Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 530 van 1037

...  518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543  ...
[17] Nicodemus en ook degenen die met hem mee waren gekomen waren dus angstig bezorgd om Mij en vroegen Mij dringend noch Herodes te vertrouwen noch Mij bloot te stellen aan het grote gevaar dat nu van de kant van de tempel dreigde.Alleen zij hadden het gewaagd Mij deze berichten te brengen. Nog vele anderen uit hun kringen waren Mij vriendelijk gezind, maar die durfden omwille van de Farizeeën niet zelf naar Mij toe te komen.
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[25] Nicodemus zei: 'Heer, wij begrijpen deze woorden van U niet helemaal; bovendien lijkt het ons vooral noodzakelijk dat U aan Uw eigen persoonlijke veiligheid denkt; daarom zijn wij hierheen gekomen, namelijk om U die naar vermogen te verschaffen. Zou het dus niet het beste zijn dat U deze plaats verlaat om U te verbergen? De zoon van mijn broer hier zou U veilig begeleiden, omdat hij veel connecties over de grens heeft, waar U volkomen veilig een tijdlang zou kunnen leven.'
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[27] Nicodemus was weliswaar niet meteen gerustgesteld, omdat de vrees voor de tempel hem steeds achtervolgde. Maar tenslotte nam hij er toch genoegen mee, en vond dat hij gedaan had wat hij verschuldigd was. Ik erkende zijn goede wil dan ook, en weldra ging hij samen met zijn begeleiders onder bescherming van de duisternis weer terug naar Jeruzalem, waar hij ongehinderd en zonder herkend te worden aankwam.
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ze gingen allebei naar buiten en spraken daar als volgt met elkaar:
Hoofdstuk 69: Het gesprek tussen judas en Thomas. Het afscheid van Bethanië Verblijf aan de Jordaan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Thomas antwoordde hem: 'Broeder, wat zeg je toch allemaal! Heeft de Heer Zelf niet gezegd: 'Ik ben niet in de wereld gekomen voor de gezonden, maar voor de zieken en gebrekkigen, om hen te helpen en te troosten'? Wil jij beter weten dan Hijzelf waarom Hij naar ons toe is gekomen?!'
Hoofdstuk 69: Het gesprek tussen judas en Thomas. Het afscheid van Bethanië Verblijf aan de Jordaan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[22] Daarop wendde judas zich met een korte groet van hem af en begaf zich naar de top van de Olijfberg, om in eenzaamheid na te denken. Thomas ging echter met een bedrukt gemoed weer naar de anderen en probeerde zijn onrust kwijt te raken door een kalm gesprek met de broeders.
Hoofdstuk 69: Het gesprek tussen judas en Thomas. Het afscheid van Bethanië Verblijf aan de Jordaan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[27] De leerlingen schrokken van die uitspraak en keken verwonderd om zich heen -niet alleen de apostelen waren hier aanwezig, maar nog velen van het huispersoneel van Lazarus, die hem terzijde stonden bij het beheren van zijn bezittingen -wie Ik dan wel bedoeld kon hebben. Maar geen van hen durfde daar ook maar met één woord verder naar te vragen.
Hoofdstuk 69: Het gesprek tussen judas en Thomas. Het afscheid van Bethanië Verblijf aan de Jordaan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[29] Wij sloegen de weg naar Jericho in en zagen weldra judas naar ons toekomen, die vanaf de heuvelons vertrek had opgemerkt en zich bij ons aansloot, zonder op de gezichten van de apostelen te letten, die daar nu niet direct blij mee waren. Deze reis maakte Ik nu alleen met de twaalf, en van Mijn overige aanhangers was er verder niemand meer bij ons.
Hoofdstuk 69: Het gesprek tussen judas en Thomas. Het afscheid van Bethanië Verblijf aan de Jordaan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Hij deed Mij daarom de tweede dag van ons verblijf aan de Jordaan het voorstel om naar Jeruzalem te gaan zonder herkend te worden, om daar te kijken hoe de stemming ten aanzien van Mij was, en of het volk door Mijn verdwijning onrustig was geworden.
