Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 531 van 1166

...  519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544  ...
[4] Zo kan bijvoorbeeld - zoals enkele van onze vele antropologen aannemen - de ziel die nu in mijn lichaam woont in een hert of ook in een ander dier gehuisd hebben, waarvan ik mij niet het minste kan herinneren. Maar omdat ik van zo'n eerdere bestaanstoestand, welke dan ook, niet de allerminste herinnering bezit in mijn huidige bestaan, is voor mij zo'n eventueel eerder bestaan een volkomen niet-bestaan of, kortweg anders gezegd: degene die ik nu ben, ben ik nog nooit eerder geweest, en dus was ik er ook niet.
Hoofdstuk 177: De tegenvragen van de arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Rafaël zei: 'Luister, mijn vriend, als je echt veel innerlijke aandacht besteed had aan het voorbeeld van de bouw van een grote, stevige burcht, had je mij deze vraag nauwelijks meer hoeven te stellen. Wat gaan de nog niet gebouwde burcht de materialen aan, die daarvoor bestaan hebben? Laat de burcht eerst helemaal afgebouwd worden, dan zullen de daaraan voorafgegane materialen voor de hele burcht wel een goed herkenbare samenhang verkrijgen!
Hoofdstuk 178: De noodzaak voor het versluieren van de herinnering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De bouwmeester zal tegen je zeggen: 'Vriend, jij oordeelt over mijn bouwkunst, die mij heel duidelijk bewust is en waarin ik deskundig ben, als een blinde over kleur! Kijk, die steen die jou zo ergert moet juist op die plek ingemetseld zijn voor het geheel en de duurzaamheid van het gebouw, evenals jouw ogen zich doelmatig op die plaats in je hoofd bevinden, die voor hen het meest geschikt is. En zo zit het ook met de uitspringende balk. Word jij eerst zelf van de grond af aan deskundig in de bouw, dan zul je in staat zijn een juist en waar oordeel te vellen over een gebouwen over de afzonderlijke bestanddelen ervan, van het eerste tot het laatste en van het kleinste tot het grootste!'
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] De arts zei: 'O mijn zeer voorname, hemelse vriend! Nu heb je al mijn bedenkingen en twijfels heel zuiver tot het laatste atoom uit mij weggevaagd; het is mij nu volkomen duidelijk, en dat zal voor al mijn metgezellen ook wel gelden; daarom zij alle lof aan de enige Heilige onder ons, die vanuit Zijn onmetelijke liefde door jou, een bewoner van de hemelen, ons de ware wijsheid uit de hemelen zo lichtend en voor ons nog onnozele verstand zo gemakkelijk te begrijpen heeft laten verkondigen!
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Nu is het wezen van het rijk Gods als het ware voor mijn lichamelijke ogen geplaatst en zo aanschouwelijk gemaakt. O, wat is mijn ziel nu blij en opgewekt!'
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Jullie hebben alleen één sterk werelds ingesteld mens in jullie midden, die vanaf het begin bij jullie is geweest en ook alles heeft gehoord en gezien wat jullie gehoord en gezien hebben. Voor hem was mijn openlijke gesprek met de arts niet wat het voor jullie was. Hij dacht bij zichzelf: 'O, als ik zijn wijsheid en macht had, dan zouden alle gouden bergen op aarde mijn eigendom zijn!'
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Onze Romeinse rechter, die ook met grote aandacht naar alle wijze woorden van Rafaël had geluisterd en die Ik in het verborgene ook innerlijk wekte, zodat hij de betekenis van wat er gezegd werd kon vatten, zei tegen Mij: 'O Heer en Meester, wat is deze prachtige hemelse geest toch buitengewoon wijs! Ja, als een mens op deze aarde ooit de kunst had verstaan om de innerlijke, verborgen dingen van het zielenleven zo helder en begrijpelijk uiteen te zetten, zou er beslist nooit een duister afgodendom onder de mensen zijn opgekomen; want na zo'n onderricht en wonderbaarlijke ervaring meegemaakt te hebben zou toch zelfs de meest eenvoudige mens zijn gaan nadenken en onmiddellijk begonnen zijn om vanuit het licht van zijn geloof volgens zo'n leer aan zichzelf te werken en zich ernaar te richten, en met Uw hulp zou hij op die manier gemakkelijk en snel tot die innerlijke levensvoleinding zijn gekomen, omwille waarvan Uw liefde, wijsheid en macht hem hebben geschapen.
