Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 530 van 1110

...  518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543  ...
[2] Maar Ik zeg: bij de confederatieven is niet alles zonde wat een zonde lijkt te zijn, en bij de unionisten niet alles deugd; en zo trekken beide partijen nu elkaar de splinters en balken uit de ogen, en de een veegt het straatje van de ander, wat volgens Mijn leer niet zo moet zijn.
Hoofdstuk 29: De toekomst van de staten van Europa en Amerika - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Wie een nieuwe, goede woning wil bouwen, mag de oude pas volkomen vernietigen als hij de nieuwe woning heeft gebouwd; want als hij de oude direct vernietigt, waar zal hij dan wonen, en wie zal hem beschermen tegen allerlei ongerief gedurende de tijd dat de nieuwe woning gebouwd wordt? Dan is het verstandiger om een oude, nog zo afgedragen en gerepareerde jas zolang voor nood te dragen tot er een nieuwe gereed is, dan naakt rond te lopen. En zo moet volgens Mijn zeer goede orde het ene ding steeds uit het andere voortvloeien, als het bestaansduur en bestendigheid zal hebben.
Hoofdstuk 30: De orde der ontwikkeling De Heer in de omgeving van Caesarea Philippi (vervolg) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik wil dit geschrift* (* Bedoeld is geschrift nr. 297 van de originele handschriften van Jakob Lorber) ermee besluiten ieder van Mijn vrienden in al Mijn liefde te vermanen dit niet alleen te lezen, maar het goed ter harte te nemen en te geloven dat Ik het ben, die dit uit Mijn vrije genade aan Mijn vrienden heb geopenbaard om hun hart te troosten en het verstand van hun ziel te verlichten, en in ruil daarvoor niets anders verlang dan alleen jullie oprechte liefde en dus ook een levend geloof.
Hoofdstuk 30: De orde der ontwikkeling De Heer in de omgeving van Caesarea Philippi (vervolg) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Bid in iedere nood en tegenspoed met natuurlijke woorden in je hart tot Mij, dan zullen jullie niet tevergeefs bidden!'
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Maar als jullie Mij iets vragen, gebruik dan niet veel woorden en absoluut geen ceremonie, maar bid heel stil in het geheime liefdeskamertje van je hart:
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Dat wist Ik allang voordat jij geboren was; maar Ik ben nu niet ter wille van de heidenen, maar alleen ter wille van de Joden hierheen gekomen, en als die Mij absoluut niet willen opnemen, zal Ik wel weten wat Mij nog te doen staat. Laat ons dus de ruimte van je herberg en je synagoge zien!'
Hoofdstuk 33: De Heer bij de waard in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Toen Ik buiten Genezareth met allen die bij Mij waren een eerste, tamelijk hoge en vrij liggende heuvel had bereikt, wendde Ik Mij tot degenen die Mij begeleid hadden en zei: 'jullie hebben Mij uit grote liefde tot hiertoe vergezeld, omdat jullie wel weten en geloven wie er in Mij bij jullie was en wie jullie vergezeld hebben. Blijf voortaan zo in Mijn liefde, dan zal Ik in die liefde voortaan ook in jullie, bij jullie en in jullie midden blijven, en wat jullie in deze wereld aan de Vader in Mij zullen vragen, dat zal jullie ook gegeven worden. Maar vraag niet om ijdele dingen van deze wereld, maar om de eeuwige schatten van het rijk Gods; want al het andere dat jullie nodig hebben om in deze wereld te leven, zal jullie toch wel gegeven worden!'
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Maar Ik zei: 'Breek jullie hoofd en hart niet over de manier waarop jullie je dankbaarheid tegenover Mij moeten betonen; want Ik kijk alleen naar het hart en weet nu wat daarin omgaat! Maar laat Mij nu je herberg en de kleine synagoge zien!'
Hoofdstuk 33: De Heer bij de waard in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Toen de mensen weer vol verbazing en voor een deel ook vol vrees voor Mij naar hun huizen waren gegaan, kwam de waard naar ons toe en zei: 'O grote Heer en Meester, alles zou nu prachtig, goed en in orde zijn, als ik voor jullie allemaal maar genoeg mondvoorraad bezat! Wijn heb ik helemaal niet, maar ik zal in de Griekse herberg wat laten halen! Ik heb wel wat tarwe en gerstebrood, en eveneens wat gerookt schapenvlees; als jullie daar voor vandaag tevreden mee willen zijn, zal ik daar heel blij om zijn. Morgen zal er naar mijn beste vermogen beter voor alles gezorgd worden.'
Hoofdstuk 35: Het avondmaal in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Daarop zei de commandant met een ernstig gezicht: 'Zal ik jullie eens Wat zeggen?! Iemand die in staat is zulke dingen te doen zonder enige hulp van uiterlijke middelen, is een God en geen mens meer! Ik heb al verschillende keren door bepaalde tovenaars wonderen zien doen -maar ik kwam er al gauw achter hoe ze zulke wonderen deden; maar wie kan hier achterhalen hoe deze man de zieke heeft genezen?'
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] O, drink toch allemaal met mij uit deze beker, als jullie nog twijfelen aan het eeuwige leven van jullie ziel, dan zullen jullie gesterkt worden tot het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 37: De genezen Veronica bedankt de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] De Joodse waard zei: 'Vriend, dat zul je waarschijnlijk niet kunnen; want dergelijke wijn groeit er op de hele aarde niet! Heb je dan niet gehoord dat de grote wonderheiland tegen de dochter van onze rechtvaardige commandant heeft gezegd waar deze wijn vandaan is gekomen? Kijk, uit de hemelen Gods, echter niet die van jullie fantasiegod Bacchus, maar uit de hemelen van onze ene en enig ware God, wiens afgezant zeer zeker deze verheven wonderheiland is! Zo is het en niet anders, en het zal je moeilijk vallen om voorjouw geld in deze omgeving een dergelijke wijn te kopen!'
Hoofdstuk 37: De genezen Veronica bedankt de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Mijn leer en de tekenen die Ik deed stemden wel overeen met datgene wat met name de profeet Jesaja en de profeet Ezechiƫl over de beloofde Messias voorspeld hadden; maar Mijn optreden onder de mensen op deze wereld kwam volgens hen niet volkomen overeen met wat de profeten over de Messias hadden voorspeld. En zodoende hadden de leerlingen het moeilijk met de joden.
Hoofdstuk 39: De leerlingen en de Heer onderwijzen de inwoners van Pella (31.8.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Maar Ik zei tegen hen: 'De vrede zij met jullie! Wat jullie bij Mij zoeken en proberen te vinden komt nooit ofte nimmer met groot uiterlijk vertoon, maar het bevindt zich inwendig in de mens.
Hoofdstuk 39: De leerlingen en de Heer onderwijzen de inwoners van Pella (31.8.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Daarop zei de commandant heel luid tegen de joden: 'Wat blijven jullie daar nog onderzoekend zitten, als jullie ondanks alles wat de Heer hier voor ons heeft gedaan nog niet kunnen geloven?! Trek je terug in jullie duistere kamers en blijf in jullie oude nacht van alle twijfels, en hinder ons niet in deze toch al kleine ruimte!'
Hoofdstuk 39: De leerlingen en de Heer onderwijzen de inwoners van Pella (31.8.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543  ...