Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 530 van 1112

...  518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543  ...
[2] Hier een wonder te doen zou geen zin hebben gehad, omdat ze alleen maar geloofd zouden hebben dat ze de manier waarop het tot stand was gebracht niet begrepen, en de innerlijke kern verworpen zouden hebben, aangezien ze te zeer aanhangers waren van de Griekse wetenschap, waar ze zich heimelijk mee bezighielden. Pas bij Afek, een streek die ze van vroeger goed kenden, zouden ze zich erg verwonderen en beginnen te begrijpen dat hier datgene wat naar hun begrippen natuurlijk was, ophoudt, en daarna zullen ze ijverig gaan navorsen en langzamerhand worden bevrijd van hun wetenschappelijkheid, die hen grondig in de steek zou laten.
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Dan zal ook hun een licht opgaan over wie Ik geweest was, vooral als ze te horen krijgen dat Ik langs deze weg gekomen ben, en dan zouden ze vanuit zichzelf meer duidelijkheid krijgen. Natuurlijk zal er nog geruime tijd verlopen voor ze tot volledig inzicht zullen komen, omdat ze zeer spoedig door Jeruzalem verder gezonden zullen worden en hun zielen zich aldus in rust en bespiegeling kunnen reinigen en het gestrooide zaad niet in de modder aldaar zal verstikken.
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Ik onderwees nu Mijn leerlingen, dat ze hier een goed voorbeeld hadden waar een wereldse instelling en heerszucht toe leidt, en hoe nodig het is steeds op zijn hoede te zijn en niet te geloven alle kennis en licht al in zich opgenomen te hebben, zoals die drie Farizeeën dachten. Zij zouden echte wetenschappers genoemd kunnen worden, omdat ze alles met hun kritische verstand wilden onderzoeken en alleen maar datgene wilden geloven wat ze zagen; maar daarbij vielen ze van de ene twijfel in de andere, omdat er bij het zien naderhand weer twijfel opkwam of ze wel goed hadden gekeken, en zij uiteindelijk hun eigen daden en woorden niet vertrouwden. Daarbij was, zo zei Ik, hun streven zelfs ernstig, maar toch verkeerd, omdat het zich uitsluitend op het uiterlijke richtte en niet op het innerlijke, en alleen dat vormde toch de eetbare kern, zoals bij een noot, terwijl men op het puur uiterlijke zijn tanden geweldig kan stukbijten. Daarom was het ook nog lang niet mogelijk Mij aan hen kenbaar te maken.
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Helemaal beduusd zei de koopman: 'Heer, hoe kent u deze naam, die ik alleen in mijn jeugd droeg? Ik ben Griek van geboorte en werd Phoikas genoemd. Maar omdat ik vroeg wees werd, nam een barmhartige jood uit Tyrus mij bij zich op, en later nam hij mij zelfs aan als zijn zoon, omdat hij zonder kinderen bleef. Ik werd jood, ontving ook de besnijdenis en werd Agamelom genoemd. Nooit heeft de naam Phoikas sinds tientallen jaren in mijn oren geklonken, en ik was hem zelf bijna vergeten - en nu noemt u mij zo?'
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Ik zei tegen de waard: 'Mijn beste Mucius, juist deze drie vragen, die jij stelt, omvatten in zich de gehele wijsheid van alle hemelen en de redenen voor Mijn leraarschap op deze aarde. Hoeveel daar door Mij ook al over is gesproken, toch kan die basisleer nooit vaak genoeg steeds weer herhaald worden, opdat het geestelijke hart van de mens die eeuwige waarheden volledig in zich opneemt, goed in zichzelf verteert en in zichzelf geheel in vlees en bloed zal omzetten. Ik zal jouw vragen daarom uitvoerig beantwoorden, in eerste instantie ter wille van jou en Phoikas, omdat jullie Mijn leer nog niet kennen, en in tweede instantie ter wille van de Mijnen, die al langere tijd bij Mij zijn, maar toch nog niet in alle waarheid zijn doorgedrongen. - Luister dus goed!
Hoofdstuk 9: Drie belangrijke vragen van Mucius en de beantwoording daarvan door de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Kijk naar de dieren, waarbij lagere soorten voorkomen die geen ander doellijken te hebben dan hun lichaam in stand te houden en andere dieren tot voedsel te dienen! Als er een vijand van hun lichaam en leven komt, geven ze zich stoïcijns aan hun lot over en verweren zich niet, en zijn daar ook niet toe in staat; kijk naar vele insecten en lagere amfibieën!
Hoofdstuk 9: Drie belangrijke vragen van Mucius en de beantwoording daarvan door de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Op een iets hogere trap zien jullie evenwel dat de intelligentie al zo ver ontwikkeld is, dat die dieren zich meer bewust zijn van de gevaren die hun lichaam bedreigen, en daar ook door allerhande listigheden aan weten te ontkomen.
