Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 54 van 728

...  42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67  ...
[2] PILAH zegt: "Heer! Ik wist er niets van en in deze grot ben ik nog nooit zover doorgedrongen als nu! De ouden zullen er wel vanaf hebben geweten; maar ze zeiden er niets over, opdat ze zich in uiterste noodzaak uit wat voor gevangenis dan ook vrij zouden kunnen kopen. Neem echter alles; het is goddank van nu af aan van u!"
Hoofdstuk 5: De geschiedenis van de gevonden schat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De meeste waarde hebben de grote parels, die zo groot zijn als kippeneieren. Een geheel metalen kist, met een inhoud van ongeveer duizend drachmen, zit vol met deze grote parels, die elk op zich een onschatbare waarde hebben. Zulke parels groeien thans niet meer op aarde, omdat deze schaaldieren net als veel andere dieren uit de oerwereld niet meer bestaan. De parels werden echter niet uit zee opgehaald, maar koning Ninias, ook Ninus genoemd, vond ze in de bodem tijdens het uitgraven van de grond toen hij de stad Ninevé liet bouwen. Na heel veel wederwaardigheden kwamen ze ten dele reeds in de tijd van David, maar voor het grootste deel in de tijd van Salomo naar Jeruzalem. Maar in deze grot kwamen ze, toen de Romeinen als veroveraars Palestina, en eigenlijk bijna half Azië, in bezit namen.
Hoofdstuk 5: De geschiedenis van de gevonden schat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Omdat echter volgens de goddelijke orde alles zo is ingericht, dat zowel de mens als ook iedere engelgeest alles slechts geleidelijk aan, en dan zelfs ook nog maar tot een bepaalde graad, door de goddelijke natuur in zichzelf en in alle geschapen dingen kan ontdekken, behoudt hij de steeds groeiende levenslust en de liefde tot God en tot de naaste, die hem de enige mogelijkheid geven om zalig te worden en te kunnen worden. -Begrijp je zo'n waarheid?"
Hoofdstuk 5: De geschiedenis van de gevonden schat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Tijdens, een goede nachtrust gaat de nacht echter snel voorbij en dat was ook hier het geval; men dacht pas een paar minuten te slapen toen het heldere morgenlicht allen reeds riep om de behaaglijke rustplaatsen te verlaten en weer met het dagelijkse werk te beginnen. Het reeds vroeg klaargemaakte morgenmaal nodigde iedereen uit de verschillende slaapvertrekken in de grote eetzaal. Daar gebruikten allen net als in de voorgaande dagen het morgenmaal en brachten Mij na de maaltijd voor het eerst gezamenlijk in de naam van Jehova dank en lof zoals David dat deed toen hij zei (Psalm 33):
Hoofdstuk 7: Het loflied van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Ik zeg: "Ja, mijn beste vriend, voor de oprechte vrienden van God is het eigenlijke, ware hemelrijk van God overal, voor de vijanden van God echter nergens. Voor hen is daarentegen de hel overal, waarheen je ook je ogen en andere zintuigen wenden kunt en wilt. Beneden en boven is daar hetzelfde. Kijk niet omhoog naar de sterren -want zij zijn aarden zoals deze, waar je op staat -en kijk ook niet naar beneden naar de aarde, want zij is geoordeeld, net zoals jouw lichaam, dat eens moet sterven en vergaan! Onderzoek daarentegen je hart en zoek er vlijtig in; dáár zul je vinden wat je zoekt. Want in ieder mensenhart is het levende zaad gezaaid, waaruit het eeuwige ochtendrood van het eeuwige leven zal opbloeien.
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Natuurlijk zul je denken: 'En wat dan nog? Laat de heerszuchtige op de troon komen, hij zal heel geschikt zijn om volkeren te beschermen en vijanden te verslaan!' O ja, dat zou wel mogelijk kunnen zijn! Maar waar ligt de maatstaf die hem voor zou schrijven hoever hij met zijn heerszuchtige plannen door mag gaan? Wat zal hij met de mensen doen, die zich niet zo diep mogelijk voor hem willen buigen? -Wel, die zal hij op de pijnlijkste manier laten martelen en hij zal zich aan een mensenleven even weinig gelegen laten liggen als aan een vertrapte grashalm! -Wat is zo'n mens dan echter? -Wel, dat is een duivel!
Hoofdstuk 9: De Heer geeft voorbeelden van hemel en hel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Maar Ik zal je nog een beeld van het hemelrijk van God geven. Het hemelrijk van God lijkt geheel en al op een vruchtbare bodem, waarop naast doornstruiken en distels de edelste druiven groeien en rijp worden, en toch groeien ze in één en dezelfde vruchtbare bodem! Het verschil ligt alleen maar in het gebruik daarvan: de wijnstok maakt er iets goeds van, de doornstruik en de distel echter iets slechts, iets wat nutteloos is en voor geen mens te genieten.