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Als rechter heb ik mij verdiept in alle goddelijke en menselijke leringen en wetten die in het Romeinse rijk voorkomen, en zodoende vanzelfsprekend ook in de Joodse leer; maar overal zijn mysteriën op mysteriën gestapeld, die een natuurlijk mens, al is hij begiftigd met een helder inzicht en een scherp verstand, onmogelijk kan begrijpen en praktisch kan toepassen voor de werkelijk boven alles noodzakelijke ontwikkeling van zijn innerlijke zielenleven. Maar na een dergelijk onderricht moet het ieder mens toch duidelijk worden wat hij is, wat er van hem moet worden en wat hij moet doen om datgene te worden waarvoor U, o Heer en Meester van alle wezens en dingen, hem hebt bestemd. - O Heer en Meester, heb ik in dit opzicht misschien toch wel enigszins juist geoordeeld?'
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Ja, Mijn vriend, onder mensen als jij zou jouw oordeel wel opgaan; maar hier gaat het helemaal niet zo goed op als jij denkt!
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Heb je uit de mond van Rafaël dan niet gehoord -toen iedereen hem zo van harte bedankte voor de grote onthullingen die hij had gedaan met betrekking tot het wezen van het rijk Gods -hoe hij een van Mijn oudste leerlingen, die al vanaf het begin van de tijd dat Ik onderricht bij Mij was en nog steeds is, een welverdiende terechtwijzing gaf? Die leerling heeft alles gezien en gehoord, en toch is de wereld hem meer waard dan alle waarheden die hij heeft gehoord!
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Bovendien is ook traagheid de mens erg eigen. Hij heeft wel vaak het ene goede voornemen na het andere; maar als hij het helemaal, metterdaad tot uitvoering zou moeten brengen, dan begint zijn trage en genotzuchtige vlees zich daartegen te verzetten en trekt ook de ziel omlaag naar wat voor hem in zijn traagheid en zinnelijkheid het belangrijkste is. Wat heeft de ziel dan voor baat bij helderheid in de dingen van de geest, als ze zichzelf niet wil verloochenen en in volle ernst de wegen wil opgaan waarlangs ze de volledige eenwording met Mijn geest in haar zou kunnen bereiken?!
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Het is zo bepaald dat voor iedere ziel de materie een zeker overwicht moet hebben, opdat de ziel daardoor gedwongen wordt actief te worden tegenover het kleine overwicht van de materie, om zo van de vrijheid van haar wil het juiste gebruik te kunnen maken; om dat te kunnen doen, is haar in alle tijden vanuit de hemelen in alle helderheid de leer gegeven, die de ziel in een volkomen vrij zwevende toestand tussen geest en materie plaatst.
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Omdat zo'n ziel aanvankelijk tegen beter weten in handelt, zakt ze langzamerhand steeds verder in de materie weg en wordt ook de oorspronkelijke, puur geestelijke verlichting steeds matter. De ziel raakt in allerlei twijfels en vindt het in haar materiële traagheid helemaal niet meer zo de moeite waard om zich op te richten. en tenminste voor de korte tijd van een paar dagen of weken een ernstige, zichzelf verloochenende poging te doen om zich ervan te overtuigen. of er toch iets waar is van de vanuit de hemelen geopenbaarde leer ter verkrijging van het innerlijke, ware leven.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ja, vriend, van Mijn kant is de verhouding tussen geest, ziel en lichaam bij ieder mens volmaakt nauwkeurig' afgewogen; alleen heeft de waanwijsheid van de mensen, die oude erfzonde, de goede verhouding tot een slechte verhouding gemaakt.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Na deze les van Mij, waar ook alle anderen heel aandachtig naar hadden geluisterd, bedankten de Romein alsook alle anderen Mij, behalve die ene, die Mijn verklaring niet beviel.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544  ...