Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 530 van 1088

...  518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543  ...
[2] Ze kwamen weldra dichtbij, en onder hen herkende ik ook al gauw die vriend, die mij in de vroegere zandwoestijn die goede raad had gegeven, en hij zei tegen mij: 'Wek nu in jezelf een oprecht gevoel van liefde, medelijden, erbarmen en weldoen, dan zullen er weldra verscheidene mensen naar je toekomen die het nu nog net zo vergaat als het jou is vergaan! Deel dan je levensbrood en je levenswijn met hen, dan zullen ze spoedig daarna gelukkiger en jouw buren worden! Laat echter degenen die niets van je willen aannemen, overeenkomstig hun wil weer verder trekken en een plaats en een onderkomen zoeken, dan zal het hun verder net zo vergaan als het jou bij je zoeken is vergaan! Blijf jij echter van nu af aan steeds groeien in liefde, erbarmen en in het levende verlangen om arme blinden zoveel mogelijk goed te doen; daardoor zul je zelfsteeds maar rijker en daardoor ook gelukkiger worden!'
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Daarop aten en dronken allen en spraken veel met elkaar over Mij. Ik at en dronk echter niets meer en rustte in zekere zin uit van de vermoeienissen van de dag. Tegen middernacht begonnen ook de anderen slaap te krijgen, en de opperstadsrechter, de Farizeeën en de Joden gingen naar hun huizen. Ik bleef echter zoals gewoonlijk met Mijn leerlingen de hele nacht aan tafel zitten.
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Daarop werd het in de slaapkamer van de waard rustig tot de ochtend; de waard was een van de eersten die wakker werd en zich direct naar ons in de gastenkamer begaf.
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen hij terugkwam waren de leerlingen ook wakker, en ook de opperstadsrechter en de twee Farizeeën Dismas en Barnabas stonden al voor de deur van de herberg en wilden naar binnen gaan; maar Ik stond ook al bij de deur om met de Mijnen, de waard en zijn zoon de berg van Mozes te beklimmen.
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Vanaf deze kant van de stad gezien verhief de berg zich nauwelijks meer dan honderd el*, (* Een el = 60 tot 80 cm.) maar naar het Jordaandal toe had hij een zeer steile helling van iets meer dan tweeduizend el, en zodoende zag hij er vanuit het Jordaandal uit als een echte berg; alleen vanuit het oosten was het slechts een heuvel, zoals er langs het Haurangebied wel meer van zulke heuvels zijn.
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] ook naar het zuiden was het helder en men kon de uit de bijbel bekende bergen zien, zoals de Hor, waar Mozes, ondersteund door Aäron en zijn zoon Eleazar, voor de overwinning van de Israëlieten op de vijandelijke Amalekieten moest bidden. Als hij zijn handen liet zakken, waren de Amalekieten aan de winnende hand; als hij zijn handen weer omhoog hief, wonnen de Israëlieten.Verder kon men de berg Hur zien, waar Aäron stierf, en helemaal in de verte op de achtergrond waren ook de toppen van de hoge Sinaï en zijn naaste buur de Horeb te zien.
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Naar het westen was het echter erg nevelig; slechts hier en daar staken de hoge toppen van de Libanon boven de nevel uit, en ook van de bergen in het noorden zag men enkel de top van de Hermon, waar de Jordaan ontspringt.
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] In de vlakte van het Jordaandal viel door louter nevel niets te ontdekken; dat vond de opperstadsrechter erg jammer, waarna Ik tegen hem opmerkte dat hij slechts een paar uur geduld moest hebben. De zon zou die nevels wel verdrijven en deze streek van de Jordaan ook vrijmaken van de kwalijke dampen. 'Maar we zullen nu niet naar deze omgeving, maar naar die van het oosten kijken.'
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Nu zei de Farizeeër Dismas tegen Mij: 'O Heer en Meester, is deze berg, waar wij nu op staan, dezelfde als die waar de grote profeet Mozes, voor de ogen van degenen die hem vergezeld hadden, met achterlating van zijn lichaam als een vlam van licht naar de hemel opvoer en verdween, waarna, zoals de Schrift zegt, aan de ene kant de aartsengel Michaël en aan de andere kant satan als overste van de duivels verscheen, die drie dagen lang met de aartsengel om het lichaam van Mozes streed en tot overmaat van ramp ook nog van de aartsengel won en met het dode lichaam van Mozes verdween?