Hoofdstuk 9: De Heer geeft voorbeelden van hemel en hel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Ook is de hemel te vergelijken met een vruchtboom, die een goede zoete oogst draagt. Als onder zijn rijk gezegende takken mensen komen, die die vruchten willen eten, zijn er een aantal matig; zij eten onder dankzegging slechts zoveel als zij nodig hebben. Anderen echter, die de vrucht goed smaakt, willen niets aan de boom laten zitten, maar eten alles op uit naijver, opdat de matigen niet nogmaals iets zouden vinden, en zij eten zo lang door, tot de laatste appel op is. Daarop worden zij echter ziek en moeten sterven, terwijl de matigen door het matige gebruik van de vruchten van de boom zich heel goed en verzadigd voelen! En toch hebben beide partijen van dezelfde boom gegeten!
Hoofdstuk 9: De Heer geeft voorbeelden van hemel en hel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Zo is de hemel ook als een goede wijn, die de matige sterkt, de onmatige echter te gronde richt en doodt; en zo wordt één en dezelfde wijn voor de een, een hemel en voor de ander, de ergste hel, - en toch komt hij uit dezelfde zak!
Hoofdstuk 9: De Heer geeft voorbeelden van hemel en hel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Als het hart van de mens echter vol deemoed is, en hij zich gelukkig prijst om de geringste onder de mensen te zijn, iedereen te dienen, uit liefde tot de broeders en de zusters zichzelf niet te achten, zijn meerderen gewillig in alle goede, voor de broeders nuttige zaken te gehoorzamen, en hij God boven alles liefheeft, dan groeit uit het hemelse zaad in het hart een echte, eeuwig levende hemel. Als de mens op deze wijze de gehele hemel in al haar volheid al in zijn hart draagt, gevuld met het echte geloof, de zuiverste hoop en liefde, dan kan hij na de dood van zijn lichaam onmogelijk ergens anders terecht komen dan in het hemelrijk van God, dat hij in alle volheid allang in zijn hart had! Als je dit goed overweegt, dan zul je gemakkelijk begrijpen hoe het nu precies met het hemelrijk, alsook met de hel, gesteld is."
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] FAUSTUS zegt: "Heer, nu begint het mij te dagen! -In de hele oneindigheid is er maar EEN God, EEN kracht en EEN wet van eeuwige orde. Voor de mens, die zich deze wet tot de zijne maakt, is alles en overal hemel; degene echter, die zijn vrijheid wil gebruiken om deze wet te weerstaan, vindt overal hel, verdriet en marteling!"
Hoofdstuk 10: De wet der orde. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Ja, zo is het! -Het vuur is een buitengewoon nuttig element; wie het ordelijk, wijs en doelmatig gebruikt, heeft er onschatbaar nut van. Het zou te ver voeren om alle voordelen op te sommen, die de mensen in de schoot geworpen worden door een juist, wijs en doelmatig gebruik van het vuur. Als iemand echter het vuur erg dom en alleen maar voor zijn plezier zo lichtzinnig zou gebruiken, dat hij het op de daken der huizen of in de dichte bossen zou ontsteken, dan zal datzelfde vuur alles vernietigen en te gronde richten!
Hoofdstuk 10: De wet der orde. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] FAUSTUS zegt: "Heer, ik begrijp het alweer niet! Wat betekent dat? Hoe kan men tegelijkertijd water en vuur worden? Want iedereen weet dat water en vuur de elkaar meest vijandige elementen zijn; het ene verwoest en vernietigt het andere. Giet men water op een oppermachtig vuur, dan zal het water snel in damp en lucht veranderen; is het water echter machtiger dan het vuur, dan dooft dit uit door het water, zodra het daardoor overstroomd wordt. Als men echter om op de hemel te gelijken tegelijkertijd water en vuur moet zijn, dan zou men uiteindelijk toch zonder meer oplossen!? Hoe zou het er dan met het eeuwige leven uitzien?"
Hoofdstuk 10: De wet der orde. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "O, heel goed! Beiden in de juiste verhouding, en dan verwekt en onderhoudt het één voortdurend het andere! Want weet je, als er in en om de aarde geen vuur zou zijn, dan zou er ook geen water zijn; als er in en om de aarde echter geen water zou zijn, dan zou er ook geen vuur zijn, want het één verwekt voortdurend het andere."
Hoofdstuk 10: De wet der orde. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Neem al het vuur, waaruit alle warmte ontstaat, op aarde weg, en de gehele aarde wordt een diamantharde ijsklomp, waarop geen leven zou kunnen bestaan. Neem echter al het water weg van de aarde, en zij zal zeer snel tot onbeduidend stof vergaan! Want zonder water zal ook het vuur zich niet staande kunnen houden, want zonder het water ontstaan er geen nieuwe vormen op aarde; waar echter geen kopieën of nieuwe vormen meer ontstaan, heeft de dood en het bederf de overhand.
Hoofdstuk 10: De wet der orde. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67  ...