de lichamelijke dood gelegen is, maar vooral de oorzaak dat de ziel zich steeds meer in materiële dingen verliest; daardoor veroorzaakt ze niet alleen een spoedige lichamelijke dood, maar verliest ze ook het vermogen om in het leven aan gene zijde vooruit te streven en daar haar enige heil te zoeken.
Hoofdstuk 1: De Heer bij de waard Mucius - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Jullie doen het volk van Jeruzalem dus bitter onrecht, als jullie geloven dat je er beter aan doet als je het binnen jullie oude, nietszeggende instellingen houdt in plaats van het aan te sporen om naar de woorden van die Galileeër te luisteren en een voorbeeld te nemen aan zijn daden van liefde, waar heel Syrië nu al vol van is.Jullie grenzeloze hoogmoed en zelfzucht verhinderen je echter om Hem te herkennen, die nu allang in de volheid van Zijn hele goddelijkheid naar jullie toe is gekomen -die ik ook niet herkend heb, maar die Zich nu duidelijk aan mij te kennen heeft gegeven.'
Hoofdstuk 1: De Heer bij de waard Mucius - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Over deze woorden van de waard was de Farizeeër nu zo verbaasd, dat hij niet in staat was om er ook maar één woord tegenin te brengen; en hij trok zich met enkele nietszeggende woorden terug naar zijn mensen, die in de deur het gesprek ijverig hadden afgeluisterd.
Hoofdstuk 1: De Heer bij de waard Mucius - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Maar laten we nu gaan rusten, want Ik wil niet dat die Farizeeën en kooplieden, die zich geweldig verbaasd hebben over jouw woorden, vanavond nog naar ons toe komen om met ons een gesprek te beginnen! Wij zullen morgen nog genoeg moeite met hen hebben. Laten we dus alles uitstellen tot morgen!'
Hoofdstuk 1: De Heer bij de waard Mucius - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Ik zeg je dat, mijn beste waard, opdat je wat minder partij voor die man kiest en je niet medeschuldig maakt aan de activiteiten van die volksopruier, wat ook voor jou heel slechte vruchten zou afwerpen; want de Raad en de tempelrechtbank heeft nog altijd rechten en kracht genoeg om zijn tegenstanders te overwinnen. Als je dus toevallig zou weten waar die Galileeër zich bevindt, of als je dat via die gast, die ons heel wijs lijkt, te weten zou kunnen komen, zou je ons daar een grote dienst mee bewijzen en er ook volkomen verzekerd van kunnen zijn dat wij jou op geen enkele manier je heftige en beledigende gedrag van gisteren, evenals dat van jouw knecht, zullen verwijten'
Hoofdstuk 2: De bedoeling van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] De waard hoorde alles met grote gelatenheid aan en zei toen, dat hij advies wilde inwinnen bij zijn wijze gast en dat hij daarna bij hen terug zou komen. De Farizeeën, evenals de kooplieden, onder wie zich er ook één bevond die als geldwisselaar bij de reiniging van de tempel aanwezig was geweest, waren heel tevreden over deze schijnbare omslag in de stemming van de waard en lieten hem onder welwillende blikken gaan.
Hoofdstuk 2: De bedoeling van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Zou men de mensheid in haar oude bijgeloof laten en haar ieder beter inzicht onthouden, alleen met de bedoeling dat de dienaren van het oude geloof een aangenaam leven kunnen leiden zoals jij vindt, dan moet de Godheid, die ter wille van de ziel een dergelijk teloorgaan van de levensactiviteit tot iedere prijs wil verhinderen, de volkeren weldra onder de druk van allerlei plagen laten komen, opdat ze ontwaken, tot zelfinzicht komen en zich zo geleidelijk aan vrijmaken van de druk en de blindheid die hun zogenaamde leraren hun bezorgd hebben. Maar hoe het daarna die leraren zal vergaan, kun jijzelf heel gemakkelijk inschatten.Van liefde zal er dan niet al teveel sprake zijn; want wie zelfzucht en leugen strooit, zal ook niets anders kunnen oogsten dan wat er nadien uit zulk boosaardige zaad opkomt.
Hoofdstuk 1: De Heer bij de waard Mucius - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Jij hebt altijd graag over de daden van de Galileeër horen vertellen, en je hebt al gauw ontdekt dat er achter die daden meer schuilgaat dan alleen maar de wonderkracht van een profeet of van een groot man. Je hebt dan ook oprecht gewenst dat Ik bij jou Mijn intrek zou nemen, zodat jij je er zelfvan zou kunnen overtuigen wat voor iemand Ik eigenlijk ben. Daarbij heb je steeds meer waarde gehecht aan wat Ik onderwezen heb dan aan Mijn wonderen; want de waarheid daarvan werd jou al gauw heel duidelijk. En zie, zo was jij ook echt voorbereid op Mijn komst, en Ik heb licht werk met je gehad! Want toen Ik eenmaal jouw huis was binnengekomen, roerde zich de geest en openbaarde je overduidelijk wat voor vele Joden hier nog een eeuwig lang verborgen geheim zal blijven
Hoofdstuk 1: De Heer bij de waard Mucius - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen wij de volgende ochtend ontwaakten, hoorden we van de waard dat de gisteren nieuw aangekomen gasten -ontevreden dat ze geen direct antwoord van ons konden krijgen op de vraag wie wij waren -geprobeerd hadden de dienaren van het huis uit te horen waar wij vandaan kwamen en wie wij eigenlijk waren. Voornamelijk waren het de drie Farizeeën, die bij die vragen nogal gebiedend optraden, gewend als ze waren om iedereen meteen te zien sterven van ontzag voor hen. Maar de eerste knecht van het huis, ook een Romein die Marcius heette en een vroegere wapenbroeder van de waard was, weerde hun nieuwsgierige vragen op een echt Romeinse manier kort af, zodat ze zich geërgerd terugtrokken en besloten zich over deze brutale knecht bij zijn heer te beklagen.
Hoofdstuk 2: De bedoeling van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] De waard hoorde hun bezwaren kalm aan en zei toen zonder enige toorn in zijn woorden: 'Wat jullie zeggen kan ik alleen in zoverre als terecht erkennen, dat mijn Marcius jullie op een iets te scherpe manier gemaand heeft rustig te zijn, aangezien jullie, zoals jullie heel goed weten, niet de enige gasten in mijn huis zijn. Mijn huis is een onderkomen voor iedereen, en ik kan niet voor burgers van Jeruzalem of zelfs voor leden van de Hoge Raad een speciale uitzondering op de regels van het huis maken; want dit huis is echt Romeins, en iedereen die de bescherming daarvan wil genieten, moet zich dus naar de regels richten, anders staat het hem vrij een andere herberg te zoeken. Maar jullie hebben nog tot laat in de nacht heftig gediscussieerd, zonder je erom te bekommeren of daardoor de nachtrust van anderen verstoord werd, en tenslotte hebben jullie zelfs mijn personeel, dat zijn nachtrust hard nodig heeft, bij jullie geroepen om hen uit te vragen, totdat Marcius jullie voor die inbreuk terechtwees. Dat had wel wat beleefder kunnen gebeuren, maar dát het gebeurde, kan ik hem niet verwijten.'
Hoofdstuk 2: De bedoeling van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  516 - 517 - 518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541  ...