Hoofdstuk 9: Drie belangrijke vragen van Mucius en de beantwoording daarvan door de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Bij nog hoger staande dieren zie je dat die eigenschap nog verder ontwikkeld is; ze zijn dan ook van geschikte wapens voorzien, zoals scherpe klauwen en tanden, om zich van hun vijanden te ontdoen maar daarmee tegelijkertijd ook vijanden van andere diersoorten worden. Er ontstaat nu een strijd over en weer waarbij listigheid en sluwheid aangewend worden, weliswaar voor het doden van de lichamen, maar ook voor het voortschrijden van het intellect, opdat het zich geleidelijk ontwikkelende karakter, dat bij de steeds hoger opklimmende dieren specifieke eigenschappen verkrijgt, zich kan vormen.
Hoofdstuk 9: Drie belangrijke vragen van Mucius en de beantwoording daarvan door de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Tot nu toe was de zielenvorm afgestompt, bekommerde zich niet om geestelijke, maar alleen om materiële dingen; voor haar gold alleen het recht van de sterkste. De Godheid wil evenwel dat Haar werk, dat moeizaam hiernaartoe werd geleid, Haar nu ook leert kennen en uit liefde tracht te naderen, niet uit vrees voor Haar kracht. Hoe kan dat bereikt worden? ~
Hoofdstuk 10: De ontwikkeling van de vorm van de ziel tot aan de mens - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Aan de mensenziel wordt nu een leider gegeven; want de pure ziel alleen zou, als voleindigde vorm die niet verder ontwikkeld kan worden, niets hogers meer boven zichzelf waarnemen, als er nu niet een geestelijk voelen, het gewaarworden van een macht in haar zou kunnen binnenvloeien, die haar verdeemoedigt en ertoe aanspoort om haar Schepper te zoeken. En dat is de goddelijke vonk, die als geest in haar wordt gelegd, en die zich gelijktijdig met haar moet ontwikkelen, haar door een juiste opvoeding steeds meer moet doordringen en door zelfonderricht in alle kennis moet binnenleiden.
Hoofdstuk 10: De ontwikkeling van de vorm van de ziel tot aan de mens - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Maar Ik sterkte hen direct, en nadat Phoikas weer wat tot zichzelf was gekomen, zei hij tegen Mij: 'Heer en Meester, als er na Uw heerlijke, zeer wijze uitleg nog enige twijfel was, weet ik nu toch echter heel zeker met wie ik te maken heb. Niemand anders dan U zelf bent die wonderen doende Galileeër, achter wie honderd, ja duizend keer meer schuilgaat dan achter de meest begenadigde profeet; want zó spreken en heerser zijn over de scharen van gene zijde kan er maar Eén, en dat is de Oergeest Zelf, die in U Zijn intrek heeft genomen en Zich voor de mensen zichtbaar belichaamd heeft. Daarom heil U, en alle mensen aan wie U Zich openbaart!'
Hoofdstuk 11: Over de innerlijke opwekking en over het voortleven na de dood - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Na geruime tijd kwamen ze weer tot zichzelf en konden zich niet genoeg verwonderen en elkaar over en weer vertellen waar hun respectievelijke begeleiders, die nu na het wakker worden weer verdwenen waren, hen naartoe gebracht hadden en wat hun allemaal door hen was getoond.
Hoofdstuk 12: De innerlijke belevenis van Phoikas - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ik vroeg nu aan Phoikas om te vertellen, en hij begon dan ook direct als volgt: 'Heer en Meester, wat ik heb gezien was meer dan wonderbaarlijk, en volkomen anders dan de mensen zich het leven aan gene zijde voorstellen!
Hoofdstuk 12: De innerlijke belevenis van Phoikas - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] De bewoners bedankten Mij nu van gans er harte en vroegen Mij om hun te vertellen wie Ik eigenlijk was, waar Mijn kracht vandaan kwam enzovoort. Ik verwees hen echter naar Mucius en zei dat hij op al hun vragen het juiste antwoord wist en dat ze zich maar tot hem moesten wenden, dan zouden ze de juiste verklaring wel krijgen.
Hoofdstuk 13: De Heer zegent het dorp - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Nu wordt er een grens genaderd, van waaraf de dieren geneigd zijn zich bij de mens aan te sluiten; jullie noemen die dan huisdieren. Zij zijn doorgaans gedweeër of tammer, zoals jullie zeggen. Ze kunnen een zeer vergaande intelligentie ontwikkelen en afgericht worden. Ze gaan daardoor in zekere zin meer lijken op de mens, weliswaar niet in hun uiterlijke vorm, maar wel wat bepaalde karaktereigenschappen betreft. Jullie kunnen hierbij dikwijls echt verbluffende handelingen van dieren waarnemen, die van overleg getuigen en ook van een zeker beoordelingsvermogen, zodat jullie verbaasd staan en zeggen: het dier kan alleen nog niet spreken. Kijk, dat zijn dieren die in hun geestelijke ontwikkeling alleen nog de stap tot mens moeten doen, zoals een onmondig kindje ook alleen maar een bepaalde stap in jaren hoeft te doen om een verstandig mens te worden! Bij het dier kan dat doel echter niet bereikt worden, omdat de vorm van de ziel nog niet voleindigd is, terwijl bij een kind, dat toch vaak veel dommer en onbeholpener lijkt, de zielenvorm die in staat is zich verder te ontwikkelen, aanwezig is, zoals in iedere zaadkorrel het beeld van de toekomstige plant ligt.'
Hoofdstuk 9: Drie belangrijke vragen van Mucius en de beantwoording daarvan door de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543  ...