Hoofdstuk 70: Judas voor de Hoge Raad - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Daarna vertrok judas en begaf zich naar Jeruzalem. Al spoedig kwam hij daar te weten dat iedereen verbaasd was over Mijn plotselinge verdwijning. Van de grote opwinding die Mijn intocht had veroorzaakt, was niets meer over, en over het algemeen meende het volk dat Ik voor de macht van de tempel gevlucht was. De tempel zelf werd door de tempelwachters en de soldaten van Herodes scherp bewaakt. Bovendien trokken er dagelijks Romeinse soldaten door de stad om eventuele samenscholingen uiteen te drijven. De tempel had bij de landvoogd Pontius Pilatus al bescherming gezocht tegen een eventuele oproer en Mij als volksopruier aangeklaagd.
Hoofdstuk 70: Judas voor de Hoge Raad - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Uitermate verheugd liet Kajafas deze man, die Judas Iskariot was, bij zich komen en bracht hem naar de Hoge Raad. Daar deelde Judas de Raad mee, dat hij meende in staat te zijn de gezochte Jezus van Nazareth in de handen van de tempelwacht over te leveren, als daarbij maar de nodige voorzichtigheid in acht werd genomen.
Hoofdstuk 70: Judas voor de Hoge Raad - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Daarom werd met Judas afgesproken dat hij op de dag van het paaslam 's nachts naar de tempel zou komen, waar hij de gerechtsdienaren zou treffen, die hij naar de plaats moest brengen waar de Nazarener zich bevond.
Hoofdstuk 70: Judas voor de Hoge Raad - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Ook Judas luisterde mee, maar zonder daardoor van zijn verkeerde opvattingen bevrijd te kunnen worden. Integendeel, hij raakte er alleen maar meer van overtuigd dat het iemand niet zo gauw zou lukken de kracht Gods zó met zichzelf te verenigen, dat er na Mij een ander als Messias zou kunnen optreden om de wereld te bevrijden. Hij beschouwde het daarom alleen maar als roemrijk en verheugde zich in zijn eerzuchtige gedachten, dat hij degene zou kunnen zijn die de naar zijn mening noodzakelijke, laatste dwingende stap zou voorbereiden die Mij ertoe moest brengen volgens zijn wensen van de Mij verleende macht gebruik te maken. Hij kwam zichzelf als een soort verlosser voor en meende in zijn verblinding door Mij te kunnen werken. Toen de gedachte, dat hij Mij zou kunnen dwingen, eenmaal in hem was ontwaakt en zijn vaste overtuiging bleef bestaan dat Ik ieder gevaar zou kunnen trotseren en ook gemakkelijk overwinnen, leek hem ook alles juist, wat ertoe kon bijdragen om dat plan te verwezenlijken.
Hoofdstuk 70: Judas voor de Hoge Raad - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[21] Dat inzicht verheugde hem en sterkte hem nog meer in zijn plan om Mij in een situatie te brengen die Mij zou dwingen om Mijn aanvallers van het lijf te houden en hen misschien te vernietigen, of toch dermate onschadelijk te maken dat iedereen duidelijk zou zien dat niemand op aarde Mij kon weerstaan, als Ik maar ernstig wilde. Toen hij meende van alles grondig overtuigd te zijn en zonder zich in die tijd met Herodes bezig te houden -die hij voor zijn doeleinden niet meer nodig leek te hebben, omdat hij meende het ook zonder hem te kunnen redden -ging hij weer op weg naar de Jordaan om Mij op te zoeken en verslag te doen van wat hij te weten was gekomen.
Hoofdstuk 70: Judas voor de Hoge Raad - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen de middag was aangebroken, zei Ik tegen de Mijnen dat ze moesten opbreken, en wij begaven ons in een rustig tempo weer naar de grote weg tussen Jeruzalem en Jericho.Vandaag was het de dag van het paaslam, en de Mijnen vroegen Mij, of en waar Ik het met hen wilde eten. Ik beantwoordde die vraag bevestigend en vroeg of twee van hen voor ons uit wilden gaan de stad in, om daar het lam klaar te maken; daarna zou Ik met de anderen volgen. (Marc.14:12-13a)
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  518 - 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543  ...