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Nu zei in Mijn plaats de opperstadsrechter: 'Dat is toch helemaal niet belangrijk, als de geest van Mozes toch nog onder jullie leeft en gered is? Het lichaam is toch maar een omhulsel van de menselijke geest, en het is niet zo belangrijk of satan of een andere geest dat naar zich toe heeft getrokken. Als ik in de plaats van de aartsengel was geweest, zou ik satan al eerder dat genoegen hebben gelaten, als hij dan zo'n honger had naar het lijk van Mozes!'
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Bij deze gelegenheid zagen we een vluchtende gazelle, die door een jakhals achtervolgd werd. In korte tijd had de jakhals de gazelle ingehaald en zich daar een ochtendmaal mee verschaft, en het kostte hem, ongeveer vijfhonderd passen bij ons vandaan, niet veel tijd om met zijn buitgemaakte ochtendmaal klaar te komen. Daarna begaf hij zich heel langzaam verder naar het zuiden, om misschien elders nog een middagmaal buit te maken.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Daarop zei Ik tegen de Farizeeën: 'De opperstadsrechter heeft jullie een heel goed antwoord gegeven; want Ik, de Heer van al het leven, heb Mozes in plaats van zijn zondige vlees allang een ander lichaam verschaft, en satan zou geen macht over het lichaam van Mozes hebben gehad als Mozes vroeger in zijn vlees nooit een zonde begaan zou hebben. Maar omdat hij ook gezondigd had wat zijn vlees betreft, hoewel zijn ziel en zijn geest zuiver uit de hemelen stamden, wilde satan bezit nemen van wat bij Mozes van hem was. Daarbij won hij echter niet alleen niets, maar verloor hij wat zijn macht betreft vrijwel alles, en vanaf dat tijdstip mocht hij aan geen enkel sterfelijk mens op de hele aarde meer verschijnen, wat zijn invloed buitengewoon veel schade berokkende; want vanaf die tijd gingen veel heidenen over naar de leer van Mozes, en het grote orakel in Dodona, een zeer belangrijk werk van satan voor het verleiden van de mensen van deze aarde, werd vernietigd en mocht daarna nooit meer opnieuw opgericht worden. Ook het veel jongere orakel in Delphi verviel spoedig na de val van de stad Troje en werd later nooit meer helemaal opgericht. - Maar laten we ons nu niet verder met die dingen bezighouden; want ze hebben geen waarde voor het innerlijk van de mens!
Hoofdstuk 178: Op de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Want er waren nog enkele Farizeeën Dismas en Barnabas achterna gekomen, en die zeiden zelf: 'Ja, ja, wonderbaarlijk om te zien wat daar geschreven staat! Het oude Verbond met Abraham is ten einde en heeft geen geldigheid en werking meer; want wij weten immers allemaal dat de werking van de Ark des Verbonds al bijna dertig jaar geleden zo goed als geheel opgehouden is -alleen Simon en Zacharias kenden die nog in haar gebruikelijke kracht. De staf van Aäron werd niet meer groen en de zeven toonbroden werden door de motten tot stof stuk geknaagd. Alleen de twee stenen tafelen zijn nog gebleven; maar wat daarop geschreven stond werd van jaar tot jaar onleesbaarder, en daarom was het noodzakelijk om de hele oude Ark des Verbonds, met uitzondering van het goud ervan en de twee grote cherubs, reeds twintig jaar geleden te vernietigen en in plaats daarvan door een vooraanstaand en uitstekende schrijnwerker van hetzelfde hout een nieuwe te laten vervaardigen, overeenkomstig de vorm van de oude met het goud te beslaan en de twee cherubs er weer op te plaatsen. En in het midden van de Ark, waar de rookzuil of bij tijd en wijle ook een vuurzuil uit opsteeg, moest de Ark zo ingericht worden dat men er pas aangestoken kolen in kan doen en daar dan wierook en andere welriekende hars op kan leggen om zo een rookkolom te vormen, die echter de hele ruimte van het Allerheiligste dermate in alle richtingen vult, dat men het daar nauwelijks kan uithouden, en de vuurzuil moet met aangestoken nafta tot stand gebracht worden.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Toen Ik dat had gezegd, stonden Mozes en de aartsengel Michaël voor Mij, bogen voor Mij en loofden en prezen Mijn naam. Daarna verdwenen ze, en wij stonden op en begaven ons naar de stad, waar het ochtendmaal al op ons wachtte.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen wij in het huis van onze waard de gastenkamer binnenkwamen, namen wij plaats aan de tafel en de Farizeeën en Joden aan hun bijtafel, en direct werd er een flinke hoeveelheid goed klaargemaakte vissen op tafel gezet, en er kwam brood en wijn bij. Wij namen de vissen en al het overige en aten ervan.
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543  ...